Kwalificatie OS 2022

Zullen we al eens heel voorzichtig naar de matrix kijken? Deze WK afstanden speelt daar een grote rol in. De komende wereldbekers zullen hem nog finetunen, maar dit lijkt me de start. Hij is nog ingewikkelder, maar ik denk dat de afstand tot de bronzen medaille een goede benadering is. Dan hebben we:

Dames:
Teampursuit (ca -0,75)
5000-1 (-0,369)
3000-1 (-0,213)
MS-1 (-0,2) (* ik ga uit van 0,1 per plek)
500-1 (-0,17)
1000-1 (-0,085)
3000-2 (0)
5000-2 (0)
MS-2 (0)
1500-1 (0,09)
500-2 (0,16)
1000-2 (0,215)
1500-2 (0,263)
1500-3 (0,406)
3000-3 (0,41)
1000-3 (0,595)
500-3 (1,30)

Heren
1500-1 (-0,58)
1500-2 (-0,46)
10000-1 (-0,444)
5000-1 (-0,297)
1000-1 (-0,255)
TP (ca -0,20)
MS-1 (-0,1)
500-1 (0)
1500-3 (0)
500-2 (0,05)
500-3 (0,07)
5000-2 (0,392)
MS-2 (0,4)
1000-2 (0,44)
10000-2 (0,734)
5000-3 (2,25)
1000-3 DQ

Vooral op de lange afstanden moeten de heren nog flink aan de bak. Voor je het weet, mag Stroetinga nog de 10000 meter rijden :-)
 
Maar dit is dus al niet waar. Wüst heeft dit jaar tussen half december en begin februari 4x een 1500 meter gereden en ze reed 4x onder de 1.55. Ter Mors heeft dit hele seizoen 1x onder de 1.55 gereden, net aan in wereldbeker 1, waar Wüst toen beduidend sneller reed. Wüst heeft ook beide wereldbekers het podium 'gewoon' gehaald. ADJ rijdt vergelijkbare tijden en resultaten, ontzettend constant en uiteindelijk substantieel beter dan Ter Mors dit seizoen deed. De enige race waarin Ter Mors beter was, was helemaal aan het begin bij het NK Afstanden waar ze min of meer per ongeluk won met 1.55...

Je hebt het over 1.54,5, maar dat rijdt Ter Mors dus helemaal niet (meer). De laatste keer dat ze onder de 1.54,5 reed was bij het WCKT in november 2019, en de keer daarvoor was bij het WK in 2016 in Kolomna...


Dan stond haar PR over de 1000 wat te slapjes, dat maakt het mogelijk om er veel vanaf te halen. Het is wel constanter dan ik in mijn hoofd had, dat geef ik toe. Toch is het niet iets waar Ter Mors bang voor hoeft te zijn aangezien zij zelf onder de 1.14.0 heeft gereden - 2x al dit seizoen. En dan nog mág Kok Ter Mors voorbij streven, zolang Schulting dat niet ook doet...

Waarom zou er heel veel rek nodig zijn als je 1.13,70 kan rijden? Het is echt bij lange na geen gegeven dat er drie dames buiten Ter Mors sneller gaan rijden dan die tijd bij het OKT volgend jaar (behoudens de omstandigheden).

Ontzettend vaak. Hoe denk je dat ze ondanks haar 6 wereldbekerstarts in totaal zoveel medailles bij wereld- en olympische kampioenschappen bij elkaar heeft kunnen schaatsen?

Ja, die uitspraak over het niveau is dus onjuist en de daarmee verbonden conclusie over kansen is dus niet ergens op gebaseerd.
Ontzettend vaak? Volgens mij kan ik mij toch herinneren dat Ter Mors op beide spelen niet plaatste en wij na afloop allemaal riepen, als ze zich had geplaatst had ze hier kunnen winnen. 1000 meter in 2014, 1500 in 2018. Kok ontwikkelt zich schrikbarend snel, Schulting doet dat ook, dat bedoel ik met rek, ik denk niet dat Schulting en Kok van plan zijn te stoppen met PR's rijden en eerder dezelfde route als Leerdam gaan volgen. Kan ter Mors nog sneller? Want Kok en Schulting zitten haar allebei nu al op de hielen. Op de 1500 kan een ter Mors in vorm heel hard rijden, het probleem voor haar is dat ze niet in vorm is en dat sinds haar blessure ook amper is geweest.

