Statistieken en Grafieken

Ik heb de progressie van de "snelste langzaamste ronde" sinds 97-98 voor de lange afstanden bij de mannen inmiddels klaar. Het begint met de snelste voor de klapschaats (2x Koss) en gaat vanaf daar naar beneden. Het zou kunnen dat er iets ontbreekt van de eerste paar klapschaatsjaren omdat ik niet de rondetijden van alle snelle tijden heb.

Op de 10000 meter was het Romme die als eerste van het podium reed in Nagano en dus direct het record pakte. Vier jaar later was Uytdehaage de eerste die alle rondjes onder de 32 seconden wist te rijden, en Kramer was in 2007 de eerste met alle rondes onder de 31 seconden. We zitten nu te wachten op de eerste die alles onder de 30 seconden rijdt, en Ghiotto was heel dichtbij tijdens zijn 12:26.30. Hij had drie 30ers: 30.15, 30.19, en 30.02.

upload_2025-1-6_22-28-23.png


En dit is de 5 kilometer. Koss reed bijna alles onder de 32, maar het was wachten op Bob de Jong die het als eerste deed, al was een paar ritten later Romme alweer sneller. Romme reed vervolgens ook als eerste alles onder de 31 seconden. Bob de Jong ging als eerste helemaal onder de halve minuut, maar wederom was het van korte duur, dit keer was Hedrick de schuldige. Het is daarna lang wachten tot de eerste die alles onder de 29 seconden weet te rijden, maar in 2017 doet Bloemen het uiteindelijk toch. Net zoals op de 10 kilometer heeft Van der Poel nu het record.

upload_2025-1-6_22-36-20.png
 
De lange afstanden vrouwen heb ik inmiddels ook klaar. Hier zien we twee keer dezelfde vier namen: Niemann, Pechstein, Sáblíková, en Schouten. Op de 5 kilometer begint met de magische 7:03 van Niemann in Calgary in 1994, en vervolgens gaat ze zelf voor het eerst alles onder de 34 seconden rijden. Pechstein rijdt op de OS 2002 supersnel en supervlak en zet een langzaamste ronde van 32.48 neer, een record dat bijna 17 jaar zou blijven staan. Pas in 2019 gaat Sáblíková daaronder, en een maand later breekt ze bijna de 32 seconden barrière. Dat het zo lang stond is op zich wel logisch als je bedenkt dat Pechstein vaak vlak rijdt en dat na seizoen 17-18 haar 6:46.91 nog steeds de vierde tijd ooit was. In 2023 rijdt Schouten een super 5 kilometer met alleen maar 31ers, en met haar reputatie zal de slotronde dat ook wel worden. Helaas, net niet. Schouten is ook een keer moe en haar slotronde van 32.01 is de enige boven de 32 seconden.

upload_2025-1-7_11-34-53.png


Op de 3 kilometer is de volgorde van de namen ook nog eens hetzelfde. Niemann brengt het voor het eerst onder de 33 seconden, Pechstein onder de 32, Sáblíková net niet onder de 31, voordat Schouten dat wel doet een paar jaar later. Ook hier stond het record heel lang voordat Sáblíková het in 2019 verbrak. Dat is op zich niet zo gek, want van seizoen 08-09 t/m seizoen 17-18 werd er maar vijf keer een nieuwe top 10 tijd gereden. Drie keer in seizoen 09-10, eentje in 10-11, en eentje in 14-15. Op laagland ging het hard met bijvoorbeeld Wüsts 3:58.68 in 2013, maar op hoogte bleven de 3:55's van Sáblíková en Groenewold, en al helemaal de 3:53 van Klassen, heel lang praktisch onaangeroerd. We zien in deze twee lijstjes goed dat het niveau van de vrouwen op de lange afstand heel erg hoog was in het begin van de klapschaats en daarna lang behoorlijk heeft stilgestaan.

upload_2025-1-7_11-37-59.png
 
Laatst bewerkt:
De mannen 1500 en 1000 meter! Koss reed een bijzonder vlakke rit in Hamar en hij dus meer dan drie jaar lang de snelste langzaamste ronde op alle drie de langste afstanden in handen. Op de 1500 meter en 1000 meter is dat in alle gevallen ook gewoon de snelste slotronde. Jan Bos gaat als eerste onder de 29 seconden met een supertijd, gereden precies een dag voordat Ids Postma zijn ruim een seconde langzamere officiële wereldrecord van 1:49.81 reed. Sondral evenaart dat en brent het vervolgens als eerste onder de 28 seconden. Het is Arne dankers die het onder de 27.5 brent in een rit met een opening van 25.00, en komt de slotrondelegende Enrico Fabris er aan te pas. Die 26.61 was in een praktisch volledig vlakke rit met in totaal maar 0.19 seconde verval. Het is best bijzonder dat de snelste slotronde is gereden bij een tijd 3.5 seconden boven het wereldrecord. Daarvoor zat het nooit meer dan 2 seconden boven het WR, maar niemand heeft sindsdien zo'n vlakke snellere race gereden.

