Statistieken en Grafieken

De post van IR over de snelste langzaamste ronde gaf mij het idee om te kijken wat de vlakste races ooit gereden zijn. Het eerste probleem is dat niemand de data heeft van alle rondetijden van alle lange afstanden ooit gereden.

Leuk idee! Het 3km WR van Eric Heiden uit 1978 is een bekend voorbeeld:

19.22
51.21 (31.99)
1.23.88 (32.67)
1.56.46 (32.58)
2.29.02 (32.56)
3.01.67 (32.65)
3.34.41 (32.74)
4.07.01 (32.60)

Afgezien van het eerste rondje, zit er in de laatste 6 ronden maar maximaal 0.07 afwijking t.o.v. van het gemiddelde van de laatste 6 ronden.
 
Bergsma - 5km Kolomna, november 2012
1 19.4 19.42 (14)
2 29.4 48.83 (10)
3 29.5 1:18.35 (7)
4 29.4 1:47.76 (6)
5 29.5 2:17.27 (5)
6 29.3 2:46.61 (3)
7 29.5 3:16.19 (3)
8 29.4 3:45.66 (3)
9 29.5 4:15.17 (3)
10 29.4 4:44.59 (3)
11 29.5 5:14.09 (3)
12 29.4 5:43.51 (3)
13 29.5 6:13.08 (3)

Jammer van die ene 29.3 ;) verder alles tussen 29.4 en 29.5, mega vlak
 
Bergsma - 5km Kolomna, november 2012
1 19.4 19.42 (14)
2 29.4 48.83 (10)
3 29.5 1:18.35 (7)
4 29.4 1:47.76 (6)
5 29.5 2:17.27 (5)
6 29.3 2:46.61 (3)
7 29.5 3:16.19 (3)
8 29.4 3:45.66 (3)
9 29.5 4:15.17 (3)
10 29.4 4:44.59 (3)
11 29.5 5:14.09 (3)
12 29.4 5:43.51 (3)
13 29.5 6:13.08 (3)

Jammer van die ene 29.3 ;) verder alles tussen 29.4 en 29.5, mega vlak
Als je dit zo ziet zou je toch gaan denken dat er een miniem afstandsverschil zit tussen het rondje binnenbocht en buitenbocht. Of in ieder geval op de manier waarop Bergsma zijn rondjes rijdt.
 
Als je dit zo ziet zou je toch gaan denken dat er een miniem afstandsverschil zit tussen het rondje binnenbocht en buitenbocht. Of in ieder geval op de manier waarop Bergsma zijn rondjes rijdt.
De binnenbocht naar de doorkomst steeds net iets harder doortrekken t.o.v. de buitenbocht.
 
Ook eens een keer aandacht voor de B groepen. De schaatsers met de meeste keren top drie op de langste afstanden gesorteerd op meeste goud, zilver en brons. Data vanaf 2000-2001 tot heden. Ook aangegeven het eerste en laatste seizoen op het podium.

Dames 5000m:
Dames_5km_Bgroep_topdrie.jpg

Bij de dames heeft Achtereekte met haar zege van gisteren nu evenveel zeges als Kleibeuker en scoorde daarmee ook de meeste podiumplekken. Omdat Kleibeuker nog een keer tweede werd behoud ze de koppositie. Maar liefst 7 Nederlanders in de top 9!

Heren 10000m:
Heren_10km_Bgroep_topdrie.jpg

Bij de heren scoorde Marco Weber de meeste podiumplekken. Maar liefst 6 keer. Hier pakken de Nederlanders de hele top 5. Bob de Vries leid het klassement met één keer meer goud dan Brigt Rykkje.
 
