Voor schaatsers zelf, is de 10km alleen interessant als het een titanenstrijd is tussen niet-specialisten.
Reden is, dat het voor schaatsers absoluut niet loont zich te specialiseren in de 10km. Per seizoen zijn er immers slechts 3 á 4 10km wedstrijden: 1 NK, 1 WK, en 1 of 2 WB's. En een 10km specialist die zichzelf niet kwalificeert voor de 5km, rijd de WB in de B-groep.
In Nederland kan een schaatser zich specialiseren op de 10km, en de rest van het seizoen vullen met marathons - zie Bergsma, Kooiman en de Jong. Maar schaatsmarathons leven alleen in Nederland, dus buitenlandse schaatsers op de 10km zijn altijd allrounders/5km-specialisten, die de 10km "erbij" doen. En dus per definitie in het nadeel zijn.
Ik zie twee oplossingen:
- Maak de 10km een volwaardige WB-afstand, met evenveel wedstrijden per seizoen als de andere afstanden. Dit is geen ideale oplossing, omdat de 5km en 10km fysiek veel moeilijker te combineren zijn in 1 weekend, dan bijvoorbeeld de 1000m en de 1500m.
- Maak 5km de kwalificatie afstand voor de 10km. Op die manier maak je een einde aan de "10km-specialisatie", de WB's en WK's worden alleen nog gereden door de beste 5km rijders. Op buitenlandse schaatsers heeft dit geen impact, die hebben immers geen 10km-specialisten.