upload_2025-1-7_19-47-8.png


Op de 1000 meter is het record wat vaker gebroken met wel 19 keer. Het begint met Jan Bos en wordt dan door een aantal verschillende schaatsers omlaag gehaald. Sondral gaat als eerste onder de 27 en flink ook, en hij is met 26.00 heel erg dicht bij de eerste onder de 26 seconden. Shani Davis doet dat wel en gaat ook als eerste onder de 25.5. Even komt Marsicano tussendoor, maar net zoals zijn eindtijd wereldrecord overleeft het de rit van Davis er vlak na niet. Met Hansen krijgen we nog een Amerikaan, en nadat het even naar Yuskov is gegaan krijgen we met Stolz alweer een andere Amerikaan. Stolz reed in zijn rit zowel de snelste openingsronde als snelste slotronde ooit, en met 16.12 ook een supersnelle opening. De vraag is: Gaat Stolz een keer twee rondjes 24 rijden (of 23 en 24)?

upload_2025-1-7_19-55-25.png
 
En dan ook de vrouwen maar als we toch bezig zijn. Enke reed bijzonder vlak in Medeo en net zoals haar wereldrecord staat ook dit record slotronde nog als de klapschaats er komt. We zien hier ook Niemann en Pechstein net zoals op de langste afstanden, maar het is de derde Duitser die het als eerste onder de 31 brengt: Friesinger. Jorien ter Mors rijdt een heel erg bijzondere 1500 meter Kolomna op het WK 2016 en pakt zowaar op een laaglandbaan het record voor de snelste slotronde. Het was net niet onder de 30 seconden, maar die 30.01 staan vandaag de dag nog wel als snelste laagland slotronde ooit gereden. Het 1500 meter powerhouse Miho Takagi rijdt daarna als eerste alle rondes onder de 30 seconden en verbluft in Calgary met een baanrecord van 1:50.33 door een bizarre slotronde van 29.25 te rijden.

upload_2025-1-7_20-0-23.png


Net zoals bij de mannen heb ik op de 1000 meter 19 verbeteringen kunnen vinden, en net zoals op de 1500 meter begint het met Karin Enke. Bij de eerste wereldbeker in Calgary krijgt en verliest Timmer het record twee keer, net zoals Franziska Schenk die twee dagen het wereldrecord op de 1000 meter twee keer pakte en later verloor. Timmer is wel de eerste onder de 30 en onder de 29 seconden, maar het is Chris Witty die in deze jaren de snelste slotrondes rijdt en drie keer achter elkaar het record van iemand afpakt die het nog maar een paar minuten had. Simionato gaat als eerste onder de 28.5 seconden, en Ter Mors zijn we hier terug als eerste onder de 28 seconden. Bij de superwereldbekerfinale van 2019 rijden er drie dames 1:11, en het is ook op deze afstand Takagi die de snelste slotronde rijdt met 27.53. Haar wereldrecord raakte ze de volgende rit kwijt aan Bowe, maar het record voor de slotronde niet.

upload_2025-1-7_20-4-18.png
 
Als laatste ook nog even de snelste langzaamste ronde op de 500 meter, wat dus gewoon de snelste ronde is, en vaak ook nog de snelste ronde ooit gereden over alle afstanden. Deze lijsten waren daarom ook vrij simpel omdat ik de progressie van de snelste ronde al heb. Bij de mannen zijn er toch redelijk wat rondes gereden die wel de snelste waren op de 500 en niet overall, en die heb ik hier met een asterisk* gemarkeerd. De 25.01 was al verslagen door een 25.00 van Wotherspoon op de 1000 meter, de 24.87 t/m 24.75 liepen achter op een 24.79, 24.71, en 24.67 van Wotherspoon en Van Velde, en de 24.38 was nog langzamer dan de befaamde 24.32 van Wotherspoon.

upload_2025-1-7_23-56-56.png


De lijst bij de vrouwen is de langste van allemaal, vooral omdat LeMay het record constant met heel erg kleine beetjes verbrak, maar Zhang en Lee konden er ook wat van. Hier zien we geen enkele asterisk. Nesbitt reed op haar eerste 1000 meter van het WK sprint wel de snelste ronde ooit met 26.67, maar die heeft geen 500 meter ronde in de weg gezeten. Klassen is een erg interessante naam hier. Hoezo rijdt de wereldrecordhouder op de 3 kilometer de snelste ronde ooit? Sang-Hwa Lee reed bij haar 36.36 een combinatie van de snelste opening ooit en de snelste ronde ooit, en ook nu is 26.2 nog een erg sterke ronde. Zhong ging er onderdoor met die legendarische 25.93.

upload_2025-1-8_0-2-5.png
 
En dat waren ze allemaal! Het was een leuk project en ik zal men op de hoogte houden als hier een record van wordt gebroken.