Als ze fysiek gammel blijft dan zeg ik wel doe de 1000 meter, omdat dit doorgaans minder belastend is, maar als ze fysiek in orde is zie ik de 1500 meter als een realistischer doel. Ik verwacht namelijk niet dat de tijden op de 1500 sneller worden volgend jaar (niet in de subtop althans), op de 1000 meter lijkt mij die kans veel groter. Ook heb je op de 1500 gewoon meer kwakkel figuren, zelfs als we ervan uitgaan dat Wust en ADJ gewoon hun ding doen is die derde plek echt niet vastgespijkerd. Als ik moet kiezen tussen vechten met Kok/Schulting voor de derde plek op de 1000 of met Wijfje/Beune/Schouten op de 1500 dan zou ik op dit moment niet eens twijfelen, 1500 all the way.
 
Je zou sowieso misschien moeten overwegen om de matrix op een wat andere manier aan te vliegen. Toen hij werd ingesteld waren er 4 (3 voor de 5/10) plekken per afstand en stonden er dus 19 plekken in de matrix voor 10 schaatsers. Toen was de kans dus heel groot dat er niet genoeg dubbelaars waren en ging het er vooral om welke subtoppers (3e en 4e plekken) er moesten afvallen. De ploegenachtervolging was destijds niet zo'n probleem met 4 deelnemers op 1500 en 5, waardoor er altijd wel een paar prima ploegenachtervolgingsmensen tussen zaten.

Inmiddels zijn er 9 schaatsers voor 14 plekken en is de kans eigenlijk al heel groot dat voor de klassieke afstanden die hele matrix niet gebruikt hoeft te worden omdat zich toch maar 9 schaatsers plaatsen en áls 'ie gebruikt moet worden zal dat voor 1, hoogstens 2 plekken zijn voor schaatsers die doorgaans niet richting podium zullen gaan. Voor de klassieke afstanden is de matrix dus eigenlijk grotendeels overbodig geworden.

Het probleem van de selectie is nu eigenlijk vooral de teamonderdelen. Wie moeten daar aan meedoen en mogen die schaatsers ten koste gaan van klassieke afstanden? Dat past niet zo lekker in de huidige matrix.

Nu is het voornaamste belang van de matrix om te bepalen welke schaatsers afvallen als er aanwijsplekken worden uitgedeeld voor TP en MS. Het doel van de matrix was echter om niet meer met aanwijsplekken te hoeven werken. De matrix is dus eigenlijk ingehaald door de realiteit en vervult zijn functie niet meer zoals die ooit bedacht was. Hoe dit moet worden opgelost weet ik ook niet, maar het lijkt me niet verkeerd om een keer erover na te denken de matrix hierom op een wat andere manier vorm te geven.
We dreigen nu door de matrix juist weer meer aanwijsplekken te krijgen, tegengesteld effect dus
 
Kok ontwikkelt zich schrikbarend snel, Schulting doet dat ook, dat bedoel ik met rek, ik denk niet dat Schulting en Kok van plan zijn te stoppen met PR's rijden en eerder dezelfde route als Leerdam gaan volgen.

Het valt nog maar te bezien of Schulting nog heel veel beter gaat worden. Vaak zie je bij overstappers vanaf een andere sport dat ze in heel korte tijd heel goed worden en (soms) medailles halen (Ter Mors, Swings, Michael, Lee, Maltais, Mantia), maar als ze eenmaal zijn gearriveerd na een jaar of 2 stagneren al die rijders ook meestal weer. Zeker zolang Schulting langebaan als een bijnummer blijft zien verwacht ik niet dat ze komende jaren nog heel veel extra stappen gaat zetten.
 
Zullen we al eens heel voorzichtig naar de matrix kijken? Deze WK afstanden speelt daar een grote rol in. De komende wereldbekers zullen hem nog finetunen, maar dit lijkt me de start. Hij is nog ingewikkelder, maar ik denk dat de afstand tot de bronzen medaille een goede benadering is. Dan hebben we:

Dames:
Teampursuit (ca -0,75)
5000-1 (-0,369)
3000-1 (-0,213)
MS-1 (-0,2) (* ik ga uit van 0,1 per plek)
500-1 (-0,17)
1000-1 (-0,085)
3000-2 (0)
5000-2 (0)
MS-2 (0)
1500-1 (0,09)
500-2 (0,16)
1000-2 (0,215)
1500-2 (0,263)
1500-3 (0,406)
3000-3 (0,41)
1000-3 (0,595)
500-3 (1,30)

Heren
1500-1 (-0,58)
1500-2 (-0,46)
10000-1 (-0,444)
5000-1 (-0,297)
1000-1 (-0,255)
TP (ca -0,20)
MS-1 (-0,1)
500-1 (0)
1500-3 (0)
500-2 (0,05)
500-3 (0,07)
5000-2 (0,392)
MS-2 (0,4)
1000-2 (0,44)
10000-2 (0,734)
5000-3 (2,25)
1000-3 DQ

Vooral op de lange afstanden moeten de heren nog flink aan de bak. Voor je het weet, mag Stroetinga nog de 10000 meter rijden :)
Hoewel ik mij niet erg in The Matrix verdiept heb, hoe kunnen deze WK Afstanden daar een grote rol in spelen wanneer de Aziatische toppers niet mee hebben gedaan (noch Fish)? Kan zo 10 (vd max 34) beschikbare medailles schelen.
 
