Wanneer is Sven echt historisch?

gerrit stevens zei:
dedeut zei:
Er bestaat de zogenaamde 10.000 uur theorie die stelt dat 10.000 uur training en wat geluk ervoor zorgt dat je een topper kan worden in wat dan ook. De theorie is echter erg omstreden. Ik denk dat je de violisten casus niet door kan trekken naar het schaatsen en andere sporten. De reden is dat je relatief vaak in sport familieleden (vader-zoon, twee broers of broer-zus) ziet. Dit geeft naar mijn idee aan dat talent toch een zeer bepalende factor is. Bij violisten lijkt me dat niet zozeer het geval.

Bij wielrennen, schaatsen, voetbal, skien komen inderdaad relatief vaak succesvollen vader/moeder-zoon/dochter relaties naar voren.
Bij tennis echter veel minder. Ik ken maar een ouder-kind paar (Vera Sukova-Helena Sukova, jaren 60 en 80) en verder de broers Mayer (jaren 70) en de zusjes Williams.
Je doet onze eigen Richard en Michaella Krajicek hiermee toch tekort ;)
 
SprintMaster zei:
In het DvhN stond vandaag een stuk waarin werd aangetoond dat talent maar voor een klein deel bepalend is voor het uiteindelijke nivo. Er is nl een test geweest met 3 groepen violisten. Toen ze jong waren oefenden ze even lang. Maar op latere leeftijd bleek er flink verschil te zitten in het aantal uren dat ze oefenden. De groep met de beste violisten waren degenen die het meest geoefend hadden. De hobby violisten oefenden het minst.
Ik denk dat je die conclusie naar het schaatsen door kunt trekken. Heiden was niet zozeer een natuurtalent, maar eerder iemand die gewoon veel/zwaar trainde.

Dat de beste groep uiteindelijk het meeste oefende heeft natuurlijk ook een reden. Beter niveau -> meer plezier in het vioolspelen, meer motivatie om nog beter te worden.
 
gerrit stevens zei:
dedeut zei:
Er bestaat de zogenaamde 10.000 uur theorie die stelt dat 10.000 uur training en wat geluk ervoor zorgt dat je een topper kan worden in wat dan ook. De theorie is echter erg omstreden. Ik denk dat je de violisten casus niet door kan trekken naar het schaatsen en andere sporten. De reden is dat je relatief vaak in sport familieleden (vader-zoon, twee broers of broer-zus) ziet. Dit geeft naar mijn idee aan dat talent toch een zeer bepalende factor is. Bij violisten lijkt me dat niet zozeer het geval.

Bij wielrennen, schaatsen, voetbal, skien komen inderdaad relatief vaak succesvollen vader/moeder-zoon/dochter relaties naar voren.
Bij tennis echter veel minder. Ik ken maar een ouder-kind paar (Vera Sukova-Helena Sukova, jaren 60 en 80) en verder de broers Mayer (jaren 70) en de zusjes Williams.

Dan vergeet je er toch wel een hoop. Alleen al de laatste jaren: broers Escude, broers Lapentti, Bryan-brothers, Andy en Jamie Murray, Rochus broers, Safin-Safina, zusjes Radwanska, Kim-Elke Clijsters, 3 Bondarenko zussen, Korolev-Kournikova (neef/nicht). Ik kan bepaald niet zeggen dat ik veel weet van het tennis van langer dan 5 jaar terug, maar als ik er al zoveel op kan noemen.....
 
marc_ zei:
Dan vergeet je er toch wel een hoop. Alleen al de laatste jaren: broers Escude, broers Lapentti, Bryan-brothers, Andy en Jamie Murray, Rochus broers, Safin-Safina, zusjes Radwanska, Kim-Elke Clijsters, 3 Bondarenko zussen, Korolev-Kournikova (neef/nicht). Ik kan bepaald niet zeggen dat ik veel weet van het tennis van langer dan 5 jaar terug, maar als ik er al zoveel op kan noemen.....

Ik vergat er inderdaad een aantal en dan vooral Safin/Safina. Maar ik hou het tennis niet zo goed bij dus weet ik niet of die anderen nu echt (sub)toppers zijn.
Bij Elke Clijsters heb ik zo mijn twijfels.
En het dubbelen is toch min of meer een marginaal gebeuren geworden sinds de echte toppers (behalve de Williams sisters) zich daarin niet meer laten zien.


