Statistieken en Grafieken

Groenewoud heb ik altijd al een apart geval gevonden. Haar snelste opening ooit op de 1000 meter is 18.40, en dat was bij het WKKT in december 2020 met een superlage luchtdruk. Vaak zat ze rond de 18.7 of 18.8. Ze kwam uit de marathon, kon niet openen op de 1000 meter, en bedenkt dan niet dat ze goeie langere afstanden zou kunnen rijden? Toen ze dat in 22-23 ging doen leek ze stomverbaasd te zijn dat ze dat kon, terwijl ik al jaren dacht dat ze daar beter in zou zijn. Ik vraag me heel erg af waarom ze bij die 1000 meter is gebleven zo lang.
 
Helemaal onmogelijk was het niet, maar de kans dat het op allemaal zou lukken was wel heel klein. Ter Mors was de snelste bij de WB in Berlijn op de 3k, maar ze had kwartetstart en Sábliková was maar 0.02 langzamer in de a-groep. Verder reed ze maar twee keer een 3 kilometer, tweede achter Wüst op het NK in oktober en een mindere toen ze kennelijk ziek was op het OKT. Daar kun je weinig uit concluderen.

En de 1000 meter vind ik misschien nog wel onwaarschijnlijker. Haar snelste dat seizoen was 1:15.59, anderhalve seconde achter de 1:14.02 van Hong Zhang op de OS. Je zou kunnen zeggen dat ze er nooit eentje reed in de vorm van haar OS, maar dan wordt het wel heel veel speculeren.
Speculeren doen we hier op deze site heel veel en dat maakt het best leuk :) Ik zeg ook zeker niet dat ze gegarandeerd 4 x goud had gepakt, maar ze was inderdaad ziek tijdens het OKT en all-round kampioene in 2013 en er zijn er tussen 2007 en 2020 niet zo heel veel die Wüst konden voorblijven op 1500m, 3000m en 5000m in een toernooi. En vergeet niet, ze kwam bijna uit het niets. Wel denk dat haar kansen op de 3km groter waren dan op de 1000m, waarop ze pas vanaf 2016 excelleerde (incl. 500m).
 
Dit is een overzicht van de top 10 snelste tijden ooit gereden op de tien kilometer na elk seizoen sinds 1997-1998. Je ziet de gemiddelde tijd van de top tien, de tiende snelste tijd, en het land van de schaatsers die die tijden gereden hebben. Wat vooral opvalt is dat de Nederlanders heel dominant waren in het midden van de jaren 10, maar dat dat nu echt weg aan het vloeien is. Geen enkele Nederlander in de top 6 snelste tijden is voor het eerst sinds niet alleen het begin van deze lijst, maar zelfs sinds 1985-1986, toen Medeo nog domineerde en Gerard Kemkers de beste Nederlander was met de 9e tijd ooit.

Wat me ook opvalt is dat de sprong in de gemiddelde van de tien snelste tijden van vorig seizoen naar nu, 2.87 seconden, de grootste sprong is sinds 2006-2007, toen Kramer in zijn eerste topjaar keihard huishield.

Bekijk bijlage 6391
Je hebt twee maal twee opeenvolgende jaren met dezelfde tijden. Maar zal waarschijnlijk weinig andere vlaggen geven
 
Ik vind het echt fascinerend dat Marcel statistisch kan onderbouwen dat het het spannendste WK afstanden ooit was. Het verschil tussen 1 en 3 was gemiddeld meer dan 30 procent kleiner dan bij het vorige WK met de kleinste verschillen, en waar de winnende tijden tegenvallen, zijn de tijden op plek 10 beter dan ooit op laagland
 
Groenewoud heb ik altijd al een apart geval gevonden. .... Ze kwam uit de marathon, ...
Misschien heb ik even last van Herbert - marathon marathon marathon - Dijkstra jeuk en lees ik je daardoor verkeerd, maar Groenewoud komt - net als Douwe de Vries destijds - helemaal niet uit de marathon. In ieder geval niet zoals Jorrit Bergsma bijvoorbeeld. Ze schaatst al op de langebaan vanaf haar elfde, reed tussen 2014 en 2018 gewoon 5x op rij het NK Junioren, was toen (6e, 5e, 4e) nog net niet goed genoeg en is toen als neo-senior marathons gaan rijden. Van daaruit boekte ze ook weer meer succes op de langebaan.