Laatst bewerkt:
Het valt nog maar te bezien of Schulting nog heel veel beter gaat worden. Vaak zie je bij overstappers vanaf een andere sport dat ze in heel korte tijd heel goed worden en (soms) medailles halen (Ter Mors, Swings, Michael, Lee, Maltais, Mantia), maar als ze eenmaal zijn gearriveerd na een jaar of 2 stagneren al die rijders ook meestal weer. Zeker zolang Schulting langebaan als een bijnummer blijft zien verwacht ik niet dat ze komende jaren nog heel veel extra stappen gaat zetten.
Zou zomaar kunnen, een groot deel zal afhangen van hoeveel tijd en energie ze erin wil steken. Maar ik weet ook dat Schulting niet dom is, ik geloof niet dat zij haar kostbare tijd aan langebaan besteed (en dit speelde al ver voor corona) als ze niet de intentie heeft om de spelen te halen. Om de spelen te halen weet zij ook dat het harder moet. Persoonlijk denk ik dat als zij bij het okt meedoet ze ook echt serieus meedoet en zich daar ook goed op voorbereid (en ze weet nu ook welke voorbereiding voor haar werkt). Mijn voornaamste punt is eigenlijk ook dat ik het vermoeden heb dat ter Mors zonder topvorm alsnog die 3e plek kan pakken op de 1500, ik denk niet dat dit haar lukt op de 1000 mede vanwege het hoge niveau van onder andere Schulting.
 
Nee. Gekke vraag, hoezo?

Omdat je aangeeft dat het PR van Kok nog niet scherp genoeg stond. (zie onderstaand). En je aangeeft dat er veel ruimte was voor verbetering. En dan vergelijk je haar met Ter Mors die 2x onder de 1.14 heeft gereden. Ik verwacht dat Kok met haar 20 nog wel een sprongetje maakt. Of Ter Mors deze stappen nog maakt waag ik te betwijfelen.


Op de 1000m heeft Kok in 2 maanden ruim een seconde van haar PR afgehaald, ze gaat van
1.16.28 in oktober
naar 1.15.16 in november,
maar 1.14.23 in november,
naar 1.14.10 in december,
naar 1.14.62 in januari,
naar 1.14.07 in januari,
naar 1.14.47 in januari

Dan stond haar PR over de 1000 wat te slapjes, dat maakt het mogelijk om er veel vanaf te halen. Het is wel constanter dan ik in mijn hoofd had, dat geef ik toe. Toch is het niet iets waar Ter Mors bang voor hoeft te zijn aangezien zij zelf onder de 1.14.0 heeft gereden - 2x al dit seizoen. En dan nog mág Kok Ter Mors voorbij streven, zolang Schulting dat niet ook doet...
 
Hoewel ik mij niet erg in The Matrix verdiept heb, hoe kunnen deze WK Afstanden daar een grote rol in spelen wanneer de Aziatische toppers niet mee hebben gedaan (noch Fish)? Kan zo 10 (vd max 34) beschikbare medailles schelen.
Voor de vrouwen 1000/1500/3000/TP/MS (+500?) en de mannen 500/5000/10000/MS (+TP?) zou ik afstand tot zilver nemen, gezien een geheide Aziatische dan wel Canadese medaille.
Waarom neem je niet het WK Afstanden 2020, toen (bijna) iedereen er was?
 
Omdat je aangeeft dat het PR van Kok nog niet scherp genoeg stond. (zie onderstaand). En je aangeeft dat er veel ruimte was voor verbetering. En dan vergelijk je haar met Ter Mors die 2x onder de 1.14 heeft gereden. Ik verwacht dat Kok met haar 20 nog wel een sprongetje maakt. Of Ter Mors deze stappen nog maakt waag ik te betwijfelen.

Kok was A-junior en reed vorig jaar geen 1000m in SLC. Dan valt er wel wat te winnen ja. Ik zocht het na, ze verbeterde zich van 1.15,6 (januari 2020) naar 1.14,0 (januari 2021). Dat is opzich goed maar dat wil niet zeggen dat ze een jaar later nog weer een seconde harder kan. Leerdam ging van 1.16,15 (A2-junior, december 2017, PR) in Thialf naar 1.13,99 (LN1, jan 2019) en is in 2 jaar tijd maar een halve seconde sneller gaan rijden, en ook niet structureel - vorig seizoen reed ze pas in januari onder haar januaritijd van het jaar ervoor. Met het volwassener worden kun je grote stappen zetten maar die stappen blijf je niet je hele leven zetten, dat eindigt zodra je min of meer de jeugd ontstegen bent. Er is een reden dat er onderscheid wordt gemaakt tussen junioren per leeftijdsgroep van 2 jaar en senioren die 15 jaar lang bij elkaar worden ingedeeld...
 
