Poll: Wat te doen met het kwalificatiesysteem in 2018.

Discussie in 'Lange baan' gestart door dedeut, 30 dec 2013.

?

Wat te doen met het kwalificatiesysteem in 2018?

  1. Niets. Het huidige systeem (matrix + KKT + calamiteiten/TP-plekken) behouden.

    32,8%
  2. Het huidige systeem behouden, maar dan zonder TP-plekken.

    3,3%
  3. Het huidige systeem, maar dan met uitgebreidere mogelijkheden wat betreft calamiteiten.

    13,1%
  4. Het huidige systeem, maar dan met minder mogelijkheden wat betreft calamiteiten (echte trials)

    4,9%
  5. Het huidige systeem maar de matrix aanpassen (bijv. matrix die rekening houdt met tijdsverschillen).

    4,9%
  6. Het systeem van 2010 terug (schaatsers kunnen genomineerd worden op basis van eerdere prestaties).

    4,9%
  7. Het systeem van 2010 terug, alleen dan met strengere eisen voor het verkrijgen van een nominatie.

    23,0%
  8. Bondscoach systeem. Er wordt een KKT gehouden en vervolgens kiest een raad van wijzen de selectie.

    6,6%
  9. Nog een ander systeem, namelijk .....

    6,6%
  1. Passion-for-Skating

    Passion-for-Skating Well-Known Member

  2. Patrick John

    Patrick John Well-Known Member

    Bedankt voor je reactie!
    Nuances, aanvullingen en feiten zijn altijd welkom.
    Een uitgebreide reactie heb ik geschreven aan Payday in het Topic OKT, die het ook niet met mij eens is.
    Daarom alleen een korte reactie op jouw punten


    1) Mee eens en tot en met Sochi ook geen gigantisch probleem. voor de toekomst moet je wel kijken naar de verhouding, veel onderdelen en weinig deelnemers is ook niet reëel. Bovendien heb je dan niet altijd de beste sporters op een onderdeel op de OS. Dat is toch iets waar je ook op moet letten als IOC.
    2) Ik heb mijn stuk wat scherp geschreven, maar ik ga er wel vanuit dat Nederland moeite heeft gedaan. Ik vraag mij af of het genoeg is gezien de periode van 4 jaar.
    Ik ben het er overigens niet mee eens om sporters alleen voor een TP mee te nemen. Met de regel dat je ook individueel moet starten ben ik het wel volledig eens. Dat zou pas echt te veel schaatsers opleveren.
    3) Goede aanvulling, want het is volledig waar. Mjosaman heeft zelfs een mooi en volledig overzicht geplaatst.
    Ik denk overigens niet dat een remmer is te vergelijken met een individuele start op een schaatsonderdeel. De remmers moeten vooral snel zijn en zijn vaak atleten uit andere sporten, waar ze het net niet hebben gered of iets anders willen.
    4) Precies mijn punt, ik had niemand thuis gelaten er zijn met 18 startplekken op 6 onderdelen gewoon meer dan 10 toppers, daarom moet je vreemde/moeilijke keuzes maken, omdat de afstanden niet te vergelijken zijn.
    5) Mee eens dat het de enige voorbeelden zijn, die ik mij kan herinneren. Het waren inderdaad niet de gelukkigste beslissingen, maar ik ben op dit punt milder dan jij en vind niet dat de de KNSB heeft gefaald. Voor het OKT van 2010 was het systeem met nominaties en een OKT 2 het beste systeem. Het heeft door de ziekte van Koen Verweij tijdens het OKT 1, verkeerd uitgepakt. Zij hadden niet van te voren kunnen voorzien dat de bescherming van genomineerden zo zou uitpakken in de praktijk. Carl had ook op het OKT 2 Jan Blokhuijsen gewoon moeten verslaan.
    Wat betreft Bob de Jong, met toevallig hetzelfde slachtoffer, kon men niet ingrijpen. Bob zat al op de OS en hoe slecht zijn 5km ook was, als hij niet aangeeft ziek te zijn en zich zelf niet terug trekt voor de 10km, je kunt hem op dat moment niet meer dwingen.
    6) Ik ook, van mij mogen er meer van dit soort Academies en mag Nederland hier het voortouw in nemen.

