Follow along with the video below to see how to install our site as a web app on your home screen.
Nota: This feature may not be available in some browsers.
Ja, maar dat heeft mijns inziens te maken met het minder competitieve karakter van de marathon. Als marathonschaatser kan je gewoon in het peloton je rondjes draaien en als je goed kan schaatsen en een goede conditie hebt, kan je daar als (oud-)topschaatser wel in meekomen.Nou ja, er waren wel heel veel allrounders die naar de marathon gingen (Piet Kleine, Van der Duim, Yep Kramer) nadat ze niet meer explosief genoeg waren voor de 500m/1500m.
Is dan niet meer een kwestie van "sporters in topvorm kunnen alles, sporters in mindere vorm zijn nog altijd goed in hun specialiteit"? Een beetje zoals Ireen Wüst in Sotsji 2014 medailles won op de 1000, én 1500 én 3000 én 5000, omdat ze toen de beste Ireen Wüst was die ze ooit was geweest (en ja, ze de 1500 meter verloor van Jorien ter Mors). Een beetje zoals Jutta Leerdam zo nu en dan een goede 1500 meter rijder zou kunnen zijn (maar daar moet ze dan veel energie in steken), maar nu ze kwakkelt met haar enkel zich minder (of niet) op de 1500 meter richt.Sablikova is ook een voorbeeld van het logische doen. De 5k was natuurlijk altijd haar beste afstand, maar ze is gestopt met allrounden omdat ze niet meer explosief genoeg is voor de 500m.
Schenk werd completer, zonder minder te worden op de 1000 en 1500m - reed in zijn laatste twee seizoenen nog WRs op alle afstanden (behalve de 500m)Postma van wereldkampioen 5K in 1996 naar Olympisch kampioen 1.000m in 1998. Voornamelijk 1500m daarna.
Chad Hedrick nog extremer: WRs op 1.500m / 5K / 10K tot 2005 en daarna in 2010 nog een Olympische medaille op de 1.000m.
Ard Schenk compleet andersom: WRs 1.000m / 1.500m ca. 1966 en eindigend met WRs op 3K / 5K / 10K vanaf 1971
4 keer? 1000m, 1500m, TP, en?Hoe zeer ik Wust ook bewonder en 2014 meer dan fantastisch vond. Als Jorien ter Mors op het OKT '13 fit was geweest, had zij ook zo maar 4x goud kunnen winnen. Ik heb (ok voor korte tijd) ook Jorien als enige in staat geacht om Klassen voorbij te gaan op de wereldranglijst (bij Wüst, Sablikova, Schouten eigenlijk nooit, hooguit bij Takagi)
en 3000m
Helemaal onmogelijk was het niet, maar de kans dat het op allemaal zou lukken was wel heel klein. Ter Mors was de snelste bij de WB in Berlijn op de 3k, maar ze had kwartetstart en Sábliková was maar 0.02 langzamer in de a-groep. Verder reed ze maar twee keer een 3 kilometer, tweede achter Wüst op het NK in oktober en een mindere toen ze kennelijk ziek was op het OKT. Daar kun je weinig uit concluderen.en 3000m
de sprong van 2004-2005 naar 2005-2006 is toch nog veel groter? (8.15)Dit is een overzicht van de top 10 snelste tijden ooit gereden op de tien kilometer na elk seizoen sinds 1997-1998. Je ziet de gemiddelde tijd van de top tien, de tiende snelste tijd, en het land van de schaatsers die die tijden gereden hebben. Wat vooral opvalt is dat de Nederlanders heel dominant waren in het midden van de jaren 10, maar dat dat nu echt weg aan het vloeien is. Geen enkele Nederlander in de top 6 snelste tijden is voor het eerst sinds niet alleen het begin van deze lijst, maar zelfs sinds 1985-1986, toen Medeo nog domineerde en Gerard Kemkers de beste Nederlander was met de 9e tijd ooit.
Wat me ook opvalt is dat de sprong in de gemiddelde van de tien snelste tijden van vorig seizoen naar nu, 2.87 seconden, de grootste sprong is sinds 2006-2007, toen Kramer in zijn eerste topjaar keihard huishield.