Kok was A-junior en reed vorig jaar geen 1000m in SLC. Dan valt er wel wat te winnen ja. Ik zocht het na, ze verbeterde zich van 1.15,6 (januari 2020) naar 1.14,0 (januari 2021). Dat is opzich goed maar dat wil niet zeggen dat ze een jaar later nog weer een seconde harder kan. Leerdam ging van 1.16,15 (A2-junior, december 2017, PR) in Thialf naar 1.13,99 (LN1, jan 2019) en is in 2 jaar tijd maar een halve seconde sneller gaan rijden, en ook niet structureel - vorig seizoen reed ze pas in januari onder haar januaritijd van het jaar ervoor. Met het volwassener worden kun je grote stappen zetten maar die stappen blijf je niet je hele leven zetten, dat eindigt zodra je min of meer de jeugd ontstegen bent. Er is een reden dat er onderscheid wordt gemaakt tussen junioren per leeftijdsgroep van 2 jaar en senioren die 15 jaar lang bij elkaar worden ingedeeld...

Een halve seconde voor Kok betekent 1.13.5 in Thialf, dat heeft ter Mors nog nooit gereden in Thialf.... Ze heeft 1 keer 1.13.5 gereden op laagland en dat was tijdens de spelen in 2018, het zou mij heel erg verbazen als ze dat nu tijdens een okt kan waarop ze historisch nou niet bepaald uitblinkt. Overigens is er ook een duidelijk verschil tussen Leerdam en Kok, Leerdam reed dit jaar haar derde seizoen bij een commercieel team (en overigens verklaart haar eigen traject en blessures van dit jaar ook de gebrekkige vooruitgang van dit seizoen). Kok startte past vorige zomer bij van Velde en heeft niet eens een vol seizoen gehad om zich te ontwikkelen. Daarbij lag haar focus altijd op de 500m, terwijl die van Jutta op de 1000 ligt. De vooruitgang die Kok nu maakt is op een afstand die ze pas onder van Velde goed heeft leren rijden, dan durf ik te zeggen dat er nog heel veel rek in zit.
 
Hahaha die is helemaal raak ja, geen idee hoe ze dat zooitje gaan opruimen.

Ik vraag me bij de mannen ook eigenlijk wel af hoe de MS eruit ziet met een 1500 meter man in plaats van Stroet? Mantia is belachelijk succesvol en hij is nooit een man van de lange afstanden (op de schaats) geweest. Die is op de lange baan een 1000/1500 meter man. Vraag voor mij is of onze benadering van de MS als minimarathon wel correct is, zet Krol er een keer in of Nuis of desnoods een Wesly Dijs. Voor een sprint zijn zij denk ik uitermate geschikt en die rondjes in het peloton moeten toch vol te houden zijn zou je denken?

Dit hoort hier niet helemaal thuis, maar soit. Een Mass Start discussie ben ik altijd voor in ;) Een langebaan benadering wordt vaak geopperd, maar zo eenvoudig is het niet. Daarom gelijk maar een lange inhoudelijke post om één en ander met elkaar te vergelijken.

De Mass Start is een compleet ander onderdeel. Wijfje reed (in ieder geval in de voorgaande jaren) veel snellere 1500 meters dan Schouten, maar heeft duidelijk nooit kunnen tippen aan diens explosiviteit en sprintsnelheid wanneer een peloton eenmaal in beweging is. Dat is iets waar bijvoorbeeld marathonschaatsers juist continu op trainen, terwijl langebaners dat voornamelijk doen vanuit stilstand en met gecontroleerde techniek. (EDIT: Golubeva is een beter recent voorbeeld.) Bij de mannen is dat niet anders. Zie Swings. Die rijdt misschien wel 5-7 seconden sneller dan Stroetinga op de 1500m, maar qua snelheid op de MS ontlopen ze elkaar niet veel. Sterker nog; als het aankomt op het laatste rechte eind is Stroetinga vrijwel altijd sneller. Die heeft gewoon net even dat kleine stukje extra explosiviteit om als eerste bij de streep te komen (zie ook afgelopen weekend hoe hij behendig bij het uitkomen van de bocht langs Swings duikt terwijl er nauwelijks ruimte leek).