In de B groepen komt het nogal eens voor dat schaatsers elkaar inhalen. Aan de hand van de ISU site heb ik op basis van de doorkomsttijden gekeken wie wie inhaalde. Uitgangspunt hierbij is dat er tussen het startschot van het eerste en tweede paar van het kwartet gemiddeld genomen 17 seconden zit. Soms zal dit misschien iets minder zijn, soms iets meer. Van sommige wedstrijden zijn helaas geen doorkomsttijden bekend. Hier heb ik op basis van de startlijst en eindtijden afgeleid of er ingehaald is. Data vanaf 2003-2004 tot heden. Aangegeven is het totaal aantal schaatsers dat iemand ingehaald heeft, het aantal verschillende wedstrijden waarin dit gebeurde en de meeste ingehaalde schaatsers per wedstrijd.

Dames 5000m:
Dames_5km_Bgroep_inhalen.jpg

Bij de dames is Rixt Meijer de enige die twee keer twee schaatsers heeft ingehaald. De ingehaalde schaatsers waren Klimchuk en Bettrone in Astana december 2012, Zdrahalova en Lollobrigida in Seoel november 2014. Olga Graf deed het bij Tabata en Voronina in dezelfde wedstrijd in Seoel en bij Kerschbaummayr in Tomaszow december 2018.

Heren 10000m:
Heren_10km_Bgroep_inhalen.jpg

Bij de heren drie toppers die liefst 10 of 11 keer iemand inhaalden. Opmerkelijk is dat zowel van der Kieft als Bob de Vries een keer nummer drie Babenko inhaalden. Op de erelijst van Bob de Vries staan verder Bokko, Belchos en ... van der Poel (?!). Van der Kieft haalde Bedford en Shirokov twee keer tijdens een wedstrijd in. Babenko haalde o.a. Ronald Bosker in.

Er waren drie man die maar liefst 5 keer iemand inhaalden tijdens een wedstrijd:
- de alom bekende Mark Ooijevaar in januari 2008 Hamar: Martel 2x, Cafkisch 2x en Bedford.
- de onbekende Duitser Knut Morgenstern in november 2003 Erfurt: Pronin 2x, Hänggi 2x en Ronald Bosker.
- Marwin Talsma in december 2019 Astana Jin-Yeong Lee 3x, Shen en Ito. Waarbij Lee aan het einde rondes van 41 reed.
 
Een introductie tot de Vaaglandbaan

We hebben het hier op het forum heel vaak over laaglandwereldrecords. Maar hoe geldig is dat nog? Heerenveen is nu zo snel geworden, dat je die baan bijna niet meer kan vergelijken met andere laaglandbanen. In vergelijking met het oude Thialf, is er gemiddeld meer dan twee tiende punt per afstand van het baanrecord afgegaan. Heerenveen wás al sneller dan andere laaglandbanen, dus dat verschil is alleen maar groter geworden. In vergelijking met de wat langzamere laaglandbanen, zit Heerenveen zelfs dichter bij Salt Lake City dan bij andere laaglandbanen. Laten we eens een kijkje nemen en Heerenveen vergelijken met Salt Lake City en met het trage Tomaszów-Mazowiecki.

Ik noem de baanrecords als volgt: SLC-Thialf-TM.

Mannen
500m: 33.61-34.07-34.67. Thialf zit veel dichter bij SLC dan bij TM. Als TM even ver achter Thialf had gezeten als Thialf achter SLC, had het baanrecord 34.53 moeten zijn.
1000m: 1:05.69 - 1:07.09 - 1:09.23. Drie keer Kulizhnikov en drie keer een groot verschil. Voor een 1-op-1 verhouding had TM, net als op de 500m, rond het BR van Nagano moeten zitten (1:08.4).
1500m: 1:40.17 - 1:43.00 - 1:45.76. Hier wint Tomaszów het op zeven honderdsten. Het verschil tussen Thialf en SLC is 2.83, dat tussen Thialf en TM is 2.76.
5000m: 6:01.86 - 6:08.92 - 6:19.38. Dit is wel weer heel duidelijk. Ook met het baanrecord van Minsk (6:16) had TM nog verder achter Thialf gezeten dan Thialf achter SLC.
10000m: 12:33.86 - 12:42.97 - 13:14.95. Moeten we het hier nog over hebben? Het verschil tussen TM en Thialf is meer dan drie keer zo groot als het verschil tussen Thialf en SLC!