Nog even een geinige statistiek hierover. Ik noem hier de hoeveelste snelste tijd ooit de tijd van de snelste langzaamste ronde per afstand is.

Vrouwen
500m: 8
1000m: 2
1500m: 4
3000m: 6
5000m: 3

Mannen
500m: 1
1000m: 1
1500m: 227
5000m: 1
10000m: 3

Eentje is iets anders dan de rest, dus ik zou zeggen dat die 26.61 van Fabris er eigenlijk wel dik aan moet kunnen.
 
Uit de 500 meter lijsten haal ik twee dingen:
- de vooruitgang met de klapschaats na 97-98 was 25.23/25.94 = 2.74% bij de heren en 27.19/28.23 = 3.68% bij de dames. Bij de dames is het iets minder (3.4%) vanwege de lagere luchtdruk bij de tijd van Lemay (-17 punten) t.o.v. Blair, bij de heren was die vergelijkbaar. Dat klopt met de schattingen destijds van 3-4%, ofwel ongeveer 1 seconde per ronde.
- Klassen (?!) de snelste ronde in 26.74. Om niet in de lijst te komen had ze 26.88 moeten rijden. Dat is 0.52% langzamer. Of bij Garbrecht 26.91. Op de opening is er nauwelijks tijdwinst bij betere omstandigheden, dus dan zou ze rond de 37.70 hebben gezet met de eindtijd. Dat past al beter bij de tijden uit die tijd, iig zou het geen winst meer geweest zijn in de World Cup SLC: plek 3 op de eerste en plek 5 op de tweede.
 
Wow, mooi dat je dit zo snel deed! Heb je ook de huidige top-10 “min-max” per afstand?
Op de drie korte afstanden heb ik de top 10 slotrondes per afstand al, en voor de lange afstanden kan ik ze makkelijk genereren met mijn rondetijden database. Eerst de vrouwen.

Op de 500 meter is het gewoon een stel bijzonder snelle rondes, weinig bijzonders. Wat wel interessant is is dat de laatste hier in de lijst uit 2020 komt, toch al weer een paar jaar geleden. Dat is de zoveelste afspiegeling van dat het 500m niveau niet heel hoog is op het moment.

upload_2025-1-8_11-45-7.png


Op de 1000 meter zien we wel een paar recentere tijden, met een 27.75 van Takagi die toen weer 1:11 reed, en een bizarre 27.88 van Groenewoud in Heerenveen toen ze op de een of andere manier 1:13 reed.

upload_2025-1-8_11-45-18.png


Op de 1500 meter hebben we stayers Schouten en Weidemann, maar Takagi komt het vaakste voor met vier noteringen in de top 10. Wel bijzonder dat vier van de snelste slotrondes van dezelfde wedstrijd komen: WB3 21-22.

upload_2025-1-8_11-46-32.png


Op de 3000 meter is het eindelijk wat anders dan de snelste slotrondes, alhoewel een aantal van deze natuurlijk wel in die lijst voorkomen. Het is drie keer Schouten bovenaan, maar ook Weidemann heeft het voor elkaar gekregen alle rondes onder de 31 seconden te tijden.

upload_2025-1-8_11-47-4.png


En als laatste de 5 kilometer. Schouten bovenaan, gevolgd door drie keer Sáblíková. Ik vind hier vooral het wereldrecord van Voronina een interessante. Ze startte supersnel en ging behoorlijk kapot op het einde, maar toch hield ze net nog vlak genoeg om in deze top 10 te komen.

zaQ7F6i.png
 
Ik kom eens een keer met een heel ander rijtje tijden. Omdat het EK eraan komt en er als vanouds weer geklaagd wordt over het niveau van de mindere deelnemers, duik ik eens in de geschiedenis van de 5km op het EK. Is het nu plots verschrikkelijk gesteld met dat niveau of zijn mindere deelnemers van alle tijden?

Overigens heb je in alle sporten en competities grote verschillen tussen de toppers en de onderkant van de uitslag. Dat is zo in de F1, in het tennis, in de NBA, bij het skispringen, in de Eredivisie, in de Champions League, op het WK Voetbal, in de Tour de France en zeker ook bij de Olympische Spelen. Meestal hoor je daar niet zo veel over. In België zijn ze zelfs trots op Tim de Clerq. En terecht. Dat is een voorbeeldige knecht die ondanks zijn 35 jaar nog nooit een koers heeft gewonnen. Op procyclingstats valt te zien dat hij behoudens 1 jaar (121) nog nooit bij de best scorende 300 wielrenners van het jaar heeft gezeten. Geen topper dus. Zelfs geen subtopper. Maar wel een man die gewoon het respect krijgt dat hij verdiend. Niks geen gezeur.

