Ik heb mijn plakboeken uit die jaren er nog maar eens bijgepakt. Tweede op die 10 kilometer werd Bobrov in 14.05.91, derde Botsjkarev in 14.12.81. Uit de Schaatsseizoen 83-84 haal ik dan nog dat Sergei Berezin (bij dat EK of WK waar hij het zo goed deed en volgens mij de 10 kilometer won, grapte mijn vader destijds dat hij er een berezin in had) vierde werd in 14.24.60 en Aleksandr Baranov vijfde in 14.26.17. Ik denk dat je met 14.17 en Korotkov de Kiseljov wedstrijden van een jaar eerder in het hoofd had, die had daar toen de snelste seizoentijd in 14.17 gereden. Voor mij is het schaatsen nooit meer leuker en spannender geworden dan in die jaren 80-85 toen ik het begon te volgen. Alle wedstrijden op buitenijs, nog geen betonnen overdekte kolossen, die weliswaar voor snellere tijden en een eerlijker wedstrijdverloop zorgden, maar voor mij ook de romantiek uit de sport haalden. De toernooien waren veel belangrijker dan tegenwoordig, en dat is juist de charme van het schaatsen voor mij. En in die jaren was het in mijn herinnering ook veel spannender: ieder jaar werd weer iemand anders Europees kampioen allround en wereldkampioen allround. Bij de heren dan. En dan nog die geheimzinnige snelle tijden uit Medeo die nu en dan ineens in de kranten verschenen.