In voetbal heb je vader en zoon Cruijjf, Mulder, de Van der Kerkhoff broers, de De Boers, allen internationals.
En in wielrennen en schaatsen is dat ook echt veel meer.
Eddy Verheijen en Rieneke Demming de ouders van Carl Verheijen. Zou wel eens een dynastie kunnen worden als de spruit van Carl en Andrea ook een succes wordt.
Eric en Beth Heiden
Havard en Hege Bokko
Sverre en Maren Haugi en grootvader Sverre Haugli (brons 1948)
Harald en Kristian Strom
Oscar en Sigurd Mathisen (beiden wereldkampioen)
Vasili en Platon Ippolitov
Yep en Sven Kramer
Sheila Young en Elli Ochowicz
Diane en Kristin Holum
Nancy Swider-Peltz sr en jr.
Anni en Jan Friesinger en moeder Janina Korowicka.
Bjorn en Oyvind Tveter
Valentina Golovenkina Lalenkova en Evgeny Lalenkov
 
gerrit stevens zei:
marc_ zei:
Dan vergeet je er toch wel een hoop. Alleen al de laatste jaren: broers Escude, broers Lapentti, Bryan-brothers, Andy en Jamie Murray, Rochus broers, Safin-Safina, zusjes Radwanska, Kim-Elke Clijsters, 3 Bondarenko zussen, Korolev-Kournikova (neef/nicht). Ik kan bepaald niet zeggen dat ik veel weet van het tennis van langer dan 5 jaar terug, maar als ik er al zoveel op kan noemen.....

Ik vergat er inderdaad een aantal en dan vooral Safin/Safina. Maar ik hou het tennis niet zo goed bij dus weet ik niet of die anderen nu echt (sub)toppers zijn.
Bij Elke Clijsters heb ik zo mijn twijfels.
En het dubbelen is toch min of meer een marginaal gebeuren geworden sinds de echte toppers (behalve de Williams sisters) zich daarin niet meer laten zien.


In voetbal heb je vader en zoon Cruijjf, Mulder, de Van der Kerkhoff broers, de De Boers, allen internationals.
En in wielrennen en schaatsen is dat ook echt veel meer.
Eddy Verheijen en Rieneke Demming de ouders van Carl Verheijen. Zou wel eens een dynastie kunnen worden als de spruit van Carl en Andrea ook een succes wordt.
Eric en Beth Heiden
Havard en Hege Bokko
Sverre en Maren Haugi en grootvader Sverre Haugli (brons 1948)
Harald en Kristian Strom
Oscar en Sigurd Mathisen (beiden wereldkampioen)
Vasili en Platon Ippolitov
Yep en Sven Kramer
Sheila Young en Elli Ochowicz
Diane en Kristin Holum
Nancy Swider-Peltz sr en jr.
Anni en Jan Friesinger en moeder Janina Korowicka.
Bjorn en Oyvind Tveter
Valentina Golovenkina Lalenkova en Evgeny Lalenkov

Lijkt een heel aardig lijstje dat je zo opnoemt, maar als ik de namen zo zie beslaat dit een flinke periode. De namen uit het tennis die ik opnoemde zijn allemaal recente voorbeelden en ik twijfel er niet aan dat ik er nog een hoop vergeet.

Vergelijking met voetbal gaat ook wat mank, waar er in het tennis een man of 300 (dames+heren en enkel+dubbel samen) op een aardig niveau meedoen zijn er dat qua Nederlandse voetballers al een ruime 500, met over het algemeen kortere generaties dan in het tennis en schaatsen. In het schaatsen is er een man of 100-150 (mannen+vrouwen, sprint+lange afstanden) die tegelijkertijd op aardig niveau meedoen schat ik.

Ik denk dat tennis op dat gebied niet zoveel verschilt van andere genoemde sporten.
 
Onderstaand een fragment uit artikel op www.nu.nl. Voor nu ben ik het er wel mee eens: als hij nu ook al de 1500 meter gewonnen had, dan had hij nu al legende kunnen zijn na deze OS. Maar verder vind ik: het is gewoon nog te vroeg om Kramer al te kunnen plaatsen. hij kan toch een legende worden, ook al wint hij misschien nooit de 1500 meter op de OS. het is gewoon afwachten en Sven wordt pas historisch wat betreft zijn schaatsen als zijn schaatscarriere voorbij is.

'Kramer nog niet in rijtje legendes'
Uitgegeven: 23 februari 2010 15:31
Laatst gewijzigd: 23 februari 2010 15:30

AMSTERDAM - Schaatslegende Eric Heiden vindt dat Sven Kramer momenteel nog niet in het rijtje Johann Olav Koss, Ard Schenk, Heiden thuis hoort. Dit zegt de vijfvoudig olympisch kampioen in het Algemeen Dagblad.
© AFP"Begrijp me goed, he is a special guy", vertelt de enige schaatser die tijdens een olympisch toernooi een gouden plak won op alle individuele afstanden.