Maar bij het EK Allround is het altijd weer raak. Altijd weer die focus op die paar mannen die de 5km boven de 7 minuten rijden. De Grote Mart Smeets smulde er volgens mij van om al het zout in zijn keuken mee naar het EK te nemen en helemaal uit te strooien over die 1, 2 of 3 slakken die hij op de 5km kon vinden. Maar die mindere deelnemers geven het EK nu juist een ouderwetse charme. Om dat gewoon eens te vieren, volgt hier een overzicht van 50 jaar minste Goden op de 5km bij het EK. Met nog een kleine blik op de eerste 70 jaar van het EK.

2023 Eitrem wint in 6.12.15. De Zweed Ekensskar rijdt 7.05.91. Verschil 53.76
2021 Roest wint in 6.10.25. De Wit-Rus Bolgov rijdt 6.47.98. Verschil 37.73

2019 Kramer wint in 6.17.66. De Italiaan Galli rijdt 7.00.30. Verschil 42.64
2017 Kramer wint in 6.10.58. De Hongaar Nagy rijdt 7.04.02. Verschil 53.44
2016 Kramer wint in 6.19.17. De Fin Rahnasto rijdt 7.02.48. Verschil 43.31
2015 Kramer wint in 6.17.32. De Zweed Andersson rijdt 7.19.90. Verschil 62.58
2014 Blokhuijsen wint in 6.15.89. De Tsjech Haselberger rijdt 7.02.70. Verschil 46.81
2013 Kramer wint in 6.12.55. De Fin Robert Brandt rijdt 7.03.32. Verschil 50.77
2012 Kramer wint in 6.31.82. De Fin Pulli rijdt 7.24.50. Verschil 52.62
2011 Skobrev wint in 6.30.01. De Fin Räsänen rijdt 7.24.57. Verschil 54.56
2010 Kramer wint in 6.19.78. De Spanjaard Peña Iturría rijdt 7.18.91. Verschil 59.13

2009 Kramer wint in 6.15.76. De Hongaar Szöllösi rijdt 7.24.00. Verschil 68.24
2008 Kramer wint in 6.11.78. De Wit-Rus Smirnov rijdt 7.29.63. Verschil 77.85
2007 Kramer wint in 6.15.65. De Zwitser Hänggi rijdt 7.06.32. Verschil 50.67
2006 Ervik wint in 6.23.33. De Tsjech Vtpil rijdt 7.10.11. Verschil 46.78
2005 Ervik wint in 6.23.40. De Wit-Rus Makovetski rijdt 7.12.49. Verschil 49.09
2004 Verheijen wint in 6.26.43. De Oostenrijker Zoller rijdt 7.14.14. Verschil 47.71
2003 Romme wint in 6.26.72. De Oostenrijker Falger rijdt 7.31.88. Verschil 65.16
2002 Verheijen wint in 6.37.54. De Fin Risto Rosendahl rijdt 7.24.62. Verschil 47.08
2001 Veldkamp wint in 6.33.65. De Roemeen Băcilă rijdt 7.22.12. Verschil 48.46
2000 Ervik wint in 6.30.53. De Tsjech Kramár rijdt 7.35.01. Verschil 64.48

1999 Ervik wint in 6.32.55. De Oekraïner Fomin rijdt 7.11.42. Verschil 38.87
1998 Ritsma wint in 6.57.10. De Zweed Vitén rijdt 7.45.20. Verschil 48.30
1997 Storelid wint in 6.47.21. De Hongaar Baló rijdt 7.31.43. Verschil 44.22
1996 Veldkamp wint in 6.50.77. De Oostenrijker Wolf rijdt 7.32.09. Verschil 41.32
1995 Ritsma wint in 6.49.67. De Zweed Garbell rijdt 7.29.99. Verschil 40.32
1994 Ritsma wint in 6.39.46. De Hongaar Dolp rijdt 7.21.16. Verschil 41.70
1993 Koss wint in 6.38.77. De Fransman Kuentz rijdt 7.29.69. Verschil 50.92
1992 Veldkamp wint in 6.42.03. De Joegoslaaf Čenanović rijdt 8.04.91. Verschil 82.88
1992 Veldkamp wint in 6.42.03. De Hongaar Dolp rijdt 7.32.96. Verschil 50.93
1991 Koss wint in 6.53.28. De Joegoslaaf Mahmutovic rijdt 8.02.24. Verschil 68.96
1991 Koss wint in 6.53.28. De Hongaar Dolp rijdt 7.47.83. Verschil 54.55
1990 Veldkamp wint in 6.45.66. De Joegoslaaf Merdović rijdt 8.09.35. Verschil 83.69
1990 Veldkamp wint in 6.45.66. De Italiaan Monti rijdt 7.37.11. Verschil 51.45