    Voor 2018 heb ik hetzelfde basisidee als jij, ik ga hier ook nog over posten, maar is voor een andere dag.

    Patrick een schaatsliefhebber
     
    Laatst bewerkt: 2 jan 2014
  3. Monique

    Monique Well-Known Member

    Niks, ik begin helemaal tureluurs van het gezever van Daniel te worden. Hij wauwelt alsof ie non stop zo stoned als een garnaal is. Ik weet het, ik kan hem negeren, ga ik direct maar even doen.

    Edit: done.
     
    Laatst bewerkt: 2 jan 2014
    Jeronimo1 en Sidekick vinden dit leuk.
  4. schaatsfan79

    schaatsfan79 Member

    Ik heb gekozen voor het aanpassen van de matrix. Ik vind wel dat de 3e en 4e plaatsen nogal hoog in de matrix staan, terwijl die niet noemenswaardig wat toevoegen aan de kans op goud (zie eerdere posts met berekeningen). Ik heb daarom al zotten denken aan een soort puntensysteem dat bij de wereldbekers wordt gebruikt. Dan had bijvoorbeeld Nauta het op die punten 3000-4 en 5000-3 gehaald. Nuis trouwens nog steeds niet. Ik heb het nog niet verder uitgewerkt.

    Een verfrissende mening is leuk, maar je hoeft niet alles 10x te herhalen en ook on topic blijven is wel prettig. De onderwerpen lopen toch al zo in elkaar over dat niet-schaats gerelateerde zaken (zoals sommige posts van Daniel) nog meer afleiden.
     
  5. Bokito

    Bokito Active Member

    Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar een verdediging van het huidige systeem, zoals b.v. @Sidekick en @Mjøsaman hebben gestemd. Kan iemand mij uitleggen dat het een goede regel is dat:
    (1) Er maar één calamiteitenplek is. Stel: er hebben twee toppers een calamiteit. Conclusie: we moeten er eentje thuislaten.
    (2) Er niet wordt gekeken naar cumulatieve en opportuniteitskansen . Stel: Blokhuizen en de Jong rijden vrijwel dezelfde tijd op de 5 en 10 km. Nuis/Groothuis rijdt met bijna val een vierde tijd. Conclusie: we moeten Nuis/Groothuis thuislaten.
    (3) De calamiteitenplek alleen maar geldend is voor absolute wereldtoppers en als je daar dus net onder zit (plek 3/4 van de matrix), maar er een calamiteit is je geen enkele kans meer hebt. Stel: Leenstra wordt weggeduwd bij een wissel en haalt het daarom niet op de 1000 meter. Conclusie: Leenstra mag niet gaan want niet absolute wereldtop op de 1000 meter.

    Overigens heeft de poll iets problematisch, omdat er globaal gezien 4/5 punten zijn waarop systemen van elkaar kunnen verschillen (zie onderstaand) en niet op 16 voorstellen gestemd kan worden (misschien zijn sommigen wel voor uitbreiding van de calamiteitenregel en supernominaties, zoals @dedeut zelf ;) ).

    (1) Belang individuele sporters versus belang om meeste medailles te halen.
    (2) Hoeveelheid aanwijsplekken (grootte discretionaire bevoegdheid KNSB) oftewel extreem formele bepaling van sporters die gaan versus bepaling door een groep die er verstand van heeft.
    (3) Al dan niet supernominaties vooraf zodat geen OKT gereden hoeft te worden.
    (4) Reikwijdte calamiteitenregel: wat is een calamiteit, wanneer geeft een calamiteit je recht op een OKT II en wanneer kan de KNSB iemand gewoon aanwijzen vanwege de calamiteit.
    (5) Al dan niet gewone nominaties die recht geven op een OKT II ondanks verminderd presteren op OKT I en eventuele verdwijning van deze nominatie bij wanprestatie op OKT I.

    Tenslotte ben ik zelf voorstander van de invoering van de regel door het IOC dat de beste (b.v. 10) sporters op een bepaald onderdeel automatisch gekwalificeerd zijn. Het is schrijnend dat als je tot de top van de wereld behoort (en we willen toch zeker de top van de wereld actief zien op de Olympische Spelen), je mogelijk thuis moet blijven.
     
