Marcel Vos
Well-Known Member
De Nederlanders zijn weer lekker uit vorm bij de wereldbekers. Iedereen wil zich uit alle macht plaatsen maar goed zijn lijkt ze niet uit te maken.
Follow along with the video below to see how to install our site as a web app on your home screen.
Nota: This feature may not be available in some browsers.
Bijzondere schaatsdag. Op elke afstand één schaats(t)er die er bovenuit steekt.
Waar Stolz een fenomeen is (elke race van hem is nu een bezienswaardigheid).
Op de 3 kilometer een volkomen normale uitslag (als je Wiklund wegdenkt).
1. Schouten 4.05,0
2. Weidemann 4.05,4
3. Groenewoud 4.06,3
4. Sábliková 4.08,3
5. Rijpma-De Jong 4.09,8
Echter een fantastische dag voor het Noorse schaatsen!
Wat een concentratie tijdens de race bij Ragne en dan die grote lach nadien.
Publieksfavoriet.
Het was een enerverende schaatsdag vanuit Stavangerów Mazowiecki. De tijden vielen tegen in de breedte. Zo snel ging het allemaal niet.
Maar winnaars voelen geen pijn. En vandaag waren alle winnaars verrassend.
Ragne Wiklund reed vijf 31'ers en toonde haar grootse vorm. 3000 meter lang toegejuicht worden. Door de bochten springen. Soepel rijden. Het was een typische Wiklund-opbouw, met vijf snelle ronden en dan een licht oplopend slot. Een prachtige race. Anders dan Claudia Pechstein, die met 4.26,55 vier seconden langzamer was dan bij de wereldbekerfinale van 1993 in Heerenveen. Wiklund keek en zag toe hoe de ploeggenote van de nummer drie van dat moment, Irene Schouten, niet aan haar tijd komt. Een seizoen lang was ze helemaal ongeslagen, Schouten. Maar dat was dus één seizoen lang. Nu is Schouten de nummer twee, Weidemann de nummer drie, Groenewoud bijzonder knap vierde en Wiklund de glorieuze eerste. Voor eigen publiek winnen. Dat moet toch een prachtige ervaring zijn, een warm bad, een warme sjaal, die ze waarschijnlijk niet nodig had gehad van de adrenaline. Rag-Ja. Win-Lund.
Daarvoor was er de 500 meter. 38'ers hier, 38'ers daar. Dat viel niet mee. Het was zacht ijs, toch? Dat zou sprintijs moeten zijn. Maar het bleek ook niet echt sprintijs. Matig ijs was het, en dat doet denken aan Seoul, niet waar? Min-sun Kim vond dat wel prettig. En daarmee beukte ze naar 37,55, sneller dan ze ooit op laagland reed. Of ja, beukte? Min-sun Kim heeft de lichaamsbouw van een soort sprintende Esmee Visser. Je zou niet zeggen dat daar een rondje 27,0 in zit, in dat kleine, dunne lichaam van Min-sun Kim. Maar dat kan ze dus zeker wel. 37,48 in Calgary was leuk, 38,33 en 1.17,55 in Seoul was knap, maar dit is het echte werk. Een groot talent was ze, met 16 al in de Wereldbeker, en na al die jaren is daar dan goud. En dan is ze 23.
Ja, en dan die 1500 meter.
What the actual f%#@!8^$? Jordan Stolz straalde een ongekende dominantie uit. En ik weet hoe dat komt. Na de wereldbekerfinale in maart kroop Jordan Stolz incognito, met een zonnebril en een capuchon en een nepbaard, het lege Thialf in. Alle lichten waren uit. Hij sloop door het stadion met een zaklamp. Maar wat hij zocht, vond hij nergens. Op aanraden van Shani Davis ging hij rondom het stadion kijken. En daar! Ergens in een bosje lag een langwerpig, blinkend, gouden voorwerp. Een scepter! Na al die jaren! De scepter van Sven Kramer! Daarmee kun je op twee afstanden naar keuze twaalf jaar lang domineren. Het was nog een hele klus om hem door de douane te krijgen. Maar Stolz kreeg het voor elkaar zoals Stolz zo veel voor elkaar krijgt. Hij nam het kleinood mee naar Amerika en nu ligt het naast zijn bed te blinken als nooit te voren. De energie van de scepter heeft hij in zich. De dominantie. De overheersing. Een bizar verschil was het, bijna twee seconden. Bijna alle modellen en voorspellingen en lijstjes kunnen de prullenbak in. De concurrenten strijden honderdste voor honderdste om het zilver, terwijl Stolz koeltjes de overwinning in zich opneemt en zich voorbereidt op de volgende afstand. De volgende zege. Het volgende record. Van vele.