Bekijk bijlage 6391
Dat klopt, daarom zei ik ook "de grootste sprong sinds 2006-2007". Ter vergelijking: In het klapschaatsjaar ging het gemiddelde van 13:44.57 naar 13:25.15, een sprong van bijna 20 seconden.de sprong van 2004-2005 naar 2005-2006 is toch nog veel groter? (8.15)
2005-2006 is niet te vergelijken met het klapschaatsjaar, 2005-2006 en 2006-2007 wel. Dus waarom 2006-2007 ("toen Kramer in zijn eerste topjaar keihard huishield")? Wie hield(en) er dan wel niet huis in 2005-2006?Dat klopt, daarom zei ik ook "de grootste sprong sinds 2006-2007". Ter vergelijking: In het klapschaatsjaar ging het gemiddelde van 13:44.57 naar 13:25.15, een sprong van bijna 20 seconden.
We zouden het misschien wensen, maar volgens mij moeten een paar Zweedse vlaggetjes in de meest recente jaren Noorse vlaggetjes wordenDit is een overzicht van de top 10 snelste tijden ooit gereden op de tien kilometer na elk seizoen sinds 1997-1998. Je ziet de gemiddelde tijd van de top tien, de tiende snelste tijd, en het land van de schaatsers die die tijden gereden hebben. Wat vooral opvalt is dat de Nederlanders heel dominant waren in het midden van de jaren 10, maar dat dat nu echt weg aan het vloeien is. Geen enkele Nederlander in de top 6 snelste tijden is voor het eerst sinds niet alleen het begin van deze lijst, maar zelfs sinds 1985-1986, toen Medeo nog domineerde en Gerard Kemkers de beste Nederlander was met de 9e tijd ooit.
Wat me ook opvalt is dat de sprong in de gemiddelde van de tien snelste tijden van vorig seizoen naar nu, 2.87 seconden, de grootste sprong is sinds 2006-2007, toen Kramer in zijn eerste topjaar keihard huishield.
Bekijk bijlage 6391
In seizoen 05-06 ging alles ineens harder op veel afstanden, vooral de langere. Dat kan deels verklaard worden doordat de lange afstanden voor het eerst sinds 01-02 op hoogte werden gereden, maar ook op zeeniveau ging het heel hard, voornamelijk op de 10 kilometer. Een verklaring daarvoor heb ik niet.2005-2006 is niet te vergelijken met het klapschaatsjaar, 2005-2006 en 2006-2007 wel. Dus waarom 2006-2007 ("toen Kramer in zijn eerste topjaar keihard huishield")? Wie hield(en) er dan wel niet huis in 2005-2006?
Dit was vooral vroeger zo. Toen waren marathonschaatsers amateurs die een paar keer in de week trainden. Als er dan een keer een langebaner als gast een keer meereed, deed die vaak ook meteen mee voor de overwinning. Ik herinner met dat van Bart Veldkamp. Dat is nu echt anders. Het niveau in de breedte is enorm omhoog geschoten. Je kunt nu niet 'afbouwen' in de marathon, zoals dat vroeger wel kon.Ja, maar dat heeft mijns inziens te maken met het minder competitieve karakter van de marathon. Als marathonschaatser kan je gewoon in het peloton je rondjes draaien en als je goed kan schaatsen en een goede conditie hebt, kan je daar als (oud-)topschaatser wel in meekomen.
Misschien een rare vraag, maar ik zie regelmatig schaatsers die in de loop van hun carrière hun focus verleggen naar steeds kortere afstanden. Mijn voorbeelden komen met name van de vrouwen.
* Femke Kok was als juniore nog goed op de 1500 meter, nu Koningin 500 meter.
* Karolina Bosiek leek als juniore ook meer allroundster te gaan worden, rijdt nu WK 500 meter.
* Marrit Leenstra was eerder allroundster, reed nog een keer 3000 meter podium op NK afstanden, ging later meer NK en WK sprints rijden. De 1500 bleek haar beste afstand.
* Antoinette de Jong reed jong al op de Olympische Spelen 3000 meter, is tegenwoordig toch meer miler met de 1000 meter als beste (EDIT: tweede beste) afstand.
Opnieuw, rare gedachte, maar sommigen van jullie zijn dol op obscure statistieken dus waarom niet "schaatser met het grootste verschil tussen beste afstand aan het begin en einde van carrière"
P.S. Misschien meer iets om te analyseren voor de laatste paar jaren. Vroeger toen er minder wedstrijden waren, en de wedstrijden vaker buiten, zullen dat soort dingen meer vertekenen door een enkele windvlaag op de Olympische Spelen.