EenBrabander
Well-Known Member
Ik heb even gekeken naar de laaglandbanen, geïnspireerd door de post van @LordMarcel.
Dit zijn de laaglandrecords voor het klapschaatstijdperk.
39.13 Blair, Milwaukee '95
1:18.74 Blair, Hamar '94
2:01.71 Niemann, Hamar '95
4:11.81 Niemann, Hamar '93
7:13.29 Niemann, Hamar '93
15:25.25 Van Gennip, Heerenveen '88
35.91 Shimizu, Hamar '96
1:12.43 Jansen, Hamar '94
1:51.29 Koss, Hamar '94
3:57.52 Koss, Heerenveen '90
6:34.96 Koss, Hamar '94
13:30.55 Koss, Hamar '94
Dit zijn de laaglandrecords op dit moment.
36.94 Kodaira, Gangneung '18
1:13.24 Bowe, Heerenveen '19
1:53.30 Wüst, Heerenveen '19
3:58.11 Sáblíková, Berlijn '16
6:47.47 Visser, Heerenveen '19
14:39.76 Kleibeuker, Heerenveen '06
34.31 Wotherspoon, Hamar '08
34.31 M. Mulder, Heerenveen '13
34.31 Kulizhnikov, Heerenveen '19
1:07.64 Nuis, Heerenveen '17
1:43.36 Yuskov, Heerenveen '15
3:38.64 Kramer, Gangneung '18
6:06.82 Kramer, Gangneung '17
12:38.89 Kramer, Gangneung '17
En dit zijn de verbeteringen.
500 2,19, 5,60%
1000 5,50, 6,99%
1500 8,41, 6,91%
3000 13,70, 5,44%
5000 25,82, 5,96%
10000 45,49, 4,92%
500 1,60, 4,46%
1000 4,79, 6,61%
1500 7,93, 7,13%
3000 18,88, 7,95%
5000 28,14, 7,12%
10000 51,66, 6,37%
De vrouwen hebben dus op de sprintafstanden meer progressie geboekt; vanaf de 1500m hebben de mannen een duidelijk voordeel.
Duidelijk is dat de vooruitgang significant kleiner is dan bij de hooglandbanen; de hypothese van Marcel klopt.
De eerste keer dat een man op laagland sneller reed dan de huidige laaglandrecords bij de vrouwen:
36.55, Nick Thometz, 1987 Heerenveen
1:12.58, Igor Zhelezovski, 1989 Heerenveen
1:52.70, Nikolai Guljajev, 1987 Heerenveen
3:57.72, Johan Olav Koss, 1990 Heerenveen
6:47.01, Leo Visser, 1987 Heerenveen
14:23.59, Tomas Gustafson, 1982 Oslo
Al met al rijden de vrouwen op laagland dus rond de mannen-WR's laagland van 1989, maar op hoogland rond de mannen-WR's van 1994.
Dit zijn de laaglandrecords voor het klapschaatstijdperk.
39.13 Blair, Milwaukee '95
1:18.74 Blair, Hamar '94
2:01.71 Niemann, Hamar '95
4:11.81 Niemann, Hamar '93
7:13.29 Niemann, Hamar '93
15:25.25 Van Gennip, Heerenveen '88
35.91 Shimizu, Hamar '96
1:12.43 Jansen, Hamar '94
1:51.29 Koss, Hamar '94
3:57.52 Koss, Heerenveen '90
6:34.96 Koss, Hamar '94
13:30.55 Koss, Hamar '94
Dit zijn de laaglandrecords op dit moment.
36.94 Kodaira, Gangneung '18
1:13.24 Bowe, Heerenveen '19
1:53.30 Wüst, Heerenveen '19
3:58.11 Sáblíková, Berlijn '16
6:47.47 Visser, Heerenveen '19
14:39.76 Kleibeuker, Heerenveen '06
34.31 Wotherspoon, Hamar '08
34.31 M. Mulder, Heerenveen '13
34.31 Kulizhnikov, Heerenveen '19
1:07.64 Nuis, Heerenveen '17
1:43.36 Yuskov, Heerenveen '15
3:38.64 Kramer, Gangneung '18
6:06.82 Kramer, Gangneung '17
12:38.89 Kramer, Gangneung '17
En dit zijn de verbeteringen.
500 2,19, 5,60%
1000 5,50, 6,99%
1500 8,41, 6,91%
3000 13,70, 5,44%
5000 25,82, 5,96%
10000 45,49, 4,92%
500 1,60, 4,46%
1000 4,79, 6,61%
1500 7,93, 7,13%
3000 18,88, 7,95%
5000 28,14, 7,12%
10000 51,66, 6,37%
De vrouwen hebben dus op de sprintafstanden meer progressie geboekt; vanaf de 1500m hebben de mannen een duidelijk voordeel.
Duidelijk is dat de vooruitgang significant kleiner is dan bij de hooglandbanen; de hypothese van Marcel klopt.
De eerste keer dat een man op laagland sneller reed dan de huidige laaglandrecords bij de vrouwen:
36.55, Nick Thometz, 1987 Heerenveen
1:12.58, Igor Zhelezovski, 1989 Heerenveen
1:52.70, Nikolai Guljajev, 1987 Heerenveen
3:57.72, Johan Olav Koss, 1990 Heerenveen
6:47.01, Leo Visser, 1987 Heerenveen
14:23.59, Tomas Gustafson, 1982 Oslo
Al met al rijden de vrouwen op laagland dus rond de mannen-WR's laagland van 1989, maar op hoogland rond de mannen-WR's van 1994.