1989 Visser wint in 7.08.41. De Zweed Andersson rijdt 7.52.84. Verschil 44.43
1988 Gustafson wint in 7.12.13. De Joegoslaaf Merdović rijdt 8.30.85. Verschil 78.72
1988 Gustafson wint in 7.12.13. De Belg Blanchart rijdt 8.16.85. Verschil 64.72
1988 Gustafson wint in 7.12.13. De Brit Green rijdt 7.58.05. Verschil 45.92
1987 Karlstad wint in 7.14.77. De Joegoslaaf Merdović rijdt 8.29.27. Verschil 74.50
1987 Karlstad wint in 7.14.77. De Fin Rahnasto rijdt 7.55.65. Verschil 40.88
1986 Mozin wint in 7.10.53. De Joegoslaaf Merdović rijdt 8.12.45. Verschil 61.92
1986 Mozin wint in 7.10.53. De Italiaan Monti rijdt 7.50.62. Verschil 40.09
1985 Vergeer wint in 7.13.40. De Fransman Fagot rijdt 7.53.37. Verschil 39.97
1984 Malkov wint in 7.10.06. De Italiaan Paganin rijdt 7.58.79. Verschil 48.73
1983 Nyland wint in 7.18.08. De Fransman Vernier rijdt 8.15.45. Verschil 57.37
1982 Falk-Larssen wint in 7.04.58. De Fin Savolainen rijdt 7.39.31. Verschil 34.73
1981 Sjøbrend wint in 7.08.88. De Fransman Vernier rijdt 8.01.71. Verschil 52.83
1980 Oxholm wint in 7.07.60. De Spanjaard Gomez rijdt 9.22.73. Verschil 135.13
1980 Oxholm wint in 7.07.60. De Brits Sandys rijdt 7.55.00. Verschil 47.40

1979 Storholt wint in 7.32.56. De Spanjaard Gomez rijdt 9.48.24. Verschil 135.68
1979 Storholt wint in 7.32.56. De Tsjechoslowaak Stepanek rijdt 8.32.41. Verschil 59.85
1978 Stensen wint in 7.19.70. De Spanjaard Gomez rijdt 9.51.43. Verschil 151.73
1978 Stensen wint in 7.19.70. De Brit Sandys rijdt 8.02.71. Verschil 43.01
1977 Storholt wint in 7.23.36. De Pool Zawadzki rijdt 8.08.61. Verschil 45.25
1976 Stensen wint in 7.15.76. De Fransman Chabert rijdt 8.47.94. Verschil 92.18
1976 Stensen wint in 7.15.76. De Tsjechoslowaak Irovsky rijdt 8.43.71. Verschil 87.95
1975 Stensen wint in 7.44.13. De Fransman Tourne rijdt 8.54.48. Verschil 70.35

1965 Maier wint in 7.47.9. De Oost-Duitser Freese rijdt 8.38.8. Verschil 50.90
1955 Ericsson wint in 8.57.2. De Zwitser Rohrbach rijdt 10.21.7. Verschil 84.5 (39 deelnemers)
1955 Ericsson wint in 8.57.2. De Nederlander Paping wordt 30e met 9.38.7. Verschil 41.5
1948 Liaklev wint in 8.40.0. De Tsjechoslowaak Hala rijdt 9.38.00. Verschil 58.00 (op dit EK startte ook 3 Amerikanen en Koreanen)
1935 Wazulek wint in 8.54.6. De Fin Friman rijdt 9.55.6. Verschil 61.00 (Aan dit EK deden 13 Finnen mee)
1925 Polacsek wint in 9.20.8. De Nederlander Kos rijdt 10.47.0. Verschil 86.20 (Aan dit EK deden 11 mannen mee)
1915 Mathisen wint in 9.18.0. De Duitser Kretzer rijdt 10.29.6. Verschil 71.60. (Op dit EK voltooide 5 van de 7 deelnemers de 5km)
1905 Wathén wint in 9.44.0. De Zweed Willnow rijdt 10.43.4. Verschil 59.40.

2025 ...

Het verschil uit 2021 behoort tot de kleinste drie van de afgelopen 50 jaar. In 1982 was het verschil met 34.73 het kleinste. Verder is er niet meteen een overduidelijke trend waar te nemen. Het is absoluut geen uitzondering dat de hekkensluiter op de 5km 40 of 50 seconden trager is dan de winnaar. Hoe het komend weekend uitpakt, hangt waarschijnlijk af van de 5km van Stodola en Thiebault. Die komen aan de start met PR's van 6.54.84 en 6.52.37. Rijden ze die tijden ongeveer, dan blijft het verschil tussen de 40 en 50 tellen. Gaat een van die twee stuk, dan zit een tijd boven de 7 minuten er zeker in en kan het verschil zelfs richting of over de 60 seconden gaan. De laatste keren dat dat gebeurde was in 2015, 2009, 2008, 2003 en 2000. Weten beide heren onder de 6.50 te duiken dan kan het verschil net onder de 40 seconden uitkomen. En dat komt op een EK niet vaak voor. Ook onderaan de tabellen kan het dit weekend alle kanten op.
 