Voor de Mass Start zijn de belangrijkste elementen koersinzicht, tactisch vermogen, durven gokken, behendigheid en simpelweg timing (dingen die Mantia, ondanks specialisatie op 1000/1500m, allemaal heeft; de timing van zijn sprint bij het WK was echt perfect). Dat soort dingen moet je deels al in je hebben, maar finetune je vooral door heel veel ervaring op te doen. De een doet dat vanuit zijn inline-achtergrond, de ander uit de marathons, shorttrack en de (inter)nationale MS-competities. De meeste langebaners kennen dat spelletje niet en hebben er geen ervaring in en doen ook te weinig mee aan MS-wedstrijden om die ervaring op te doen. Het is ook geen verrassing dat de beste MS-rijders allemaal veteranen zijn uit andere takken van pelotonsport en die ervaring dus wel hebben (Bergsma, Mantia, Michael, Lee, Swings, Stroet, Schouten, Lollo, Blondin etc.).

Daarna komt pas snelheid om de hoek kijken. Langebaners trainen op het houden van topsnelheid in de binnenbocht. Ze trainen daar niet of nauwelijks op in de inrijbaan en dat is cruciaal voor de MS (zeker als je geen gevaar wilt vormen voor jezelf en anderen). Grote kans dat Nuis of Krol op absolute topsnelheid de inrijbaan uitvliegen. Laat staan als ze in de drukte rijden of als anderen hen onder druk zetten of als ze in contact komen met iemand anders. Zie alleen al hoe het vaak een uiterste inspanning is voor Krol om de eerste binnenbocht op de 1000m op topsnelheid te houden. Zo'n krappe bocht kunnen ze dan waarschijnlijk niet houden. Ze moeten überhaupt durven om in een peloton te zitten; zich te positioneren en hun positie te verdedigen door geduw- en getrek af te weren. Ze moeten het ook leuk vinden.

Vervolgens is het maar de vraag of de langebaners een harde zware wedstrijd vol kunnen houden. De wedstrijd van afgelopen zaterdag bijvoorbeeld was snel, maar niet hard (ja, voor Peter Michael en voor Jorrit, maar niet voor de mensen in zijn kielzog). Dat was een echte sprinterswedstrijd. In zo'n wedstrijd houden veel langebaners prima stand en kunnen ze in het slot indien goed gepositioneerd mee sprinten. Maar als je een wedstrijd met veel tempowisselingen hebt (stilstand en dan weer explosieve versnellingen) dan zie je vaak dat de sprinters met minder duurvermogen zoals de Koreanen het pittiger hebben. Terwijl een Swings en een Stroetinga daar juist bij gebaat zijn.

Tenslotte kun je met een goed op elkaar ingespeeld tweetal en een sterk tactisch plan ook de snelste sprinters uitschakelen. Zie hoe Bergsma en Stroetinga in de eerste World Cup Mantia en vervolgens Swings buitenspel zetten. En laten we ook niet onderschatten dat Stroetinga ook gewoon 23-ers rijdt. Uiteindelijk doet Stroetinga met relatief weinig starts (ten opzichte van het buitenland) het heel goed. Dit jaar in twee starts goud en zilver. Dat is bijna maximale oogst. Je kunt met een ander op dit moeilijk te controleren onderdeel nauwelijks een beter resultaat behalen.

De nationale MS-competitie staat overigens al jaren open voor langebaners. Dat ze niet meedoen ligt aan henzelf (en vind ik ook jammer).
 
Laatst bewerkt:
Wanneer is deze altijd? In 2020 toen ze wereldkampioen junioren werd op zowel 500 als 1000 en 2e op de 1500 of in 2019 toen ze wereldkampioen junioren werd op de 1500 en 2e op de 1000 en 500?
Beune werd ook wereldkampioen junioren op de 1000 meter, toch heeft ze haar pr sinds die tijd niet meer gebroken en ligt haar focus toch echt op allround + 1500/3km. In haar eerste seizoen dat Kok zich echt liet gelden is heel duidelijk te zien dat haar progressie op de 500 meter veel sneller ging dan die op de 1000, dat is wat ik bedoel. Ze ging pas echt goede 1000 meters rijden nadat ze bij Reggeborgh kwam.

Altijd is misschien niet de juiste term als we het hebben over een 20 jarige, maar ik doelde op haar twee seizoenen waarin ze internationaal mee doet.
 
Dit hoort hier niet helemaal thuis, maar soit. Een Mass Start discussie ben ik altijd voor in ;) Een langebaan benadering wordt vaak geopperd, maar zo eenvoudig is het niet. Daarom gelijk maar een lange inhoudelijke post om één en ander met elkaar te vergelijken.