Overigens was ze als junior beter op de korte afstanden. Als B2 junior werd ze 9e op de 500 en 21e op de 1500 bij het NK. Als A1 reed ze zelfs het NK Sprint i.p.v. het NK Allround. En als A2 werd ze 6e op de 500 in 39.88 en 8e op de 3000 in 4.37.19. Ter vergelijking; ze zat daar op de 500 meter veel dichter op Jutta Leerdam (39.28) dan op de 3km (4.18.81).
 
Misschien heb ik even last van Herbert - marathon marathon marathon - Dijkstra jeuk en lees ik je daardoor verkeerd, maar Groenewoud komt - net als Douwe de Vries destijds - helemaal niet uit de marathon. In ieder geval niet zoals Jorrit Bergsma bijvoorbeeld. Ze schaatst al op de langebaan vanaf haar elfde, reed tussen 2014 en 2018 gewoon 5x op rij het NK Junioren, was toen (6e, 5e, 4e) nog net niet goed genoeg en is toen als neo-senior marathons gaan rijden. Van daaruit boekte ze ook weer meer succes op de langebaan.

Overigens was ze als junior beter op de korte afstanden. Als B2 junior werd ze 9e op de 500 en 21e op de 1500 bij het NK. Als A1 reed ze zelfs het NK Sprint i.p.v. het NK Allround. En als A2 werd ze 6e op de 500 in 39.88 en 8e op de 3000 in 4.37.19. Ter vergelijking; ze zat daar op de 500 meter veel dichter op Jutta Leerdam (39.28) dan op de 3km (4.18.81).

Goede toevoeging. Ik denk dat je als junior vaak al een keuze maakt van welke afstanden je liggen en dat je daar op voortborduurt. Zoals voetballers die als junior vaak in de verdediging worden gezet, ook verdedigers blijven. Goede coaches durven ze om te turnen, zoals Van Gaal ooit bij Winston Bogarde deed. Zo turnde Anema Groenewoud om.

Door marathons te schaatsen wordt je duurvermogen natuurlijk ook vanzelf groter. Douwe de Vries is wel een goed voorbeeld. Was een 1500-meter man. Ging marathons rijden. Werd zelfs houder van het werelduurrecord. Ook Cedric Michaud en KC Boutiette waren 1500-metermannen voordat ze marathons gingen rijden en werden daarna meer stayerstypes.
 
De vrouwen zijn de mannen nu echt voorbij. Met 10 keer goud alleen al op klassieke afstanden (3x Kok, 3x Beune, 2x Schouten, Rijpma-de Jong, Leerdam) doen de vrouwen het ontzettend goed op het WK afstanden de afgelopen 3 jaar. De mannen presteren met 4 keer goud (2x Roest, De Boo, Wennemars) statistisch gezien het zwakst sinds de invoering van het WK afstanden. Hoe ziet dat eruit in een grafiek?

Hier zie je per Olympische cyclus het aantal keer goud voor Nederland op het WK afstanden uitgesplitst naar mannen en vrouwen. De 3 keer goud voor de vrouwen in de periode 2006-2010 is Wüst (WK 1000m 2007, WK 1500m 2007) en Groenewold (WK 3000m 2009). Ik tel alleen klassieke afstanden mee, want dan hoef ik niet te corrigeren voor de aanwezigheid van een massastart of zo.
Schermafbeelding 2025-03-19 om 21.43.26.png


Mannen
In de jaren '90 was Nederland niet te verslaan op de lange afstanden en ook op de middenafstanden waren er veel goede schaatsers. In 1999, 2000 en 2001 waren er met drie titels van Romme, twee titels van Postma, evenzoveel gouden medailles voor De Jong en ook nog Bos en Verheijen negen gouden medailles.
Na 2003 kwamen Davis en Hedrick op, en werd de oogst voor Nederland minder. De zes gouden medailles tussen 2006 en 2010 kwamen allemaal van Kramer. In de aanloop naar Sochi kwam Bergsma op en werd Nederland ook weer succesvol op de sprint: Groothuis werd de eerste wereldkampioen 1000m uit Nederland sinds Wennemars 8 jaar eerder. 2017 was een unicum: Nederland won alle afstanden bij de mannen en won daarmee voor het eerst de 500m met Smeekens. Door Nuis ging de 1500m voor het eerst naar Nederlands sinds Wennemars in 2003. In deze periode wordt de 9 gouden medailles van rond de eeuwwisseling geëvenaard.
Daarna verdwijnt de heerschappij op de lange afstanden. Nederland verliest voor het eerst 10 kilometers op een WK. Op de middenafstanden houdt Nederland de touwtjes in handen met Nuis, Krol en Verbij. Na 2022 kon alleen Roest nog voor goud zorgen en declasseerde Stolz de Nederlandse concurrentie, totdat de verhoudingen dit weekend wat veranderden: goud voor De Boo (21) en Wennemars (22).
Het beeld dat het mannenschaatsen internationaler is dan ooit, klopt dus eigenlijk wel, in elk geval sinds halverwege de jaren '90. Hoe het daarvoor zit, laat ik voor nu aan anderen om te onderzoeken.