"Als hij de 1500 meter had gewonnen, had hij het niveau van ons soort schaatsers bereikt", vervolgt hij. "In het rijtje legendes past hij nog niet. Maar dat kan later in zijn loopbaan echt nog wel gebeuren."

Specialisatie

De prestatie die hij zelf in Lake Placid (1980) leverde, ziet Heiden niet meer geëvenaard worden. "Ik zie niemand meer die wat dat betreft in mijn buurt komt. In het verleden kon je je toeleggen op alle afstanden, er werd nog niet echt gespecialiseerd."

"Het allrounden was de norm, je moest alles kunnen. Nu zie je dat elke afstand zo'n beetje zijn eigen lichaamstype heeft. De Aziaten op de sprint, met hun lage zwaartepunt in de bochten."

"Een man als Shani Davis, gebouwd voor de middenafstanden. En een gigant als Sven, praktisch onverslaanbaar op de lange afstanden. Maar een alleskunner? Dat gaat echt niet meer."
 
Als Sven straks in Sotsji weer goud wint, doet hij natuurlijk iets wat Eric Heiden en vele anderen nooit gelukt is. Koss kon het wel (maar toen zat er maar twee jaar tussen de Spelen).
 
Zonnebloem zei:
AMSTERDAM - Schaatslegende Eric Heiden vindt dat Sven Kramer momenteel nog niet in het rijtje Johann Olav Koss, Ard Schenk, Heiden thuis hoort. Dit zegt de vijfvoudig olympisch kampioen in het Algemeen Dagblad.
© AFP"Begrijp me goed, he is a special guy", vertelt de enige schaatser die tijdens een olympisch toernooi een gouden plak won op alle individuele afstanden.

"Als hij de 1500 meter had gewonnen, had hij het niveau van ons soort schaatsers bereikt", vervolgt hij. "In het rijtje legendes past hij nog niet. Maar dat kan later in zijn loopbaan echt nog wel gebeuren."

Heiden vergeet nog een aantal namen. Thunberg, Ballangrud en Andersen.
En wanneer ben je een legende. Bepaald Heiden dat.
 
leenstrafan zei:
Als Sven straks in Sotsji weer goud wint, doet hij natuurlijk iets wat Eric Heiden en vele anderen nooit gelukt is. Koss kon het wel (maar toen zat er maar twee jaar tussen de Spelen).

Wat heeft Sven dan gepresteerd wat anderen niet konden
 
In mijn ogen heeft Heiden gelijk (hij bepaalt dat niet overigens, het lijkt me een mening). Sven Kramer is erg goed op de lange afstand, net als bijvoorbeeld Romme, Piet Kleine, Karlstad etc. Daarmee kan hij ook zijn kampioenschappen winnen. Hij past in het rijtje historische schaatsters als hij de 1500 meter beter gaat rijden, en dan bedoel ik niet zo zeer op de OS, maar in het algemeen. Die 13e plaats was pet. Op die afstand is hij relatief gezien sterk achteruit gegaan, ondanks een PR. Maar aangezien hij ook wel eens de 1500 heeft gewonnen en ook op de 500 goed heeft gepresteerd zou het allemaal nog kunnen lijkt me.
 
gerrit stevens zei:
leenstrafan zei:
Als Sven straks in Sotsji weer goud wint, doet hij natuurlijk iets wat Eric Heiden en vele anderen nooit gelukt is. Koss kon het wel (maar toen zat er maar twee jaar tussen de Spelen).

Wat heeft Sven dan gepresteerd wat anderen niet konden

Nou, Eric Heiden heeft maar tijdens één Spelen medailles gepakt, Hjalmar Andersen en Jochem Uytdehaage ook. Ard Schenk won tijdens één Spelen goud en vier jaar eerder al een medaille (dat heeft Kramer ook gedaan). Koss, Ballangrud en Thunberg wonnen wel goud op twee verschillende Spelen, iets wat Kramer in Sotsji zou kunnen bereiken.
 
gerrit stevens zei:
Heiden vergeet nog een aantal namen. Thunberg, Ballangrud en Andersen.
En wanneer ben je een legende. Bepaald Heiden dat.

Betekent dit vrij vertaald dat er geen legendes bestaan?
 
leenstrafan zei:
Nou, Eric Heiden heeft maar tijdens één Spelen medailles gepakt, Hjalmar Andersen en Jochem Uytdehaage ook. Ard Schenk won tijdens één Spelen goud en vier jaar eerder al een medaille (dat heeft Kramer ook gedaan). Koss, Ballangrud en Thunberg wonnen wel goud op twee verschillende Spelen, iets wat Kramer in Sotsji zou kunnen bereiken.
Thomas Gustafson heeft ook twee Spelen achter elkaar goud gewonnen: 1984 (5km) en 1988 (5 en 10km). Toch wordt hij nooit in het rijtje legendes genoemd, vreemd eigenlijk.
 