De Mass Start is een compleet ander onderdeel. Wijfje reed (in ieder geval in de voorgaande jaren) veel snellere 1500 meters dan Schouten, maar heeft duidelijk nooit kunnen tippen aan diens explosiviteit en sprintsnelheid wanneer een peloton eenmaal in beweging is. Dat is iets waar bijvoorbeeld marathonschaatsers juist continu op trainen, terwijl langebaners dat voornamelijk doen vanuit stilstand en met gecontroleerde techniek. (EDIT: Golubeva is een beter recent voorbeeld.) Bij de mannen is dat niet anders. Zie Swings. Die rijdt misschien wel 5-7 seconden sneller dan Stroetinga op de 1500m, maar qua snelheid op de MS ontlopen ze elkaar niet veel. Sterker nog; als het aankomt op het laatste rechte eind is Stroetinga vrijwel altijd sneller. Die heeft gewoon net even dat kleine stukje extra explosiviteit om als eerste bij de streep te komen (zie ook afgelopen weekend hoe hij behendig bij het uitkomen van de bocht langs Swings duikt terwijl er nauwelijks ruimte leek).

Voor de Mass Start zijn de belangrijkste elementen koersinzicht, tactisch vermogen, durven gokken, behendigheid en simpelweg timing (dingen die Mantia, ondanks specialisatie op 1000/1500m, allemaal heeft; de timing van zijn sprint bij het WK was echt perfect). Dat soort dingen moet je deels al in je hebben, maar finetune je vooral door heel veel ervaring op te doen. De een doet dat vanuit zijn inline-achtergrond, de ander uit de marathons, shorttrack en de (inter)nationale MS-competities. De meeste langebaners kennen dat spelletje niet en hebben er geen ervaring in en doen ook te weinig mee aan MS-wedstrijden om die ervaring op te doen. Het is ook geen verrassing dat de beste MS-rijders allemaal veteranen zijn uit andere takken van pelotonsport en die ervaring dus wel hebben (Bergsma, Mantia, Michael, Lee, Swings, Stroet, Schouten, Lollo, Blondin etc.).

Daarna komt pas snelheid om de hoek kijken. Langebaners trainen op het houden van topsnelheid in de binnenbocht. Ze trainen daar niet of nauwelijks op in de inrijbaan en dat is cruciaal voor de MS (zeker als je geen gevaar wilt vormen voor jezelf en anderen). Grote kans dat Nuis of Krol op absolute topsnelheid de inrijbaan uitvliegen. Laat staan als ze in de drukte rijden of als anderen hen onder druk zetten of als ze in contact komen met iemand anders. Zie alleen al hoe het vaak een uiterste inspanning is voor Krol om de eerste binnenbocht op de 1000m op topsnelheid te houden. Zo'n krappe bocht kunnen ze dan waarschijnlijk niet houden. Ze moeten überhaupt durven om in een peloton te zitten; zich te positioneren en hun positie te verdedigen door geduw- en getrek af te weren. Ze moeten het ook leuk vinden.

Vervolgens is het maar de vraag of de langebaners een harde zware wedstrijd vol kunnen houden. De wedstrijd van afgelopen zaterdag bijvoorbeeld was snel, maar niet hard (ja, voor Peter Michael en voor Jorrit, maar niet voor de mensen in zijn kielzog). Dat was een echte sprinterswedstrijd. In zo'n wedstrijd houden veel langebaners prima stand en kunnen ze in het slot indien goed gepositioneerd mee sprinten. Maar als je een wedstrijd met veel tempowisselingen hebt (stilstand en dan weer explosieve versnellingen) dan zie je vaak dat de sprinters met minder duurvermogen zoals de Koreanen het pittiger hebben. Terwijl een Swings en een Stroetinga daar juist bij gebaat zijn.

Tenslotte kun je met een goed op elkaar ingespeeld tweetal en een sterk tactisch plan ook de snelste sprinters uitschakelen. Zie hoe Bergsma en Stroetinga in de eerste World Cup Mantia en vervolgens Swings buitenspel zetten. En laten we ook niet onderschatten dat Stroetinga ook gewoon 23-ers rijdt. Uiteindelijk doet Stroetinga met relatief weinig starts (ten opzichte van het buitenland) het heel goed. Dit jaar in twee starts goud en zilver. Dat is bijna maximale oogst. Je kunt met een ander op dit moeilijk te controleren onderdeel nauwelijks een beter resultaat behalen.