Vrouwen
Na het succesvolle eerste WK afstanden bij de vrouwen (2x goud voor Thomas in 1996) zijn de titels schaars. Timmer won de 1000m in 1997 en 1999 en daarna was Barbara de Loor pas de eerste kampioene in 2005. Nu snap ik ook pas goed waarom die titel zo veel tongen losmaakte. Niet alleen omdat het de kroon op de carrière van De Loor was, die vooral heel vaak vierde werd, maar vooral omdat het de eerste Nederlandse vrouw met een WK-afstanden-titel in zes jaar was! Dat kunnen we ons nu niet meer voorstellen.
Wüst zorgde daarna voor de meeste gouden medailles. Van 2007 tot 2015 won Wüst alle Nederlandse gouden medailles, alleen Groenewold won één 3000 meter. Dat maakte haar in 2009 wel de eerste Nederlandse wereldkampioene op die afstand. Ter Mors won in 2016 twee keer goud, de twee edities erna was het weer de beurt aan Wüst. In 2020 won naast Wüst ook Leerdam goud, en in 2021 pakten zowel Rijpma-de Jong als Schouten goud. Schouten werd de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 5km.
Die periode was met vijf keer goud de meest succesvolle in het Nederlandse vrouwenschaatsen tot dusverre, en het bleek een opmaat naar een dominantie in het vrouwenschaatsen die we niet meer hebben gezien sinds het tijdperk van de snelle Duitse vrouwen. Kok won in 2023 voor het eerst de 500 meter en hield niet op met winnen. Beune heeft nu goud op 3 verschillende klassieke afstanden. Schouten won in verschillende jaren nog eens beide lange afstanden en Leerdam en Rijpma waren de beste in Thialf. Verder hebben alleen Takagi (3x), Wiklund en Lollobrigida in deze Olympische cyclus een wereldtitel op een klassieke afstand kunnen behalen. Tien keer goud - een verdubbeling van het vorige record in drie jaar.
De enige keer dat Duitsland zo dominant was, was in de periode 1999-2001, toen Niemann, Pechstein, Garbrecht en Friesinger 11x goud bij elkaar schaatsen.
 
Laatst bewerkt:
In seizoen 05-06 ging alles ineens harder op veel afstanden, vooral de langere. Dat kan deels verklaard worden doordat de lange afstanden voor het eerst sinds 01-02 op hoogte werden gereden, maar ook op zeeniveau ging het heel hard, voornamelijk op de 10 kilometer. Een verklaring daarvoor heb ik niet.

Dit is een grafiek die ik een tijdje geleden gemaakt heb. Hij kijkt naar de tiende tijd voor alle tien de klassieke afstanden na elk seizoen en rekent het gemiddelde aantal punten per afstand uit. In voornamdelijk de overall (blauwe) lijn zie je echt een heel grote sprong van 04-05 naar 05-06. Het leek alsof de ontwikkeling ook op laaglandbanen na 01-02 een beetje stilstond en een paar jaar later ineens weer in gang trok met een twee tijdenrevolutie van de klapschaats.

Bekijk bijlage 6393
Ik denk dat je de trends in deze grafiek nog beter af kan lezen als je een grafiek maakt van de ontwikkeling per jaar. Van 2000 naar 2001 ging het van 38,62 naar 38,48 (zoiets), dus dan zou de grafiek 0,14 moeten weergeven.
 
De vrouwen zijn de mannen nu echt voorbij. Met 10 keer goud alleen al op klassieke afstanden (3x Kok, 3x Beune, 2x Schouten, Rijpma-de Jong, Leerdam) doen de vrouwen het ontzettend goed op het WK afstanden de afgelopen 3 jaar. De mannen presteren met 4 keer goud (2x Roest, De Boo, Wennemars) statistisch gezien het zwakst sinds de invoering van het WK afstanden. Hoe ziet dat eruit in een grafiek?