Het komt er dus op neer dat bij de mannen Tomaszów veel verder achter Thialf zit dan Thialf achter SLC. En dat geldt wel voor meer ijsbanen. Rekenen we met het verschil tussen Thialf en SLC bovenop het BR van Thialf (dus 34.07-33.61 = 0.46 --> 34.07 + 0.46 = 34.53), dan komen we uit op 34.5 - 1:08.4 - 1:45.8 - 6:15- 12.52. En dat is best wel een match met Nursultan of Nagano. Die toch niet heel trage laaglandbanen zijn dus al niet meer te vergelijken met Heerenveen.

Vrouwen
500m: 36.36 - 37.02 - 37.77. Hier zit het nog relatief dicht bij elkaar, omdat Tomaszów met een tijd die een tiende sneller was, al dicht genoeg bij Thialf had gezeten.
1000m: 1:11.61 - 1:13.24 - 1:15.39. Driewerf Brittany Bowe, en opnieuw zit Thialf dichter bij SLC dan bij TM. Voor een gelijke verhouding had het BR van Tomaszów 1:14.8 moeten zijn.
1500m: 1:49.83 - 1:53.10 - 1:56.62. Net als bij de mannen is het close op de 1500 meter. Maar dit keer zit Heerenveen wél dichter bij SLC, zij het nipt, ondanks het onwaarschijnlijk sterke WR van Miho Takagi.
3000m: 3:52.02 - 3:58.68 - 4:06.13. Het enige baanrecord dat nog uit het oude Thialf stamt, is snel genoeg, maar het houdt niet over.
5000m: 6:39.02 - 6:47.47 - 7:05.18. Weer is de baan in Polen heel erg sloom op de lange afstanden. Voor een gelijke verhouding is 6:55 vereist.

Doe je hetzelfde sommetje als hierboven voor de mannen, dan levert dat 37.6 - 1:14.8 - 1:56.3 - 4:05.3 - 6:55.9 op. Op iedere afstand zit TM daarachter, maar niet zo ver (behalve op de 5km). Daardoor zou de beste match voor deze tijden ofwel Vancouver, ofwel Obihiro zijn. Dat is niet zo'n extreem verschil als bij de heren, waar top-12 ijsbanen nog moeite hebben om soort van dicht bij Heerenveen te zitten.

Al met al zit TM op 9 van de 10 afstanden verder van Heerenveen af dan Heerenveen van SLC af zit. En toch hebben we het altijd over laaglandrecords. Maar steeds meer laaglandrecords zijn zo scherp gesteld in Heerenveen, dat behoorlijk snelle ijsbanen zoals Hamar of Nagano dat soort tijden ook niet meer kunnen faciliteren. Heerenveen is onvergelijkbaar snel geworden in vergelijking met de laaglandcollega's. Zes jaar geleden zat het totaal puntenaantal van Heerenveen een paar tienden punt voor Sochi, en Hamar zat daar kort achter. Inmiddels zit Heerenveen 3,5 punt vóór Sochi, en zijn alleen Inzell (geen laaglandbaan), Gangneung (is alweer dicht) en Hamar (dankzij het WK Sprint/Allround) Sochi gepasseerd. Qua records zijn ijsbanen als Stavanger, Nagano en Nursultan gepositioneerd rondom de tijden van Heerenveen in 2010, toen Hamar nog sneller was (!). Dat geeft het verschil wel eventjes aan.