De nationale MS-competitie staat overigens al jaren open voor langebaners. Dat ze niet meedoen ligt aan henzelf (en vind ik ook jammer).
Interessant, bedankt voor de inhoudelijke uitleg :D

Dat punt over de MS-competitie is trouwens interessant, waar zou die desinteresse vandaan komen? Is het dat ze moeten samenwerken met een ander en niet persé voor individueel succes kunnen gaan, kost het te veel tijd of kunnen ze het gewoon niet zoals MS deelnemers uit andere disciplines het wel kunnen? Zou er vanuit de bondscoach of wie dan ook niet meer aandacht moeten zijn voor het opleiden van die potentieeltjes voor de MS? Niks tegen Stroet, maar hij is 39 wordt het niet eens tijd dat er een jonge Marathon/skeeler/langebaan/inliner komt die hem het vuur aan de schenen legt? De 'nieuwe' namen die we nu hebben geven nou niet bepaald veel hoop en als het een marathon schaatser zoals Stroet is blijf je met het plaatsingsdilemma zitten. Volgens mij ligt daar wel een rol voor de bondscoach.
 
Dit hoort hier niet helemaal thuis, maar soit. Een Mass Start discussie ben ik altijd voor in ;) Een langebaan benadering wordt vaak geopperd, maar zo eenvoudig is het niet. Daarom gelijk maar een lange inhoudelijke post om één en ander met elkaar te vergelijken.

De Mass Start is een compleet ander onderdeel. Wijfje reed (in ieder geval in de voorgaande jaren) veel snellere 1500 meters dan Schouten, maar heeft duidelijk nooit kunnen tippen aan diens explosiviteit en sprintsnelheid wanneer een peloton eenmaal in beweging is. Dat is iets waar bijvoorbeeld marathonschaatsers juist continu op trainen, terwijl langebaners dat voornamelijk doen vanuit stilstand en met gecontroleerde techniek. (EDIT: Golubeva is een beter recent voorbeeld.) Bij de mannen is dat niet anders. Zie Swings. Die rijdt misschien wel 5-7 seconden sneller dan Stroetinga op de 1500m, maar qua snelheid op de MS ontlopen ze elkaar niet veel. Sterker nog; als het aankomt op het laatste rechte eind is Stroetinga vrijwel altijd sneller. Die heeft gewoon net even dat kleine stukje extra explosiviteit om als eerste bij de streep te komen (zie ook afgelopen weekend hoe hij behendig bij het uitkomen van de bocht langs Swings duikt terwijl er nauwelijks ruimte leek).

Voor de Mass Start zijn de belangrijkste elementen koersinzicht, tactisch vermogen, durven gokken, behendigheid en simpelweg timing (dingen die Mantia, ondanks specialisatie op 1000/1500m, allemaal heeft; de timing van zijn sprint bij het WK was echt perfect). Dat soort dingen moet je deels al in je hebben, maar finetune je vooral door heel veel ervaring op te doen. De een doet dat vanuit zijn inline-achtergrond, de ander uit de marathons, shorttrack en de (inter)nationale MS-competities. De meeste langebaners kennen dat spelletje niet en hebben er geen ervaring in en doen ook te weinig mee aan MS-wedstrijden om die ervaring op te doen. Het is ook geen verrassing dat de beste MS-rijders allemaal veteranen zijn uit andere takken van pelotonsport en die ervaring dus wel hebben (Bergsma, Mantia, Michael, Lee, Swings, Stroet, Schouten, Lollo, Blondin etc.).

Daarna komt pas snelheid om de hoek kijken. Langebaners trainen op het houden van topsnelheid in de binnenbocht. Ze trainen daar niet of nauwelijks op in de inrijbaan en dat is cruciaal voor de MS (zeker als je geen gevaar wilt vormen voor jezelf en anderen). Grote kans dat Nuis of Krol op absolute topsnelheid de inrijbaan uitvliegen. Laat staan als ze in de drukte rijden of als anderen hen onder druk zetten of als ze in contact komen met iemand anders. Zie alleen al hoe het vaak een uiterste inspanning is voor Krol om de eerste binnenbocht op de 1000m op topsnelheid te houden. Zo'n krappe bocht kunnen ze dan waarschijnlijk niet houden. Ze moeten überhaupt durven om in een peloton te zitten; zich te positioneren en hun positie te verdedigen door geduw- en getrek af te weren. Ze moeten het ook leuk vinden.

Vervolgens is het maar de vraag of de langebaners een harde zware wedstrijd vol kunnen houden. De wedstrijd van afgelopen zaterdag bijvoorbeeld was snel, maar niet hard (ja, voor Peter Michael en voor Jorrit, maar niet voor de mensen in zijn kielzog). Dat was een echte sprinterswedstrijd. In zo'n wedstrijd houden veel langebaners prima stand en kunnen ze in het slot indien goed gepositioneerd mee sprinten. Maar als je een wedstrijd met veel tempowisselingen hebt (stilstand en dan weer explosieve versnellingen) dan zie je vaak dat de sprinters met minder duurvermogen zoals de Koreanen het pittiger hebben. Terwijl een Swings en een Stroetinga daar juist bij gebaat zijn.