Hier zie je per Olympische cyclus het aantal keer goud voor Nederland op het WK afstanden uitgesplitst naar mannen en vrouwen. De 3 keer goud voor de vrouwen in de periode 2006-2010 is Wüst (WK 1000m 2007, WK 1500m 2007) en Groenewold (WK 3000m 2009). Ik tel alleen klassieke afstanden mee, want dan hoef ik niet te corrigeren voor de aanwezigheid van een massastart of zo.
Bekijk bijlage 6401


Mannen
In de jaren '90 was Nederland niet te verslaan op de lange afstanden en ook op de middenafstanden waren er veel goede schaatsers. In 1999, 2000 en 2001 waren er met drie titels van Romme, twee titels van Postma, evenzoveel gouden medailles voor De Jong en ook nog Bos en Verheijen negen gouden medailles.
Na 2003 kwamen Davis en Hedrick op, en werd de oogst voor Nederland minder. De zes gouden medailles tussen 2006 en 2010 kwamen allemaal van Kramer. In de aanloop naar Sochi kwam Bergsma op en werd Nederland ook weer succesvol op de sprint: Groothuis werd de eerste wereldkampioen 1000m uit Nederland sinds Wennemars 8 jaar eerder. 2017 was een unicum: Nederland won alle afstanden bij de mannen en won daarmee voor het eerst de 500m met Smeekens. Door Nuis ging de 1500m voor het eerst naar Nederlands sinds Wennemars in 2003. In deze periode wordt de 9 gouden medailles van rond de eeuwwisseling geëvenaard.
Daarna verdwijnt de heerschappij op de lange afstanden. Nederland verliest voor het eerst 10 kilometers op een WK. Op de middenafstanden houdt Nederland de touwtjes in handen met Nuis, Krol en Verbij. Na 2022 kon alleen Roest nog voor goud zorgen en declasseerde Stolz de Nederlandse concurrentie, totdat de verhoudingen dit weekend wat veranderden: goud voor De Boo (21) en Wennemars (22).
Het beeld dat het mannenschaatsen internationaler is dan ooit, klopt dus eigenlijk wel, in elk geval sinds halverwege de jaren '90. Hoe het daarvoor zit, laat ik voor nu aan anderen om te onderzoeken.

Vrouwen
Na het succesvolle eerste WK afstanden bij de vrouwen (2x goud voor Thomas in 1996) zijn de titels schaars. Timmer won de 1000m in 1997 en 1999 en daarna was Barbara de Loor pas de eerste kampioene in 2005. Nu snap ik ook pas goed waarom die titel zo veel tongen losmaakte. Niet alleen omdat het de kroon op de carrière van De Loor was, die vooral heel vaak vierde werd, maar vooral omdat het de eerste Nederlandse vrouw met een WK-afstanden-titel in zes jaar was! Dat kunnen we ons nu niet meer voorstellen.
Wüst zorgde daarna voor de meeste gouden medailles. Van 2007 tot 2015 won Wüst alle Nederlandse gouden medailles, alleen Groenewold won één 3000 meter. Dat maakte haar in 2009 wel de eerste Nederlandse wereldkampioene op die afstand. Ter Mors won in 2016 twee keer goud, de twee edities erna was het weer de beurt aan Wüst. In 2020 won naast Wüst ook Leerdam goud, en in 2021 pakten zowel Rijpma-de Jong als Schouten goud. Schouten werd de eerste Nederlandse wereldkampioene op de 5km.
Die periode was met vijf keer goud de meest succesvolle in het Nederlandse vrouwenschaatsen tot dusverre, en het bleek een opmaat naar een dominantie in het vrouwenschaatsen die we niet meer hebben gezien sinds het tijdperk van de snelle Duitse vrouwen. Kok won in 2023 voor het eerst de 500 meter en hield niet op met winnen. Beune heeft nu goud op 3 verschillende klassieke afstanden. Schouten won in verschillende jaren nog eens beide lange afstanden en Leerdam en Rijpma waren de beste in Thialf. Verder hebben alleen Takagi (3x), Wiklund en Lollobrigida in deze Olympische cyclus een wereldtitel op een klassieke afstand kunnen behalen. Tien keer goud - een verdubbeling van het vorige record in drie jaar.
De enige keer dat Duitsland zo dominant was, was in de periode 1999-2001, toen Niemann, Pechstein, Garbrecht en Friesinger 11x goud bij elkaar schaatsen.
Of te wel: de beter geworden Nederlandse vrouwen zijn de minder geworden buitenlandse vrouwen voorbij én, tegelijkertijd, de beter geworden buitenlandse mannen zijn de minder geworden Nederlandse mannen voorbij.
 
