leuke statistiek. Uiteraard net zoals bij elke sport op tijd gaat het met de loop van de jaren steeds sneller. Uiteraard door verbeterde trainingstechnieken, betere mentale begleiding, betere pakken, betere schaatsen, beter ijs (zie de aangeslagen ijsvloeren van Thialf in de jaren 90' eens). Echter het grote verschil pre 2004 en 2005 zal toch vooral ook zijn, dat kanonnen uit de jaren 90, zoals een Niemann, Postma, Ritsma, Sondral, ect. slechts in hun laatste jaren van hun carriere op de klapschaats hebben gereden. De WK's van 96 was klapschaatsloos en dat van 97 gedeeltelijk klapschaatsloos (en buiten). Maar ook in de jaren daarna is het prima denkbaar dat deze generatie rijders niet het volle potentieel uit de klapschaats heeft gehaalt. Terwijl na 04/05 toch een generatie opkwam die eigenlijk nooit anders gekend heeft dan de klapschaats.
Hier een tabel met heel veel data over de 100 snelste tijden per afstanden (overall en laagland). Aan de linkerkant zie je de snelste tijd, 100e snelste tijd, het verschil, het aantal verschillende schaatsers, en de datum van de oudste tijd in de lijst. Rechts daarvan kun je zien hoeveel tijden er gereden zijn in elke Olympische cyclus om een indicatie te krijgen wanneer er op welke afstand hard gereden werd. Ik noem even wat opvallende dingen. Ondanks de uitschieter van Shinhama is de 500m mannen laagland de afstand met het kleinste puntenverschil tussen de snelste en 100e snelste tijd. Alle vier tijden (3000m laagland, 5000m overall, 2x 5000m laagland) van voor de OS van 2002 zijn van Gunda Niemann. De 1000 meter mannen overall heeft met afstand de hoogste prestatiedichtheid met wel 39 verschillende namen in de top 100. Dit hoge niveau zien we ook terug op laagland, die de jongste oudste tijd heeft met de 1:08.25 van Nuis uit november 2014. Als er dit weekend minstens 3x onder die tijd wordt gereden dan veranderd dat zelfs naar 12 december 2015. Dankzij de dominantie van onder andere Kodaira heeft de 500m laagland vrouwen de minste aantal schaatsers. Kodaira (25), Kok (17), Herzog (13), Golikova (13), en Lee (9) hebben met zijn vijven al 77 van de 100 beste tijden. De laaglandlijsten hebben minder oude tijden dan de hooglandlijsten. De voornaamste redenen zullen zijn dat we weinig op hoogte rijden en dat Heerenveen zo bizar snel is geworden recentelijk. Op sommige afstanden, zoals de 3000 meter vrouwen, kun je een duidelijke dip in tijden zien. 2007-2010 heeft meer tijden in de top 100 dan 2011-2014 en 2015-2018 bij elkaar. De schaatsers die de meeste noteringen hebben zijn Sáblíková (88), Roest (87), en Kramer (75). Dat betekent dat van alle vrouwentijden 8.8% van Sáblíková is. De schaatsers met de meeste noteringen in één top 100 zijn Sáblíkova (31, 5000m overall), Kramer (28, 5000m laagland), en Bergsma (27, 10000m laagland).