We zullen nooit weten wat Heiden nog meer zou hebben gewonnen als hij langer door was gegaan. Fysiek moet er nog veel mogelijk geweest zijn (hij stopte al op z'n 21e) maar geestelijk zat hij wel aan zijn limiet heeft hij herhaaldelijk laten weten.

Hij blijft voor mij absoluut de grootste. Niet alleen door die 5 x goud op de spelen (waren overigens zijn 2e spelen, want hij deed in 76 ook al mee, als 17 jarige), maar vooral door de combinatie meervoudig wereldkampioen allround en sprint in dezelfde jaren.
Bovendien is hij trainingstechnisch erg vernieuwend bezig geweest. Pas na vertoon van het legendarische filmpje dat Mart Smeets in de winter 78-79 van hem maakte zijn hier in Europa de ogen open gegaan en zijn veel van zijn trainingsmethoden overgenomen door in eerste instantie Noren en Nederlanders.
 
pol zei:
In mijn ogen heeft Heiden gelijk (hij bepaalt dat niet overigens, het lijkt me een mening). Sven Kramer is erg goed op de lange afstand, net als bijvoorbeeld Romme, Piet Kleine, Karlstad etc. Daarmee kan hij ook zijn kampioenschappen winnen. Hij past in het rijtje historische schaatsters als hij de 1500 meter beter gaat rijden, en dan bedoel ik niet zo zeer op de OS, maar in het algemeen. Die 13e plaats was pet. Op die afstand is hij relatief gezien sterk achteruit gegaan, ondanks een PR. Maar aangezien hij ook wel eens de 1500 heeft gewonnen en ook op de 500 goed heeft gepresteerd zou het allemaal nog kunnen lijkt me.

In jouw ogen is Verkerk en Ritsma zijn dus ook legendes. In de mijne ten minste wel.
Beiden wonnen bovendien individuele medailles op drie verschillende spelen (en drie verschillende afstanden).
Als Sven twee keer de tien zou winnen is hij natuurlijk ook een legende.
Maar wat is een legende.
 
[quote="leenstrafan]
Nou, Eric Heiden heeft maar tijdens één Spelen medailles gepakt, Hjalmar Andersen en Jochem Uytdehaage ook. Ard Schenk won tijdens één Spelen goud en vier jaar eerder al een medaille (dat heeft Kramer ook gedaan). Koss, Ballangrud en Thunberg wonnen wel goud op twee verschillende Spelen, iets wat Kramer in Sotsji zou kunnen bereiken.[/quote]

Er zijn een heleboel schaatsers die op meerdere spelen medailles hebben gepakt. Grishin, Johannesen, Gustafsson, Keller, Mey wonnen goud op meerdere spelen. Keller legendarisch. Misschien. Mey, denk het niet.
Ballangrud heeft goud gewonnen met een tussenpoos van acht jaar en werd WK met een spanwijdte van 12 jaar.
Heiden is inderdaad één der beste schaatsers aller tijden, maar voor de beste komt hij echt te kort.
Daarvoor zijn Mathisen, Thunberg of Ballangrud kandidaat, ook alleskunners. Mathisen hield de wereldrecords over alle courante afstanden.
 
gerrit stevens zei:
[

Er zijn een heleboel schaatsers die op meerdere spelen medailles hebben gepakt. Grishin, Johannesen, Gustafsson, Keller, Mey wonnen goud op meerdere spelen. Keller legendarisch. Misschien. Mey, denk het niet.
Ballangrud heeft goud gewonnen met een tussenpoos van acht jaar en werd WK met een spanwijdte van 12 jaar.
Heiden is inderdaad één der beste schaatsers aller tijden, maar voor de beste komt hij echt te kort.
Daarvoor zijn Mathisen, Thunberg of Ballangrud kandidaat, ook alleskunners. Mathisen hield de wereldrecords over alle courante afstanden.

Verkerk was erg goed, maar in mijn eigen herinnering uiteindelijk toch minder dan Schenk, vooral omdat Schenk veel beter sprintte. Daarin was en is hij toch exceptioneel, hij was echt heel erg allround. Ritsma heeft erg veel gewonnen, maar vaak zonder afstanden te winnen. Maar op de OS heeft hij toch constant goed gepresteerd. Ik weet niet in hoeverre je de vooroorlogse schaatsers met de naoorlogse kan vergelijken maar wat mij betreft kan Schenk ook in dat rijtje en over een jaar of 5 misschien wel Kramer
 
Ik vrees nu . :( Door een verkeerde wissel je titel verspelen. Terwijl je duidelijk de snelste bent.
 
Back
Top