Ik blijf in de openingen verstrikt, en het lijkt me interessant om de kijken op welke afstanden op het moment snel geopend wordt. Per afstand heb ik alle openingen sinds 97-98 onder een bepaalde limiet verzameld, en daarna gekeken hoeveel daarvan gereden zijn door nog actieve schaatsers. Ik mis vast wel ergens een snelle opening, zeker voor de lange afstanden, omdat ik voor de 500m en 1000m veel meer moeite heb genomen om het zo compleet mogelijk te krijgen dan de rest, maar dit is goed genoeg. Alle Russen heb ik als niet-actief geteld.
Ik begin met de afstand waar de meeste openingen door actieve schaatsers gereden zijn en eindig met de minste.
500 meter mannen: Van de 118 openingen onder de 9.5 seconden zijn er wel 60 (50.8%) gereden door een nog actieve schaatser. Yuma Murakami is goed voor 20 van deze, en Tingyu Gao nog eens 16. Dit bevestigt wederom dat de mannen tegenwoordig snel openen.
1500 meter vrouwen: De limiet is 25.00, en van de 58 openingen onder die limiet zijn er 28 (48.3%) gereden door actieve schaatsers. De koningin van snelle 1500 openingen, Heather Bergsma, doet niet meer mee, maar met Brittany Bowe, Miho Takagi, en Jutta Leerdam hebben we nog wel een paar andere snelle openaars over.
10000 meter mannen: Van de 44 openingen onder de 34 seconden zijn er 18 (40.9%) door schaatsers die nog meedoen gereden. Dit is 13 keer Ted-Jan Bloemen, 2 keer Seung-Hoon Lee, 2 keer Patrick Roest, en 1 keer Davide Ghiotto. De laatste keer dat Bloemen het deed was bijna 3 jaar geleden en voor Lee is het ruim 13 jaar geleden, dus eigenlijk wordt er minder vaak nu nog hard geopend dan deze statistiek doet denken.
1000 meter mannen: Limiet van 16.20, en 86 openingen daaronder, waarvan 35 (40.7%) door actieve schaatsers. Bijna de helft (16) zijn van Laurent Dubreuil, maar verder hebben we ook Yuma Murakami, Jordan Stolz, en Tatsuya Shinhama die het meerdere malen gedaan hebben.
1500 meter mannen: Hier is de limiet 23.20, met 23 (33.3%) van de 69 openingen gereden door nog actieve schaatsers. Dit is de enige die er dit seizoen al eentje bij heeft gekregen, met een 23.09 van Jenning de Boo. Als Thomas Krol niet was gestopt was het percentage veel hoger geweest want hij heeft het 11 keer gedaan, maar Jordan Stolz zit inmiddels ook al op 4, en er zijn best wel wat willeurige Canadezen en Japanners die een keertje snel openen, zoals Marc-Andre Doyon (23.18), Cooper Emin (23.09, 23.15), Masaya Yamada (23.06), en natuurlijk Souki Ooshima (22.92).
1000 meter vrouwen: Na drie mannenafstanden weer een keer de vrouwen. Onder de limiet van 17.60 seconden is 65 keer gereden, waarvan 16 (24.6%) door nog actieve schaatsers. Onze eigen Femke Kok is hier de grootste verdiener met zes keer, waaronder 17.53 op het afgelopen WK sprint. Ze is nog geen Sang-Hwa Lee, die met 12 keer recordhouder is.
3000 meter vrouwen: We gaan nu onder de 10 procent. Van de 54 openingen onder de 19.4 seconden zijn er maar 5 (9.3%) gereden door een nog actieve schaatser. Dit zijn Francesca Lollobrigida (19.02, 19.27), Miho Takagi (19.26), en Nikola Zdráhalová (19.32, 19.33). Ireen Wüst en Anni Friesinger waren met 16 en 13 snelle openingen degenen die het het vaakste deden. Vooral Friesinger deed het op bijzondere momenten. Ze opende vier keer onder de 19 seconden (18.81 Calgary, 18.82 & 18.85 SLC, en 18.94 Hamar), en opende zelfs 19.07 en 19.28 op de buitenbanen van Innsbrück en Den Haag. Hier mis ik ongetwijfeld nog wel een snelle opening van Friesinger bij een wedstrijd waarvan ik geen rondetijden heb, en waarschijnlijk opende Heather Bergsma ook wel onder de 19.4 bij haar 4:05.83 in Milwaukee in januari 2015, maar ook die rondetijden heb ik niet.
5000 meter vrouwen: Hier is de limiet een mooie ronde 20 seconden, en daar is 48 keer onder gereden. Maar 4 (8.3%) zijn gereden door schaatsers die nog meedoen. Dit zijn Martina Sáblíková (19.93), Francesca Lollobrigida (19.95), Merel Conijn (19.96), en Marijke Groenewoud (19.97). Ook hier hebben Wüst en Friesinger de records met 9 en 8 respectievelijk. Heather Bergsma heeft een bijzonder record, want ze heeft bij 100% van haar 5 kilometers de snelste opening ooit gereden. Op het WK allround 2015 reed ze haar eerste en laatste 5 kilometer, en ze opende in 19.35 seconden, ruim 2 tiende sneller dan Friesinger ooit reed in 2003.
5000 meter mannen: We hebben hier 52 openingen onder de 18.2 seconden, waarvan er maar 2 (3.8%) gereden zijn door nog actieve schaatsers. Dit zijn Patrick Roest met 18.05 bij zijn Nederlands record, en Shane Williamson die op het Japanese allroundkampioenschap in december 2014 opende met 18.10. De laatste keer dat we Williamson internationaal hebben gezien is 2022, en in Japan rijdt hij alleen maar lokale wedstrijden en geen kampioenschappen, dus ik weet niet eens of we hem wel moeten tellen. Sven Kramer en Jan Blokhuijsen domineerden dit en samen hadden ze meer dan de helft met 19 en 14 respectievelijk.
500 meter vrouwen: Waar is de 500 meter vrouwen gebleven? Hier, helemaal onderaan, met een zielige anderhalf procent. Er is in totaal 130 keer onder de 10.3 seconden geopend, en een zeer sneue 2 daarvan zijn gereden door nog actieve schaatsers. Dit zijn 10.24 van Andżelika Wójcik en 10.29 van Ruining Tian, allebei gereden bij WB4 21-22 in Calgary. En dat was ook de laatste keer dat er onder de 10.3 is geopend, dus het mag wel weer een keer. Zelfs als je de 63 openingen van Jenny Wolf weghaalt staat deze afstand met 3.0% (2/67) nog steeds onderaan.
------------------------
Conclusie: De mannensprint gaat hard, de vrouwen 500 meter is heel sneu, en op de lange afstanden begint men tegenwoordig wat rustiger om later meer over te houden.
Hieronder ook nog een plaatje met alles op een rijtje, inclusief de 3000 meter mannen die ik hierboven niet besproken heb. Verder staat er ook in wie de snelste opening per afstand heeft en wie er het vaakst onder de limiet heeft geopend.