Ik noem die banen niet toevallig, Stavanger, Nagano en Nursultan. Het zijn de nummers 10, 11 en 12 op de lijst van snelste ijsbanen. De banen op 1 en 2 kunnen jullie zelf invullen. Heerenveen staat derde, semi-hooglandbaan Inzell staat vierde. We zien Gangneung terug op 5, de andere gesloten Olympische ijsbaan van Sochi op 7, met Hamar daartussenin geklemd. De meest vergelijkbare laaglandbaan met Heerenveen staat dus qua baanrecords al drie volle punten achter op Thialf! Op 8 en 9 staan Kolomna en Berlijn, maar sinds de WK's daar in 2015/16 hebben beide ijsbanen maar één internationale wedstrijd gehad, en daar komt voorlopig niet veel verandering in. De nummers 14, 15, 17 en 18 (Milwaukee, Moskou, Vancouver en Turijn) hebben we al heel lang niet meer gezien in internationale wedstrijden - wat in het geval van die laatste twee ook wel erg logisch is.

We kunnen Heerenveen eigenlijk niet meer vergelijken met andere laaglandbanen. De baan is eerder vergelijkbaar met Inzell, een semi-hooglandbaan. Heerenveen is qua snelheid, zeker met een lagedrukgebied, geen laaglandbaan meer. Het is een laaglandbaan met de snelheid van een semi-hooglandbaan.

Een vaaglandbaan dus.

Heerenveen gooi ik samen met Inzell, de gesloten Olympische banen van Sochi en Gangneung en met het blowerwalhalla Milwaukee in de categorie van vaaglandbanen. De andere laaglandbanen komen in de categorie van, eh..., laaglandbanen! En als je het zo beschouwt, zijn er superveel laaglandbanen die heel goed vergelijkbaar zijn! Zolang je ze maar met elkáár vergelijkt, en niet met Thialf. Of met het oude Thialf. Want alle records in de laatste kolom met een sterretje, en dat zijn er nogal wat, zijn langzamer dan het baanrecord uit het oude Thialf.

Code:
WERELDRECORD             VAAGLANDRECORD          LAAGLANDRECORD     
   36.36 SLC S Lee         36.94 GAN N Kodaira     37.07 STA N Kodaira
 1:11.61 SLC B Bowe      1:13.24 HEE B Bowe      1:13.73 NAG M Takagi
 1:49.83 SLC M Takagi    1:52.81 INZ I Wüst      1:53.89 HAM I Wüst*
 3:52.02 SLC M Sáblíková 3:58.68 HEE I Wüst      3:58.11 BER M Sáblíková
 6:39.01 SLC N Voronina  6:44.85 INZ M Sáblíková 6:49.92 MOS C Pechstein*
 2:50.76 SLC Japan       2:53.89 GAN Japan       2:57.75 NUR Japan
 1:24.02 SLC Nederland   1:26.17 HEE Rusland     1:26.71 KOL Rusland
 146.390 CAL N Kodaira   149.365 HEE J Leerdam   148.870 HAM M Takagi
 154.580 CAL C Klassen   158.615 HEE I Wüst      159.042 BER M Sáblíková*

   33.61 SLC Kulizhnikov   34.07 HEE T Shinhama    34.31 HAM J Wotherspoon*
 1:05.69 SLC Kulizhnikov 1:07.09 HEE Kulizhnikov 1:07.85 OBI Kulizhnikov
 1:40.17 SLC K Nuis      1:42.58 HEE T Krol      1:44.13 KOL D Yuskov*
 3:34.37 CAL D Yuskov    3:35.26 HEE P Roest     3:39.36 NUR W O Heuvel
 6:01.86 SLC T J Bloemen 6:06.82 GAN S Kramer    6:09.74 HAM S Kramer*
12:33.86 SLC G Fish     12:38.89 GAN S Kramer   12:50.40 NUR J Bergsma*
 3:34.68 SLC Nederland   3:37.08 GAN Noorwegen   3:39.95 VAN Nederland*
 1:17.31 CAL Canada      1:18.92 HEE Rusland     1:19.38 KOL Rusland
 136.065 CAL K Verbij    137.390 HEE Kulizhnikov 137.465 HAM T Shinhama
 145.561 CAL P Roest     147.934 HEE S Kramer    147.567 HAM S Kramer*

Er is nu natuurlijk een nieuwe wereldbeker gereden op TM. Hoe is die verhouding nu, met de nieuwe baanrecords, zoals op de 500 meter?
 