    Laatst bewerkt: 2 jan 2014
    Patrick John vindt dit leuk.
  6. Sidekick

    Sidekick Well-Known Member

    Er waren 3 aanwijsplekken. 2 voor de ploegenachtervolging en 1 voor calamiteit. Echter, er was nog een tweede aanwijsplek voor een calamiteit omdat minstens 1 van de aanwijsplekken voor de achtervolging niet werd gebruikt. Slimme opzet mijn inziens; het betekent dat de ploegenachtervolging voorrang heeft ten opzichte van (andere) toppers. Maar dus wel ruimte voor eventueel 3 toppers, aangezien de kans groot is dat je een topper ook op de ploegenachtervolging kwijt wil.

    Het klopt dat je in regelgeving nooit een perfecte samenstelling kunt garanderen, voor zover er objectief een perfecte samenstelling vast te stellen is. Het gaat om een balans tussen diverse doelstellingen. Kans op goud, kans op een medaille, duidelijkheid vooraf, niet kapot selecteren, etc.

    Wil je rekening houden met "cumulatieve en opportuniteitskansen", dan heb je een complex systeem nodig met regelgeving die je nooit dekkend kan krijgen en subjectieve correcties of tweaking achteraf om de boel kloppend te krijgen. Jij noemt 1 situatie, maar zo zijn er talloze te bedenken. Sjoerd de Vries rijdt plek 3 met Groothuis op plek 4 en op de 1500m een Tuitert met 2 tienden op Krol, die op de 1000m beter was, maar Nuis had een beter voorseizoen en misschien kan Ronald Mulder wel een uitschieter hebben, terwijl Ket over de 1000m en 1500m gemiddeld eigenlijk de beste is, en, ..., ehmm, ja, ga zo maar door.

    Ik heb het al eerder geschreven, maar wij zitten op een schaatsforum waarin we met veel kennis en achtergronden het schaatsen volgen, en vanuit onze luie stoel al vooraf een lijstje hebben van de 10 gewenste schaatsers voor zoveel mogelijk medailles. We hebben al kansberekeningen op goud in Sochi, we doen aan luchtdrukcorrectie, hoogtecorrectie, doortrekken van openingen op de 1000m en rondjes op de 500m, etc. Dat is allemaal erg interessant en leuk om aan mee te doen, maar we geloven in voorspelbaarheid en soms maakbaarheid.

    Uiteindelijk moeten de schaatsers een moment hebben waar ze zich kunnen bewijzen. Bij voorkeur 1 moment, want je wilt mensen niet kapot selecteren. Bij voorkeur de beste 3 of 4 per afstand want die zijn kennelijk in vorm en van een goed niveau. Dat moet de kern zijn. Maar wat doe je als je beste schaatser net dat moment ziek is? Of een andere calamiteit? En wat doe je als er meer dan 10 schaatsers de 18 startplekken innemen. En wat doe je als de specialisten voor de ploegenachtervolging wel goed zijn, maar op een individuele afstand net niet goed genoeg zijn?

    Een aanwijsvolgorde vind ik daarbij een goede oplossing qua ploeg van 10. Je moet op een duidelijke manier een keuze maken tussen bijvoorbeeld de nummer 2 van de 1500m en de nummer 3 van de 5000m. Door een bepaalde startplek een kans op een medaille (goud) te geven geef je vooraf aan de schaatsers aan voor welke startplekken ze moeten knokken. Misschien dat de wiskundige berekening van de matrix beter kan; ik heb daar weinig zicht op. Maar deze aanwijsvolgorde ishet duidelijkst.

    Een paar aanwijsplekken vind ik een goede manier om met calamiteiten van je wereldtoppers op te vangen en zorg te dragen voor de ploegenachtervolging. Ik zou er geen moeite mee hebben als er (ook) een mogelijkheid is voor een wereldkampioen om al eerder in het seizoen een voorselectie te geven. Net zoals dat 4 jaar geleden met Kramer en Wust gebeurde. Uiteindelijk is het KKT op een moment waar iedereen nog wel kan pieken zonder dat het de voorbereiding op de OS in de weg staat. En toch dicht genoeg erop om een juiste vorm te kunnen laten zien.