Laatst bewerkt:
Of te wel: de beter geworden Nederlandse vrouwen zijn de minder geworden buitenlandse vouwen voorbij én, tegelijkertijd, de beter geworden buitenlandse mannen zijn de minder geworden Nederlandse mannen voorbij.
Goed te zien als je naar de titelverdeling (op OS en WSD gezamenlijk) van dames en heren kijkt. Ik heb hier 5-jaar en 10-jaar- intervallen genomen, waarbij ik de OS en WSD in 1998 als aparte events in de intervallen meeneem. De laatste jaren zijn de dames de heren voorbij. De heren dalen in de afgelopen 5 jaren en de dames blijven maar stijgen
 

Bijlagen

  • WSD+OS Goud jaarintervallen.png
    WSD+OS Goud jaarintervallen.png
    11,6 KB · Weergaven: 15
Goed te zien als je naar de titelverdeling (op OS en WSD gezamenlijk) van dames en heren kijkt. Ik heb hier 5-jaar en 10-jaar- intervallen genomen, waarbij ik de OS en WSD in 1998 als aparte events in de intervallen meeneem. De laatste jaren zijn de dames de heren voorbij. De heren dalen in de afgelopen 5 jaren en de dames blijven maar stijgen
Zeer interessante bijlage! Vooral ook omdat ie begint bij de invoering van het WK Afstanden die 'toevallig' ook samenviel met de komst van de professionele ploegen in Nederland. Even voor de zekerheid;

1: Zie ik nou goed dat de dames de heren niet alleen voorbij zijn, maar nu ook beter scoren (40-36 en 25-21) dan de heren ooit hebben gedaan?

2: Zie ik hier nu ook goed dat wanneer je de mannen en vrouwen bij elkaar optelt Nederland gewoon in een stijgende lijn zit? Van rond de 30x Goud in 10 jaar in het begin naar meer dan 60x Goud nu? En bij de 5 jaar van onder de 20 naar halverwege de 30? En is dit dan inclusief Massa Start en TP of alleen de klassieke 5 afstanden?
 
1: Zie ik nou goed dat de dames de heren niet alleen voorbij zijn, maar nu ook beter scoren (40-36 en 25-21) dan de heren ooit hebben gedaan?
Dat kwam ook al in mijn statistiek naar voren over de laatste 3 jaar WK afstanden. De Nederlandse dames doen het extreem goed.
 
Zeer interessante bijlage! Vooral ook omdat ie begint bij de invoering van het WK Afstanden die 'toevallig' ook samenviel met de komst van de professionele ploegen in Nederland. Even voor de zekerheid;

1: Zie ik nou goed dat de dames de heren niet alleen voorbij zijn, maar nu ook beter scoren (40-36 en 25-21) dan de heren ooit hebben gedaan?

2: Zie ik hier nu ook goed dat wanneer je de mannen en vrouwen bij elkaar optelt Nederland gewoon in een stijgende lijn zit? Van rond de 30x Goud in 10 jaar in het begin naar meer dan 60x Goud nu? En bij de 5 jaar van onder de 20 naar halverwege de 30? En is dit dan inclusief Massa Start en TP of alleen de klassieke 5 afstanden?
Vanaf 1996 WK afstanden, dus elk jaar een toernooi en incl. alle onderdelen. Dat vertekent natuurlijk wel. De laatste 10 jaar bij de dames 4 x TS, 5 x TP en 6 x MS, bij de heren 2 x TS, 6 x TP en 1 x MS, maar geef de dames nog twee jaar en dan verslaan ze de heren ook op de traditionele afstanden
 
Ik ben bij de dames heel benieuwd wie er weer een nieuwe standaard (buiten Thialf) gaat zetten. Schouten zette als laatste een nieuwe standaard op een afstand, en op de andere afstanden is het al even gestagneerd. Wie gaat er voor het eerst net zoals bijvoorbeeld Kodaira consequent harder rijden dan de rest en voorheen? Dat zou zomaar wel eens Kok kunnen zijn komend seizoen, maar ook Wiklund of Beune op hun afstanden. En het zou ook nog een aantal jaar kunnen duren voordat we het weer krijgen.

Het gaat vaak in golven. Bij de mannen zetten mannen als Wotherspoon, Davis, en Kramer een nieuwe standaard tussen 2007 en 2010, en daarna stond het een tijdje stil en werd er minder hard gereden. Bergsma en Kramer gingen vervolgens in 2014 weer harder rijden op de 10k en daarna kregen we Yuskov en Kulizhnikov op de korte afstanden.
 