Naar aanleiding van een vraag in het topic van SLC, aandacht voor het aantal verschillende landen in één World Cup weekend. Telkens de top 9 van de lijst plus van elk jaar de World Cup met de meeste verschillende landen. Het record stond op 34 uit het huidige jaar en het vorige Olympische jaar. Opvallend is dat ook in 2010 al eens 33 verschillende landen een deelnemer hadden in een World Cup. De boel is ook nog uitgesplist naar dames en heren. Bij de heren duidelijk meer landen over al de jaren. Wat ook opvalt is dat het jaar 2012 onderaan staat. Vermoedelijk hangt dit samen met de invoering van de World Cup limieten. Zodoende werden een Oekraïnse met 2:14 op de 1500m en en Mongool met 7:11 op de 5000m in het seizoen ervoor geweerd. Uiteraard staat vorig jaar ook vrij laag. Dat de jaren 2001 t.e.m. 2005 onderaan staan komt doordat er toen nog aparte World Cups voor sprint en lange afstanden waren.

Aantal_landen_WorldCup_alleafstanden.jpg

Nu zal de vraag opkomen in hoeverre de nieuwe afstanden (mass start en team pursuit) de cijfers beïnvloeden. Dat is zeker zichtbaar, want zonder de nieuwe afstanden zou het jaar 2010 bovenaan staan.

Aantal_landen_WorldCup_klassiekeafstanden.jpg
 
Dan ook maar even kijken naar het totaal aantal deelnemers per World Cup weekend. Hier gebruik ik dezelfde uitsplitsing, top 12 per categorie en nog de 3 besten van de andere jaren.

Aantal_deelnemers_WorldCup_alleafstanden.jpg

Aantal_deelnemers_WorldCup_klassiekeafstanden.jpg

Duidelijk zichtbaar is de dominantie van de Olympische jaren die steeds de hele top 12 bezetten, uitgezonderd 1x 2020 bij de heren. Wat opvalt is dat waar de heren nu aan een record zitten, de dames in 2014 een record hadden.
Zonder mass start (en TP) zou het aantal deelnemers overall sinds 2006 nauwelijks zijn gestegen (bij de heren wel maar bij de dames gezakt).
 
Laatst bewerkt:
Ik houd de top 10 snelste combinaties op alle combinaties van twee en drie afstanden bij, en je kunt duidelijk zien dat vooral de mannen tegenwoordig veel minder vaak drie of meer klassieke afstanden rijden. In deze analyse neem ik alleen combinaties met een 1000 meter erin mee, want alle andere combinaties worden op allroundtoernooien wel verreden.

We beginnen met de 500/1000/1500 combinatie. Bij de vrouwen zie je schaatsers als Bowe, Takagi, Kodaira, en tot voor kort Heather Bergsma die met enige regelmaat rijden, maar bij de mannen is de laatste notering in de top 10 uit 2015 toen Nuis twee keer een 500 mocht rijden omdat een andere Nederlander afgezegd had. Degene die dit weekend het dichtste in de buurt kwam was Cornelius Kersten met 34.82/1:07.43/1:44.92. Dat de Nederlanders het niet doen komt voornamelijk omdat de concurrentie in eigen land heel sterk is, maar Kulizhnikov moet een aardige 1500 meter kunnen rijden en iemand als Vosté kan een prima 500 rijden.
upload_2021-12-7_16-35-4.png