Is deze statistiek al eens langsgekomen: Wie reden er World Cups op alle zeven huidige Olympische onderdelen? Ik werd erdoor geïnspireerd door de statistiek van SprintMaster in een ander topic, waarin ik eraan herinnerd werd hoe veelzijdig Miho Takagi is. Begonnen als sprinter, toen allrounder geworden en nu weer wat meer sprintster. Zij reed al die zeven onderdelen. Allemaal in de A-groep, zelfs. Eén keer de 5000 meter, de rest allemaal heel vaak. Blondin reed voor zover ik kan zien nooit een 500 meter (wel diverse teamsprints). Czerwonka reed nooit een massastart. Bij de mannen is het nog bijzonderder, want de afstanden lopen verder uiteen. Ik vind twee namen. De eerste is Bart Swings. Reed één keer de 500 meter, werd dik laatste in de B-groep. En ook een paar keer de ploegenachtervolging. De andere afstanden spreken voor zich. De ander is KC Boutiette. Wat een carrière had hij. Hij reed al die afstanden allemaal minstens 6 keer. Nooit hoge klasseringen op de 500 en 1000, echter. Connor Howe mist alleen de 10km nog. Maar ik zie ongetwijfeld heel veel schaatsers, vooral B-groep-rijders uit kleinere landen, over het hoofd. Hoewel die kleinere landen dan vaak weer geen TP-team hebben. EDIT: Ik heb er heel wat gemist, zie ik. Pechstein natuurlijk. Duh. Ook Lollobrigida en Contin. Vooral vanuit de massastart denken, is mijn nieuwe tactiek. Ik zoek nog even verder. EDIT2: Toch wat verrassende namen gevonden. Niet allemaal echte massastarters. Bokko, Hansen, Marsicano, Mikhaylov en Szymansky. Bij de vrouwen Klassen (reed 1 massastart in de begindagen van dat onderdeel), natuurlijk Sablikova en drie Poolse vrouwen: Zlotkowska, Wozniak en Bosiek. Ik stop nu. Iemand met een goede database komt waarschijnlijk veel verder.
Net zoals bij sommige van mijn combinatielijsten zie je dat Nederlanders hier in het nadeel zijn door de hogere concurrentie. Enrico Fabris reed bij de wereldbeker in Salt Lake City in november 2007 een 500 en 1000 meter in de b-groep en heeft dus alle onderdelen gereden die tijdens zijn carrière Olympisch waren. Patrick Roest kan dat nooit van zijn leven doen, ondanks dat hij ongeveer even goed is op de sprintafstanden als Fabris. Ik vraag me af welke Nederlanders het meeste onderdelen hebben gereden. Wüst heeft alles behalve de 5k en MS gereden dus komt behoorlijk hoog uit. Omdat het niveau op de 500 meter vrouwen in Nederland bedroevend laag was 4 jaar geleden mocht Antoinette de Jong de 500 meter rijden bij WB4 18-19 in Heerenveen. Daarmee heeft ze alles behalve de massastart gereden. Bij de mannen heb ik er twee kunnen vinden die vijf van de zeven afstanden hebben gereden. Jan Blokhuijsen heeft de 1500, 5000, 10000, TP, en MS gereden, en Koen Verweij heeft de 1000, 1500, 5000, TP, en MS gereden.
Er is nog iemand. Niet zo moeilijk te vinden want hij stond bovenaan de lijst bij de heren... Vitalij Mikhajlov! Beste klasseringen: 500m B10 1.000m B14 1.500m 18 5000m 15 10000m B8 Mass start 1 Team pursuit 9 Hij reed ze allemaal tenminste 3x (500m het minst) en de rest minstens 6x (10.000m) Contin heeft ze ook allemaal gereden, de 500m 2x. Skobrev reed 1x een 500m, de rest t.e.m de team pursuit ook. De mass start 1x zesde. Yuskov reed 1x een 500m, de rest t.e.m. de team pursuit ook maar geen mass start.
Zo natuurlijk vind ik het niet dat Sáblíková een 500 meter heeft gereden in de world cup, maar dat heeft ze inderdaad een paar keer gedaan in 2011 en 2012. Mooi trainingswedstrijdje om snelheid op te doen en als je dat zo mee kan pakken waarom zou je het dan niet doen?
Mark Tuitert komt ook tot 5. Reed 500m t.e.m. 5000m en team pursuit. Maar geen 10 km. Zou tegenwoordig ook zeker de mass start willen rijden. Anni Friesinger reed 500m t.e.m. 5000m en team pursuit. De mass start kon ze niet rijden.