Interessante analyse! De langzaamste tijd is inderdaad hedendaags niet per se trager dan vroeger (relatief), al denk ik dat je voor het volledige plaatje ook naar halverwege het veld met kijken. Ik heb een tijdje terug een tool gemaakt waar mee ik heel makkelijk kan sorteren op de nummer 1, 2, 3, 6, of 10 bij grote wedstrijden sinds 97-98, dus ik heb hem nu even op de 10e plaats van het EK allround 5000m mannen en daarna de 3000m vrouwen gezet.

2021 is de snelste met 6:26.22, en 2023 een van de langzaamste met 6:42.40, zelfs Budapest 2012 had als tiende tijd nog 6:44.64, bijna even snel. Op de 3 kilometer was het twee jaar geleden echt heel erg slecht met 4:27.76. Alleen Helsinki 1998 was langzamer met 4:33. Hieronder is de lijst gesorteerd op de gecombineerde punten van de 5k en 3k tiende plaats. 2021 ruim de snelste, maar 2023 heeft een nare smaak achter gelaten die veel mensen zich nu zullen herinneren. Het is dus vooral één superslecht toernooi in de breedte dat mensen nu zo skeptisch maakt.

upload_2025-1-8_15-9-5.png
 
En dan ook nog even de top 10 snelste langzaamste rondes per afstand voor de mannen. Op de 500 meter niet zoveel bijzonders, behalve de 24.32's van Lorentzen en Stolz. Lorentzen opende 9.97 en kreeg het toch nog voor elkaar zo'n snelle ronde te rijden, en die van Stolz komt gewoon van een laaglandbaan. De laatste keer dat een laaglandbaan in deze top 10 stond is denk ik vlak na de OS 1998 toen Kevin Overland 25.79 had gereden.

upload_2025-1-8_16-12-16.png


Op de 1000 meter is het lekker Amerikaans, met twee Russen en een Nederlander tussendoor. Vijf de deze 10 slotrondes zijn gereden bij een wereldrecordrit, en wel de vijf recentste wereldrecords. Zoals ik eerder al zei is het nu wachten op de eerste persoon die twee rondes onder de 25 seconden weet te schaatsen.

upload_2025-1-8_16-17-38.png


Op de schaatsmijl is het nog steeds Fabris die twee keer bovenaan staat. Waar de vrouwen 1500 meter meerdere bijzonder snelle tijden heeft in deze lijst, gaat het bij de mannen minder hard en zijn het vooral de 5 kilometer specialisten die de snelle slotrondes rijden ipv de 1500 meter specialisten. Fabris was wel een 1500 meter specialist, en destijds waren zijn tijden ook wel snel, maar dat is inmiddels meer dan 15 jaar geleden.

upload_2025-1-8_16-19-35.png


Dan de 5 kilometer. Dit is vooral het terrein van Roest, die hiermee bewijst op veel manieren te kunnen rijden. Het kan snel beginnen, het kan snel eindigen, maar het kan ook gewoon heel erg vlak. Eitrem in Inzell had ik niet verwacht, maar dat was gewoon echt een supervlakke rit.

upload_2025-1-8_16-22-31.png


En als laatste de 10 kilometer, wat vooral het terrain van Van der Poel was. Waar schaatsers als Bergsma en Roest vaak rustig beginnen om daarna af te bouwen deed Van der Poel dat niet en hij begon gewoon op de snelheid die hij 25 rondes lang vol ging houden. Ik ben heel benieuwd wanneer we de eerste rit met alle rondes onder de 30 seconden gaan krijgen.

upload_2025-1-8_16-24-33.png
 
Laatst bewerkt:
Wow, mooi dat je dit zo snel deed!
Ik heb zoveel lijstjes gemaakt dat ik inmiddels heel goed weet waar ik allerlei verschillende dingen kan vinden, en ik kan een deel ook makkelijk genereren uit mijn verschillende databases. Het kost me echt veel minder tijd om zo'n lijstje te maken nu dan zelfs maar een jaar geleden.
 
Interessante analyse! De langzaamste tijd is inderdaad hedendaags niet per se trager dan vroeger (relatief), al denk ik dat je voor het volledige plaatje ook naar halverwege het veld met kijken. Ik heb een tijdje terug een tool gemaakt waar mee ik heel makkelijk kan sorteren op de nummer 1, 2, 3, 6, of 10 bij grote wedstrijden sinds 97-98, dus ik heb hem nu even op de 10e plaats van het EK allround 5000m mannen en daarna de 3000m vrouwen gezet.

2021 is de snelste met 6:26.22, en 2023 een van de langzaamste met 6:42.40, zelfs Budapest 2012 had als tiende tijd nog 6:44.64, bijna even snel. Op de 3 kilometer was het twee jaar geleden echt heel erg slecht met 4:27.76. Alleen Helsinki 1998 was langzamer met 4:33. Hieronder is de lijst gesorteerd op de gecombineerde punten van de 5k en 3k tiende plaats. 2021 ruim de snelste, maar 2023 heeft een nare smaak achter gelaten die veel mensen zich nu zullen herinneren. Het is dus vooral één superslecht toernooi in de breedte dat mensen nu zo skeptisch maakt.