Bij de 500/1000/5000 is het nog erger, want hier komt de meeste recente top 10 notering uit 2013. We missen Noord-Amerikanen die graag alle afstanden reden, maar ook bijvoorbeeld iemand als Fabris die een keer een 500 en 1000 meter mee heeft gepakt. De tijd van sprintende allrounders als Morrison, Hansen, en Davis is echt voorbij lijkt het.
upload_2021-12-7_16-40-36.png

De 500/1000/10000 is de combinatie met het grootste verschil tussen nummer 1 en 10 met ongeveer 3.3 punten. Het is niet zo vreemd dat deze combinatie niet vaak wordt gereden, al mis ik de tijd dat sommige schaatsers bij de Oval Finale gewoon alles reden. In 2009 reed Bloemen in vijf dagen drie 500 meters, twee 1000 meters, een 1500 meter, een 5000 meter, en een 10000 meter.
upload_2021-12-7_16-49-27.png

Van de 1000/1500/5000 zou je zeggen dat die redelijk makkelijk te combineren is omdat de afstanden dicht bij elkaar liggen, maar het gebeurt nauwelijks meer. Swings rijdt geen 1000, Mantia rijdt geen 5000, Johansson rijdt geen 5000, enzovoort. Het is waarschijnlijk een aardige tijd geleden dat iemand voor het laatst zowel onder de 1:08 als de 6:25 reed.
upload_2021-12-7_16-58-33.png

De 1000/1500/10000 en 1000/5000/10000 zijn allebei het gebied van de stayers die een keer een 1000 meter meepakken. Je ziet een paar schaatsers het op de Olympische Spelen doen en Bosker deed het twee keer bij Nederlandse kwalificatiewedstrijden. Ondanks dat ze natuurlijk geen kans hadden om hoog te eindigen deden ze wel mee omdat ze leuk vonden en waarschijnlijk om meer snelheid op te doen. Patrick Roest zou wel onder de 1:10 moeten kunnen rijden in Thialf en zou daarmee geen verkeerd figuur slaan bij een NK.
upload_2021-12-7_17-4-34.png

upload_2021-12-7_16-52-37.png

Op al deze zes lijsten bij de vrouwen (3/5 ipv 5/10) is de meeste recente notering van seizoen 20/21 of 21/22. Dat is veelal Takagi, maar de meest recente notering van iemand anders is ook op elke lijst van seizoen 18/19 of recenter. Er is het argument dat het makkelijker is omdat de afstanden dichter bij elkaar liggen, maar dat geldt niet voor de 500/1000/1500 combi. Buiten dat is de gemiddelde notering bij de 1000/1500/5000 vrouwen meer dan twee jaar recenter dan de 1000/1500/5000 mannen, en zijn 6 van de 10 van de lijst van de vrouwen recenter dan de meest recente notering bij de mannen. Je ziet schaatsers als ADJ, Takagi, Wiklund, Sáblíková, en Blondin al die drie afstanden wel eens rijden.

Wat denken jullie hierover? Is het toeval dat er nu toevallig minder van dat soort schaatsers zijn bij de mannen? Heb ik gelijk en is er een trend? Zo ja, wat kunnen daar de redenen voor zijn?
 
Laatst bewerkt:
Ik houd de top 10 snelste combinaties op alle combinaties van twee en drie afstanden bij, en je kunt duidelijk zien dat vooral de mannen tegenwoordig veel minder vaak drie of meer klassieke afstanden rijden. In deze analyse neem ik alleen combinaties met een 1000 meter erin mee, want alle andere combinaties worden op allroundtoernooien wel verreden.

