Na de wereldrecordregen in SLC raakte ik benieuwd wanneer er voor het eerst een man sneller reed dan de huidige wereldrecords bij de vrouwen. De wereldrecords bij de vrouwen zijn:
500 meter: 36,36, Sang Hwa Lee, 16 november 2013, Salt Lake City.
1000 meter: 1:11,61, Brittany Bowe, 9 maart 2019, Salt Lake City.
1500 meter: 1:49,83, Miho Takagi, 10 maart 2019, Salt Lake City.
3000 meter: 3:52,03, Martina Sábliková, 9 maart 2019, Salt Lake City.
5000 meter: 6:42,01, Martina Sábliková, 3 maart 2019, Calgary.
10000 meter: 13:48,33, Martina Sábliková, 15 maart 2007, Calgary.
Voor de tijden van de mannen heb ik de wereldrecordprogressietabellen van wikipedia gebruikt, dus het zou kunnen dat er in een trainingswedstrijd eerder al sneller gereden is. De enige die ik gecheckt heb is de 1:49,89 van Wennemars als eerste onder de 1:50, maar die is langzamer dan de tijd van Takagi. De eerste keer dat een man sneller reed was:
500 meter: 36,02, Dan Jansen, 20 maart 1993, Calgary.
1000 meter: 1:10,63*, Manabu Horii/Jan Bos, 22 november 1997, Calgary.
1500 meter: 1:49,81*, Ids Postma, 29 november 1997, Berlijn.
3000 meter: 3:48,91*, Bart Veldkamp, 21 maart 1998, Calgary.
5000 meter: 6:41,73, Johan Olav Koss, 9 februari 1991, Heerenveen.
10000 meter: 13:48,20, Tomas Gustavson, 21 februari 1988, Calgary.
De 3000 meter en 10000 meter kunnen een wat vertekend beeld geven want die worden bij de mannen en vrouwen respectievelijk niet vaak gereden. De tijden met een *, de 1000, 1500, en 3000 meter, zijn gereden met de klapschaats. Ik weet niet hoeveel we kunnen zeggen over de kloof in jaar van verbetering (en met of zonder klapschaats) tussen de 500/5000/10000 en 1000/1500/3000, maar het is wel interresant om te zien.