Laatst bewerkt:
Ik ben bij de dames heel benieuwd wie er weer een nieuwe standaard (buiten Thialf) gaat zetten. Schouten zette als laatste een nieuwe standaard op een afstand, en op de andere afstanden is het al even gestagneerd. Wie gaat er voor het eerst net zoals bijvoorbeeld Kodaira consequent harder rijden dan de rest en voorheen? Dat zou zomaar wel eens Kok kunnen zijn komend seizoen, maar ook Wiklund of Beune op hun afstanden. En het zou ook nog een aantal jaar kunnen duren voordat het weer krijgen.

Het gaat vaak in golven. Bij de mannen zetten mannen als Wotherspoon, Davis, en Kramer een nieuwe standaard tussen 2007 en 2010, en daarna stond het een tijdje stil en werd er minder hard gereden. Bergsma en Kramer dingen vervolgens in 2014 weer harder rijden op de 10k en daarna kregen we Yuskov en Kulizhnikov op de korte afstanden.

De 6-minuten grens is echt rijp voor de sloop. De 6.03 uit 2007 was eigenlijk z'n tijd ver vooruit, maar ik kan me eigenlijk niet anders voorstellen dan dat er in het Noord-Amerikaanse weekend november 2025 eindelijk een 5.5X op de klokken komt. Bij deze afstand zouden in potentie ook meerdere rijders dit kunnen.

Verder: Stolz onder de 1.40 zou kunnen, maar Nuis heeft wel een punt dat Stolz de afstand te conservatief rijdt om het zo maar uit zn mouw te schudden. Ik zie Stolz eerder in de 1.04 rijden (16.1 - 23. 9 - 24.9, zoiets).

Bij de dames: Beune zou toch onder de 1.50 en 3.52 moeten kunnen. Maar dan moet ze weer aan haar snelheid werken (hoe kan ze als *junior* ooit al 38.69 hebben gereden??).
 
Als Beune onder de 1:50 wil dan kan ze in de slotronde pakken. Het WR is 24.74 - 26.95 - 27.97 - 30.17. In Milwaukee opende Beune 25.30, dus laten we dat als opening nemen. Een schema van 25.30 - 27.10 - 27.95 - 29.45 is genoeg, en dat voelt niet eens onredelijk aan.
 
Laatst bewerkt:
Leuk feitje: Voor dit seizoen waren er 2367 schaatsers met een profiel op de ISU liveresults site, en daar zijn er dit seizoen nog 160 nieuwe bij gekomen.

Ook zijn er een aantal schaatsers waarvan de ISU het nodig vond de spelling te veranderen. Bij sommige is dat omdat ze getrouwd zijn, maar bij anderen is het puur spelling en dat is ontzettend irritant want er zit geen logica achter. Van wel een streepje naar geen streepje bij sommige Koreanen, en van geen streepje naar wel een streepje bij andere Koreanen.

Het meest idiote is nog wel de drie Yu(-)na's. Ze hebben de spelling van de Koreaanse Yu-Na Jeong gefikst, maar dat is waarschijnlijk met een "zoek en vervang" commando over de hele database gegaan en nu hebben de twee Japanse Yuna's ook een streepje terwijl dat niet hoort.

Trofimov is ook een leuke. Daar is dit jaar natuurlijk niets bij veranderd, maar bij zijn drie profielen (Russia, RSU, Russian Olympic Committee) gebruiken ze twee verschillende spellingen van zijn voornaam: Sergei en Sergey.

1742832342508.png

Tot zover mijn irritaties van het matchen van namen bij het aanleggen van een database.
 
Laatst bewerkt:
Dit is echt zo ontzettend irritant. Op SSN kunnen ze er ook wat van en lijken ze gewoon alles in hun database te importeren zonder controle. Dus als er iets verandert in de spelling passen ze de naam gewoon aan zo lijkt het. Volgens mij is het vooral mis gegaan na de eerste World Cup van vorig seizoen in Obihiro. Min Kyu Cha zonder streepje ertussen blijven ze ijzerenheinig volhouden, net zoals Albertus (Bart) Hoolwerf ondanks dat ik ze al tig keer heb bericht dat echt niemand in Nederland hem Albertus (een ouderwetse naam) noemt.

Op SSR lijken ze het een stuk beter te doen trouwens.
 
Back
Top