    Waarom wel calamiteitenaanwijsplekken voor absolute wereldtoppers, en niet voor iedereen die rond plaats 3/4 rijdt? Omdat de wereldtoppers onvervangbaar zijn. Nauta of Van der Weijden op de 3km? Tsja, je kan net zo goed Joling of Valkenburg sturen als je het mij vraagt. Hetzelfde niveau, die ene seconde die ze tekort kwamen is niet onoverbrugbaar. Misschien dat de kenners Valkenburg een ervaringscorrectie kunnen geven en stijgendevormcorrectie. En ze kan handig zijn voor de ploegenachtervolging. Of een laatsterondekanzeweldoortrekkeninsochicorrectie voor Ter Mors. Laten we gewoon de officiele uitslag als leidraad nemen. Het is het meest obnjectieve maatstaf die we hebben, en ook nog eens duidelijk.

    Dat een uitzonderlijk zeldzame situatie nu leidt tot deze uitkomst voor Nauta is ontzettend zuur, maar als je rondetijdenanalyses gaat loslaten en calamiteitscorrecties wil toepassen, dan is het einde zoek. Ik weet niet of er de afgelopen jaren meerdere vergelijkbare situaties zijn opgetreden. Dat zou best kunnen, maar ik weet ze zo even niet. Moeten we echt een heel systeem omgooien en willekeur introduceren voor die zeldzame situaties?
     
    Mjøsaman en brabantsneutje vinden dit leuk.
  7. Mjøsaman

    Mjøsaman Well-Known Member

    @Bokito.

    Er is geen enkel systeem perfect, want gelukkig is het sport en zitten er onvoorspelbare dingen in. Het heeft ook geen enkele zin om uitputtend calamiteiten te gaan beschrijven, want de werkelijkheid levert onverwachte dingen op. Heb je alle mogelijke foute wissels beschreven, maar ben je vergeten wat te doen als er een meteoriet door het dak valt. Ja, je lacht er misschien om, maar dat gebeurde wel afgelopen seizoen in Tsjeljabinsk. Dit systeem is ook niet perfect, maar wat mij betreft, levert het de meeste kans om met de beste ploeg aan de start in Sotsji te verschijnen.

    - Er waren in totaal 3 aanwijsplekken. Als de bondscoach niet beide aanwijsplekken voor de ploegenachtervolging wilde gebruiken, kwam er 1 extra bij voor een calamiteit, dus in totaal 2.

    - Grote voordeel van dit systeem, is dat een ieder precies wist waar hij aan toe was. En dat het een perfecte simulatie was van de Olympische Spelen. Ook daar is het erg jammer als je net die dagen een griepje krijgt. De absolute wereldtoppers hebben zich zonder enige moeite geplaatst, daarvoor zijn het ook absolute wereldtoppers.
    Uitbreiding van uitzonderingen voor calamiteiten voor mindere rijders, zie ik niet zitten. Want kunnen Arjen van der Kieft zonder transponder, Annette Gerritsen die vorig jaar Pfeiffer had, Jorien ter Mors die griep had, en niet in het minst Mjøsaman zelf met slechte genen en beperkte trainingsmogelijkheid niet ook allerlei redenen aandragen waarom zij toch een herkansing verdienen?

    - Je hebt het nog over een OKT2, maar dat stond helemaal niet in deze regels. De enige mogelijkheid van een skate-off was als er schaatsers in 1/1000 gelijk zouden staan.

    - Over dit systeem is overlegd met alle betrokkenen. Ze waren het vast niet over alles eens, maar ik heb het idee dat dit wel het compromis is tussen de ploegen die nog veel harder wilden selecteren (helemaal geen aanwijsplekken) en de ploegen die juist alles bij een (hopelijk beinvloedbare) aanwijscommissie wilden neerleggen. Het feit dat er een soort van overeenstemming was, maakt ook dat het moeilijk was om de regels achteraf nog te wijzigen. Zelf had ik in eerste instantie liever een skate-off gehad, maar dat had alleen gekund als alle coaches het daarmee eens zouden zijn, en dat was niet het geval. Maar zou ik dan voor 2018 wel de skate-off mogelijkheid willen? Ik geloof het toch niet, want dan hebben alle mindere goden opeens griep op OKT1.
     
