Op de ploegenachtervolging zijn de statistieken van de WK's en Olympische Spelen wel interessant. Bij de vrouwen won Nedeland 6 van de 13 wk's en 1 van de 5 op de Olympische Spelen. Bij de mannen won Nederland 12 van de 13 wk's en 1 van de 5 op de Olympische Spelen.
Nederland scoort op de wk's dus beter dan op de Spelen en het aantal resultaten is inmiddels zo groot dat je nauwelijks meer van toeval kan spreken. Zeker bij de mannen is dat zo.
Wat is hier de oorzaak van? Zou het kunnen dat buitenlandse teams na de Olympische Spelen meer uit elkaar vallen? In Japan is nu 1 Takagi gestopt en de andere is geëmigreerd. In Canada trainen de dames minder samen.
In Nederland traint men sowieso zelden samen, maar houdt wel een grote vijver met goede schaatsers. Misschien dat de concurrentie in de na-Olympische jaren juist op de ploegenachtervolging kleiner is, waardoor Nederland wint en in slaap gesust wordt. In het buitenland bouwt men aan een team dat richting de Spelen langzaam steeds beter wordt.
Paar oorzaken, denk ik
- Al genoemd: het maximale aantal plekken. Nederland heeft daar het meeste last van van alle landen. Op de TP reed daardoor niet altijd het sterkste mogelijke trio, of het meest op elkaar ingespeelde trio. Geen Verheijen en Olde Heuvel in Vancouver 2010, bijvoorbeeld.
- Meer races in het toernooi, dus ook meer kans op fouten. Een team met veel individuele klasse dat minder geoefend is, maakt sneller fouten. Met één race kan dat nog goed gaan, maar drie of vier races zonder fouten is lastiger. Vancouver 2010 halve finale bij de mannen bijvoorbeeld. In de strijd om het brons, was Nederland het snelst van iedereen.
- Meerdere races, dus een grotere rol voor de bondscoach. Wie rijdt wanneer en wie spaar je? Nederland heeft vaak matige tot slechte bondscoaches gehad die dit spelletje niet snapten.
- Andere landen zijn innovatiever, maar bewaren die innovaties vaak tot (vlak voor) de Spelen. Daardoor wordt Nederland dan verrast. Het duwen is misschien niet zo'n goed voorbeeld, want dat werd twee jaar voor de Spelen van dit jaar al gedaan, maar toch werd Nederland verrast.
- Gevoelsmatig denk ik ook dat de media-aandacht in Nederland een rol speelt. Groot schaatsland, hoge verwachtingen, veel negatieve druk. Ook is er vooraf vaak al wel cynisme omdat het al vaker mis is gegaan op de Spelen.
- Deels ook gewoon pech (het blokje in Turijn, bijvoorbeeld. Of de gebroken veer van Blokhuijsen). En andersom zijn de WK-cijfers een beetje geflatteerd de andere kant op. Want Nederland was daar niet altijd favoriet, maar toen viel het kwartje vaak wel nét goed.