Bekijk bijlage 5983

Dank voor deze toevoeging! Het is duidelijk dat het EK van 2023 niet best was. En dat is een understatement. Ik weet alleen niet zeker of dat nu het enige is wat mensen nu zo sceptisch maakt. Zoals eerder gesteld, herinner ik me talloze EK's waar er in de verslaggeving onnodig diep werd ingegaan op de mindere schaatsers. In het klassementje voor het EK van 2025 wat ik in het EK topic met wat plakband en een schaar aan elkaar heb geplakt, rijdt de nummer 10 bij de heren geloof ik 6.20. Nu kan ik er in mijn enthousiasme erg ver naast zitten en misschien zijn de omstandigheden niet zo goed als ik hoop, maar heel veel trager dan die 6.26 zal de nummer 10 niet gaan. En dat dus zonder Jilek en Loubineaud. Daar is dus geen feitelijke reden om super sceptisch te zijn. Bij de dames heb ik de nummer 10 op 4.12.50 ingeschat. En ook dat is gezien de 4.09 en 4.10 die jouw lijst aanvoeren niet enorm traag ofzo. Nu moet ik wel zeggen dat het bij de dames bij mindere omstandigheden zo richting de 4.15 kan doorschieten.

We gaan het zien! Ik ben van te voren gewoon liever positief dan negatief. Want aan dat laatste heb je gewoon niks. Mijn post was bovenal bedoeld om eens op een ludieke manier in de lange geschiedenis van het EK te duiken. Je kunt ook luchtig naar mindere schaatsers kijken. Zo kwam ik nog wat namen tegen aan wie ik lang niet heb gedacht. Cedric Kuentz is denk ik de beste schaatser die in de afgelopen 50 jaar laatste werd op de 5km bij het EK. Zes jaar later werd hij 4e op de 1500 meter bij het WK Afstanden. Beetje jammer dat de Tsjechische Kramar en de Nederlandse Kramer 'net niet' in dezelfde zin terecht kwamen. Typisch vond ik ook dat Ervik wel 4 keer de 5km won, maar nooit het EK. En we weten weer eens waarom men destijds van de 4 S'en sprak, ook al ontbreek Stenshjemmet hier. Van 1975 tot en met 1983 wonnen de Noren sowieso alle keren de 5km. Dat kun je je als Nederlander nu toch niet meer voorstellen? En dat De Grote Reinier Paping toevallig net in 1955 dertigste werd, vond ik ook een bijzondere ontdekking. En hoe langzaam Stodola of Thiebault misschien ook rijdt, de barre tijden van Gomez en die Joegoslaven liggen ver achter ons. Dat is ook wat waard.
 
Laatst bewerkt:
Dank voor deze toevoeging! Het is duidelijk dat het EK van 2023 niet best was. En dat is een understatement. Ik weet alleen niet zeker of dat nu het enige is wat mensen nu zo sceptisch maakt. Zoals eerder gesteld, herinner ik me talloze EK's waar er in de verslaggeving onnodig diep werd ingegaan op de mindere schaatsers. In het klassementje voor het EK van 2025 wat ik in het EK topic met wat plakband en een schaar aan elkaar heb geplakt, rijdt de nummer 10 bij de heren geloof ik 6.20. Nu kan ik er in mijn enthousiasme erg ver naast zitten en misschien zijn de omstandigheden niet zo goed als ik hoop, maar heel veel trager dan die 6.26 zal de nummer 10 niet gaan. En dat dus zonder Jilek en Loubineaud. Daar is dus geen feitelijke reden om super sceptisch te zijn. Bij de dames heb ik de nummer 10 op 4.12.50 ingeschat. En ook dat is gezien de 4.09 en 4.10 die jouw lijst aanvoeren niet enorm traag ofzo. Nu moet ik wel zeggen dat het bij de dames bij mindere omstandigheden zo richting de 4.15 kan doorschieten.

We gaan het zien! Ik ben van te voren gewoon liever positief dan negatief. Want aan dat laatste heb je gewoon niks. Mijn post was bovenal bedoeld om eens op een ludieke manier in de lange geschiedenis van het EK te duiken. Je kunt ook luchtig naar mindere schaatsers kijken. Zo kwam ik nog wat namen tegen aan wie ik lang niet heb gedacht. Cedric Kuentz is denk ik de beste schaatser die in de afgelopen 50 jaar laatste werd op de 5km bij het EK. Zes jaar later werd hij 4e op de 1500 meter bij het WK Afstanden. Beetje jammer dat de Tsjechische Kramar en de Nederlandse Kramer 'net niet' in dezelfde zin terecht kwamen. Typisch vond ik ook dat Ervik wel 4 keer de 5km won, maar nooit het EK. En we weten weer eens waarom men destijds van de 4 S'en sprak, ook al ontbreek Stenshjemmet hier. Van 1975 tot en met 1983 wonnen de Noren sowieso alle keren de 5km. Dat kun je je als Nederlander nu toch niet meer voorstellen? En dat De Grote Reinier Paping toevallig net in 1955 dertigste werd, vond ik ook een bijzondere ontdekking. En hoe langzaam Stodola of Thiebault misschien ook rijdt, de barre tijden van Gomez en die Joegoslaven liggen ver achter ons. Dat is ook wat waard.
Het is wel zo dat de mannen allround het bestbezette toernooi van de vier is dit weekend, en waarschijnlijk ook wel met enige afstand. Je hebt helemaal gelijk dat er wat teveel geklaagd wordt over de mindere goden op de 5 kilometer nu, en ik hoop dat dat vooral gewoon de teleurstelling is dat de grotere goden zoals Jílek niet meedoen. Gelukkig is Loubineaud er toch weer wel.
 