Tenslotte kun je met een goed op elkaar ingespeeld tweetal en een sterk tactisch plan ook de snelste sprinters uitschakelen. Zie hoe Bergsma en Stroetinga in de eerste World Cup Mantia en vervolgens Swings buitenspel zetten. En laten we ook niet onderschatten dat Stroetinga ook gewoon 23-ers rijdt. Uiteindelijk doet Stroetinga met relatief weinig starts (ten opzichte van het buitenland) het heel goed. Dit jaar in twee starts goud en zilver. Dat is bijna maximale oogst. Je kunt met een ander op dit moeilijk te controleren onderdeel nauwelijks een beter resultaat behalen.

De nationale MS-competitie staat overigens al jaren open voor langebaners. Dat ze niet meedoen ligt aan henzelf (en vind ik ook jammer).

Dit geeft eens te meer aan dat het een (geheel) andere discipline is dan het (klassieke) langebaan schaatsen. Moet je dus ook niet (willen) mengen, tenzij de betreffende rijd(st)ers dat zelf al met succes gedaan hebben (Schouten & Bergsma, die vanuit de marathon zich binnen de langebaanploeg geschaatst hebben). Zolang het niet ten koste gaat van medaillekansen op de klassieke langebaan afstanden kun je voor de MS (en TP) niet-langebaanschaatsers selecteren, anders niet (vind ik).

Voorbeeld: bij de mannen zijn, op basis van het (recente) verleden Verbij, Krol, Nuis, Roest, Bergsma en mogelijk Ntab/Mulder, Kramer medaillekandidaten; dat geeft ruimte voor een derde TP-er of tweede MS-er. Mocht één van hen dat a.s. niet waarmaken, is er plaats voor zowel een TP-er als een MS-er.
 
Laatst bewerkt:
Voor de vrouwen 1000/1500/3000/TP/MS (+500?) en de mannen 500/5000/10000/MS (+TP?) zou ik afstand tot zilver nemen, gezien een geheide Aziatische dan wel Canadese medaille.
Waarom neem je niet het WK Afstanden 2020, toen (bijna) iedereen er was?

Goed punt, dat eerste. Maar het gaat bij de matrix toch vooral om de volgorde. De Aziaten kunnen de volgorde in de war schoppen als ze op sommige afstanden wel, en op andere geen medaillekansen hebben. Dat hebben ze, daarom goed om daar naar te kijken. Daarom wel een paar verschuivingen als je stiekem de Nagano-tijden meeneemt. Maar het gaat uiteindelijk vooral om de laatste plekken in de matrix; daar zitten de potentiële afvallers. En daar verandert qua volgorde niks.

Aangezien dit WK duidelijk geen kopie van 2020 was, zou ik me niet baseren op het WK van vorig jaar.
 
Goed punt, dat eerste. Maar het gaat bij de matrix toch vooral om de volgorde. De Aziaten kunnen de volgorde in de war schoppen als ze op sommige afstanden wel, en op andere geen medaillekansen hebben. Dat hebben ze, daarom goed om daar naar te kijken. Daarom wel een paar verschuivingen als je stiekem de Nagano-tijden meeneemt. Maar het gaat uiteindelijk vooral om de laatste plekken in de matrix; daar zitten de potentiële afvallers. En daar verandert qua volgorde niks.

Aangezien dit WK duidelijk geen kopie van 2020 was, zou ik me niet baseren op het WK van vorig jaar.
Aziatische tijden meenemen hoeft niet stiekem - gewoon doen. Nagano is eerder langzamer dan sneller dan Heerenveen. Probleem zijn de kwartetstarten, maar waren die er bij al hun wedstrijden of alleen afgelopen weekend?
 
Dit geeft eens te meer aan dat het een (geheel) andere discipline is dan het (klassieke) langebaan schaatsen. Moet je dus ook niet (willen) mengen, tenzij de betreffende rijd(st)ers dat zelf al met succes gedaan hebben (Schouten & Bergsma, die vanuit de marathon zich binnen de langebaanploeg geschaatst hebben). Zolang het niet ten koste gaat van medaillekansen op de klassieke langebaan afstanden kun je voor de MS (en TP) niet-langebaanschaatsers selecteren, anders niet (vind ik).

Voorbeeld: bij de mannen zijn, op basis van het (recente) verleden Verbij, Krol, Nuis, Roest, Bergsma en mogelijk Ntab/Mulder, Kramer medaillekandidaten; dat geeft ruimte voor een derde TP-er of tweede MS-er. Mocht één van hen dat a.s. niet waarmaken, is er plaats voor zowel een TP-er als een MS-er.

Vreemde gedachtengang. Dus als Stroetinga meer medaillekansen zou hebben op de MS dan Ntab op de 500 dan moeten we toch Stroetinga thuis laten?
 
Back
Top