Van de 1000/1500/5000 zou je zeggen dat die redelijk makkelijk te combineren is omdat de afstanden dicht bij elkaar liggen, maar het gebeurt nauwelijks meer. Swings rijdt geen 1000, Mantia rijdt geen 5000, Johansson rijdt geen 5000, enzovoort. Het is waarschijnlijk een aardige tijd geleden dat iemand voor het laatst zowel onder de 1:08 als de 6:25 reed.
Bekijk bijlage 3597
Het helpt niet dat je voor een 1000m in de buurt van de 1.08 op hoogte moet rijden en dat doe je amper, tenzij je uit Canada/VS komt.
Deze combinatie wordt nog wel geschaatst, Henriksen, Silovs, Lehman zijn wel mensen die ik op alledrie zie/zag starten. Maar doordat de WK's/OS'en al enkele jaren op snelle banen worden georganiseerd, is er voor een type Roest wat minder te halen op de 1000 bij de belangrijke toernooien. En er lijkt in veel landen ook wat meer binnenlandse kwalificatiedruk te zijn, waardoor je meer gedwongen wordt om je te specialiseren - als je je niet plaatst op de 1000m, waarom zou je dan je 1000m gaan aanscherpen.
 
Het helpt niet dat je voor een 1000m in de buurt van de 1.08 op hoogte moet rijden en dat doe je amper, tenzij je uit Canada/VS komt.
Deze combinatie wordt nog wel geschaatst, Henriksen, Silovs, Lehman zijn wel mensen die ik op alledrie zie/zag starten. Maar doordat de WK's/OS'en al enkele jaren op snelle banen worden georganiseerd, is er voor een type Roest wat minder te halen op de 1000 bij de belangrijke toernooien. En er lijkt in veel landen ook wat meer binnenlandse kwalificatiedruk te zijn, waardoor je meer gedwongen wordt om je te specialiseren - als je je niet plaatst op de 1000m, waarom zou je dan je 1000m gaan aanscherpen.
Alle 1000/1500/5000 combinaties in de top 10 zijn bij world cups gereden, en sinds na die twee in 2013 zijn er zes world cups (vijf als je de finale in SLC 2019 niet meerekent) waar een 1000/1500/5000 gereden werd en een WK afstanden (twee als je Inzell meerekent) op hoogte geweest, dus de kansen zijn er zeker wel.

Er zijn inderdaad wel schaatsers die de combi rijden (zie Henriksen in de 1000/1500/10000 lijst), maar de toppers lijken het minder te doen. Lehman is waarschijnlijk de beste schaatser die het nu doet en hij lijkt nu veel sneller te zijn dan voorheen, dus misschien is hij bij het Amerikaanse OKT de eerste in 8 jaar die in de lijst komt.

Over waarom zou je andere afstanden gaan rijden als je je toch niet plaatst, sommige schaatsers doen het om snelheid/duurvermogen op te doen. Nuis reed een 500 meter op het OKT 2017 en reed daarmee vermoedelijk de snelste 500/1000/1500 meter combi ooit op laagland. Hij heeft niets te zoeken op de 500 meter op de OS maar hij vind het prettig hem te rijden voor de snelheid. Takagi heeft internationaal niets te zoeken op de 5000 meter maar rijdt hem regelmatig. Davis reed in 2010 nog de 5000 meter op de OS ondanks nul medaillekansen, maar hij vond het toch leuk/verstandig hem te rijden. Dat zie je steeds minder. Je hoeft je niet eens te specialiseren op de afstand die je erbij rijdt, je kan het gewoon leuk vinden.
 
We hebben nu de twee world cups op de hooglandbanen gehad en dus kunnen we de balans opmaken over hoeveel nieuwe top 10 noteringen in de combinatielijsten er zijn. Er zijn 10 mogelijke combinaties van drie afstanden en dat is dus in totaal 100 noteringen.

Bij de mannen is er welgeteld één notering van dit seizoen. De 1500/5000/10000 combinatie van Bloemen bij de Canadese kampioenschappen. Bij de vrouwen zijn dat er negen, van Bowe, Wiklund, Mei Han, Schouten, Weidemann, Takagi, en Zdráhalova (3x). Je ziet echt dat bij de vrouwen veel vaker drie verschillende klassieke afstanden gereden worden.
 