Ik heb zoveel lijstjes gemaakt dat ik inmiddels heel goed weet waar ik allerlei verschillende dingen kan vinden, en ik kan een deel ook makkelijk genereren uit mijn verschillende databases. Het kost me echt veel minder tijd om zo'n lijstje te maken nu dan zelfs maar een jaar geleden.

De 1500m mannen is dus getransformeerd van allrounders (Koss) naar sprinters (Nuis). Toch vraag ik me af of Nuis niet de plank misslaat dat Stolz de 1500m “lafjes” rijdt. Het zou zo maar kunnen dat Nuis te agressief reed/rijdt en dat Stolz met 23,3-24,4-25,5-26,6=1:39,8 zowel Nuis als Fabris onttroont.
 
Ik kom eens een keer met een heel ander rijtje tijden. Omdat het EK eraan komt en er als vanouds weer geklaagd wordt over het niveau van de mindere deelnemers, duik ik eens in de geschiedenis van de 5km op het EK. Is het nu plots verschrikkelijk gesteld met dat niveau of zijn mindere deelnemers van alle tijden?

Overigens heb je in alle sporten en competities grote verschillen tussen de toppers en de onderkant van de uitslag. Dat is zo in de F1, in het tennis, in de NBA, bij het skispringen, in de Eredivisie, in de Champions League, op het WK Voetbal, in de Tour de France en zeker ook bij de Olympische Spelen. Meestal hoor je daar niet zo veel over. In België zijn ze zelfs trots op Tim de Clerq. En terecht. Dat is een voorbeeldige knecht die ondanks zijn 35 jaar nog nooit een koers heeft gewonnen. Op procyclingstats valt te zien dat hij behoudens 1 jaar (121) nog nooit bij de best scorende 300 wielrenners van het jaar heeft gezeten. Geen topper dus. Zelfs geen subtopper. Maar wel een man die gewoon het respect krijgt dat hij verdiend. Niks geen gezeur.

Maar bij het EK Allround is het altijd weer raak. Altijd weer die focus op die paar mannen die de 5km boven de 7 minuten rijden. De Grote Mart Smeets smulde er volgens mij van om al het zout in zijn keuken mee naar het EK te nemen en helemaal uit te strooien over die 1, 2 of 3 slakken die hij op de 5km kon vinden. Maar die mindere deelnemers geven het EK nu juist een ouderwetse charme. Om dat gewoon eens te vieren, volgt hier een overzicht van 50 jaar minste Goden op de 5km bij het EK. Met nog een kleine blik op de eerste 70 jaar van het EK.

.........

2025 ...

Het verschil uit 2021 behoort tot de kleinste drie van de afgelopen 50 jaar. In 1982 was het verschil met 34.73 het kleinste. Verder is er niet meteen een overduidelijke trend waar te nemen. Het is absoluut geen uitzondering dat de hekkensluiter op de 5km 40 of 50 seconden trager is dan de winnaar. Hoe het komend weekend uitpakt, hangt waarschijnlijk af van de 5km van Stodola en Thiebault. Die komen aan de start met PR's van 6.54.84 en 6.52.37. Rijden ze die tijden ongeveer, dan blijft het verschil tussen de 40 en 50 tellen. Gaat een van die twee stuk, dan zit een tijd boven de 7 minuten er zeker in en kan het verschil zelfs richting of over de 60 seconden gaan. De laatste keren dat dat gebeurde was in 2015, 2009, 2008, 2003 en 2000. Weten beide heren onder de 6.50 te duiken dan kan het verschil net onder de 40 seconden uitkomen. En dat komt op een EK niet vaak voor. Ook onderaan de tabellen kan het dit weekend alle kanten op.

Gomez pakt dus de top-3 (van grootste verschillen)

Eervolle vermelding voor de langzaamste* 70 jaar geleden - 8 jaren later was hij de snelste in een véél specialere wedstrijd.
*) hieruit blijkt 'met val' en dat er toch nog een paar langzamere goden waren: https://nl.wikipedia.org/wiki/Europees_kampioenschap_schaatsen_1955
 
Laatst bewerkt:
Back
Top