Dat geldt ook voor Brittany Schussler en Jennifer Rodriquez. Zij zouden zeker tot zeven zijn gekomen als de massastart toen een onderdeel was geweest. Jorien ter Mors mist alleen de 5km. Bijzonder: op de andere zes onderdelen haalde ze allemaal een medaille! In 2012 blijkbaar tweede in een massastart. Een medaille op 6 van de 7 onderdelen is uniek, volgens mij. Dat is ook Takagi (nog) niet gelukt. En Cindy Klassen ook niet. Tonny de Jong reed de vijf individuele afstanden allemaal (bijzonder voor een Nederlandse) en haalden ook bij allemaal een top-10 plek. Zij maakte de TP als rijdster nét niet meer mee. Ireen Wüst reed gek genoeg nooit een 5km in de World Cup. Ook geen massastart. Jullie posts kwamen tegelijkertijd met mijn updates. Ik kwam er dus vooral achter dat landen als Polen hier ideaal voor zijn. Goed genoeg voor een TP-team, maar smal genoeg qua goede schaatsers om rijders meerdere afstanden te 'gunnen'. Hechten ook veel waarde aan de nieuwere onderdelen. En het zijn volgens mij ook echte liefhebbers die het leuk vinden om eens een ander onderdeel te rijden, ook als ze er niet helemaal in thuis zijn. Niedzwiedsky en Brodka komen ook in de buurt. Missen allebei alleen de 10km. Ik denk dat er in Rusland behalve Skobrev nog wel meer moeten zitten. We hebben nu dus: Mannen: Swings Boutiette Contin Bokko Hansen Marsicano Mikhajlov Szymansky Skobrev Vrouwen: M. Takagi Pechstein Lollobridgida Klassen Sablikova Zlotkowska Wozniak Bosiek
Ik heb een Nederlander gevonden met 6 van de 7. En met het missende onderdeel heeft ie nu iets te maken. (Pfoe, dat maakt het voor de kenners wel heel makkelijk. )
Ik dacht nog aan hem maar heb alleen bij 1998-1999 gezocht toen hij het WK sprint reed. Maar toen reed hij gek genoeg dus geen 500m in de World Cup.
Slim? Een kwestie van verzamelen en zoeken... Volgens mij ging het niet om gewonnen WC-events maar deelnames. Postma nam wel deel Parra nam deel aan alle onderdelen, waaraan hij in zijn tijd kon deelnemen (8)
Rintje Ritsma, Ids Postma, Arjan Schreuder en Gerard Kemkers zijn de enige vier Nederlandse mannen die alle 5 de klassieke afstanden reden in de World Cup (als Speedskatingnews.info klopt).
Mooi gevonden! En die zou zeker de TP en de MS hebben gereden als die onderdelen toen hadden bestaan.
Ik heb er nog eentje gevonden, maar die is dubieus. Martin Hersman. Reed één 500 meter en één 10.000 meter. En in dat laatste zit het dubieuze. Die reed hij niet uit. Ik kan het me nog herinneren. Volgens mij rugklachten. Stopte ineens halverwege. Had ik toen nog nooit eerder gezien (later nog meerdere keren). Dus wel aan de start gestaan op de vijf verschillende klassieke afstanden, maar heeft ze niet allemaal gefinisht.
Na een wilde zoektocht op alle World Cups vanaf 2000-2001 kom ik tot de volgende lijst van 38 schaatsers. Hierin aangegeven op welke afstanden een schaatser niet verder kwam dan de B groep. Wel zij opgemerkt dat in jaren voor 2006 de eerste World Cup van het seizoen geen B groep kende. In de voorlaatste kolom de afstand die het minst gereden werd en het aantal keer. Elf schaatsers reden ook nog een team sprint. Onder de prominente schaatsers van het pré mass start tijdperk die alle 6 afstanden reden hebben we: Andrea Jirků, Anni Friesinger, Barbara de Loor, Brittany Schussler, Clara Hughes, Daniela Anschütz, Daniela Oltean, Derek Parra, Enrico Fabris, Jekaterina Abramova, Jekaterina Lobysjeva, Jennifer Rodriguez, Pascal Briand, Ronald Bosker (?!) en Wieteke Cramer.