Met de jaren en de technologische ontwikkelingen is Thialf steeds sneller geworden. Maar hoe is die ontwikkeling gegaan? Ik heb de winnende tijden van alle Wereldbekerwedstrijden in Thialf op de 1500m, 5km en 10km in drie afzonderlijke grafieken geplot.

1500m (116=1:56, 102=1:42)
Schermafbeelding 2021-12-26 om 09.09.27.png
In de jaren 90 lag de standaard zo rond de 1:54. De grootste uitschieter was een 1:52.0 van Postma, een jaar voor de klapschaats kwam. Toen die eenmaal verscheen, werd 1.48 vrijwel direct de standaard De tijden werden tot ongeveer 2010 steeds sneller, toen er een stagnatie en zelfs een terugval in de tijden zat. Sinds de Spelen van Pyeongchang is er weer een forse sprong in de tijden geweest: nu is 1.43 wat je moet rijden om te winnen. En wie weet wordt dat 1.42 met die nieuwe pakken...
Trek je 4 seconden af van de tijden op vaste schaatsen, dan volgen ze de lijn vanaf 1998.

5 kilometer (420=7:00, 360=6:00)
Schermafbeelding 2021-12-26 om 09.09.36.png
Bij de 5km waren de fluctuaties op vaste schaatsen een stuk groter. Het maakte meer dan 10 seconden uit of je met een super-Koss of een matige Ritsma te maken had als winnaar. De winnende tijden waren altijd boven de 6.40, op één supertijd van Johann Olav na. Met de klapschaats ging het altijd in 6.30 of sneller. De sprong in tijden in het Kramer-tijdperk is et zien, evenals de stagnatie in het Kramerloze jaar. De 6.05'jes tonen aan dat het nog steeds sneller gaat.
De vaste-schaatsen-tijden minus 14 seconden volgen de lijn vanaf 1998.

10000m (860=14:20, 760=12:40)
Schermafbeelding 2021-12-26 om 09.09.43.png
En dan bedenk je je dat er na 2012 maar één Wereldbeker op de 10km was in Thialf! Oeps. Dat zin vrij weinig data van die periode. Voor de klapschaats eindigden alle WBs 10km in Thialf in elk geval met een winnende tijd boven de 14 minuten. Op de klapschaats was het altijd minimaal 13:35. Romme legde in 2000 met die 13:03 een niveau aan de dag dat zijn tijd ver vooruit was. Het WR van Verheijen in 2005 valt in vergelijking daarmee minder op. Ik had niet meer voor de geest dat Bergsma in 2011 al 12:50 reed in Thialf. Het huidige baan- en wereldrecord van Van der Poel zou buiten de schaal van deze grafiek liggen...
Trek je ongeveer een halve minuut af van de tijden op vaste schaatsen, dan volgen ze min of meer de trend van de tijden erna.


ps. ik snap dat jullie benieuwd zijn naar andere afstanden, maar ik weet nog niet of ik de 500m wil doen, ik vul dit allemaal handmatig in, en die afstand wordt natuurlijk bijna altijd 2x gereden in een weekend
 
Ik had niet meer voor de geest dat Bergsma in 2011 al 12:50 reed in Thialf.
Die weet ik nog goed, ik was er namelijk bij aanwezig. De schok in het stadium was echt groot. Hij versloeg Kramer in een rechtstreeks duel en zette 'm bijna op een rondje (uiteindelijk was het gat zo'n 25 sec volgens mij). Slechts 1-2 sec boven het oude baanrecord van Kramer.
 
Die weet ik nog goed, ik was er namelijk bij aanwezig. De schok in het stadium was echt groot. Hij versloeg Kramer in een rechtstreeks duel en zette 'm bijna op een rondje (uiteindelijk was het gat zo'n 25 sec volgens mij). Slechts 1-2 sec boven het oude baanrecord van Kramer.

Dat weet ik ook nog goed. Helaas zijn beelden van die race nergens terug te vinden...
 
Back
Top