    Sidekick en Svenfan1 vinden dit leuk.
  8. SprintMaster

    SprintMaster aangepast Medewerker

    @Daniel: gelieve on-topic te reageren.
     
  9. G1ant

    G1ant Well-Known Member

    Overal is een oplossing voor. Je zou een kleine voetnoot in de regels kunnen zetten voor het extreme en zeer ondenkbare geval dat tien rijders top-2 rijden. Dat de nummer twee van de zwakste afstand (soort mini-matrix) dan afvalt ten koste van 1 aanwijsplek ofzo.

    En wat betreft dat sommige afstanden zwakker zullen zijn. Klopt. Maar als je dit systeem invoert zal dat vanzelf redelijk gelijktrekken, denk ik. Rijders willen naar de Spelen. Als een type rijdster als Kamminga ziet dat de 1000m heel sterk bezet is en de 500m zwakker zal ze ook een strategische keuze gaan maken en zich op de 500 gaan richten. Maar je zou daarvoor ook nog een regel kunnen invoeren. De top-2 van een afstand gaat, maar wanneer er geen twee Nederlandsen in de top-10 van de WB-stand gaan, gaat alleen de winnaar. Bijvoorbeeld.

    Je krijgt dat nog steeds een beetje een matrix idee, met wel wat belangrijke verschillen. Bijvoorbeeld dat er op elke afstand minimaal 1 plek overblijft. Het nadeel van een nummer drie of vier sturen is dat je op een bepaalde afstand dan geen ruimte meer hebt voor aanwijsplekken. Dan krijg je dus hetzelfde als met Nauta en VD Weijden. VD Weijden plaatst zich gewoon volgens alle regels, staat hoog genoeg in de matrix, maar mensen vinden toch dat ze haar plek moet afstaan. Als je met calamiteiten/aanwijsplekken werkt, moet je zorgen dat je op elke afstand minimaal een plek overhoudt. Anders moet je het gewoon niet doen.

    Ik vind keiharde trials, zonder calamiteiten en met alleen 1 aanwijsplek voor de pursuit bijvoorbeeld, ook goed. Heel eerlijk. Maar sommige mensen die voor harde trials hebben gepleit (Wennemars bijvoorbeeld) zeggen nu ineens nav Nauta/VD Weijden, 'Ho eens even, nu gaan niet de beste rijders naar Sochi'. Maar dat is inherent aan elkaar. Dat moet je dan kunnen accepteren.
     
  10. Danielle

    Danielle Well-Known Member

    Ik heb gekozen voor het systeem van 2010 terug, alleen dan met strengere eisen voor het verkrijgen van een nominatie.
    Oftewel, de matrix van nu, maar dan met alvast de Kramers en de Wusten al ingevuld. Verder hebben we nu de ploeg die we van te voren zelf voor 90% wel in hadden kunnen vullen.
    Het voorkomt wel dat onze echte toppers toch moeten gaan pieken (al is een halve piek al genoeg pm te plaatsen waarschijnlijk).
     
  11. chicagodude

    chicagodude Well-Known Member

    Keiharde trials, net als in de VS met atletiek, zijn wat mij betreft ook prima. Weet iedereen waar ze aan toe zijn. Alleen moet je dan inderdaad kunnen accepteren dat soms niet alleen de allerbesten op een afstand gaan (vb.: Michael Johnson die door een blessure op de trials niet uitkwam op de 200m in 2000, waar hij huizenhoog favoriet voor was geweest).

    Ik kan daar persoonlijk wel mee leven, dan misschien wel 1 of 2 medailles minder, het zij zo.

    Overigens hebben de voornaamste slachtoffers, Oenema en Nuis, het vooledig aan zichzelf te danken. Oenema lijkt dit jaar gewoon niet goed genoeg, en Nuis heeft het simpelweg net niet waar kunnen maken, misschien toch vanwege de druk.
     
  12. Het is heel moeilijk, zo niet onmogelijk een waterdicht kwalificatiesysteem te bedenken. Ik neig toch terug naar het 'normale' nominatie-kwalificatiesysteem waarbij je in het pre-olympisch seizoen een nominatie kunt verdienen door een top acht-notering op een Wereldbeker of Wereldkampioenschap. Twee keer top twaalf is ook goed voor een nominatie. In het olympisch seizoen wordt de nominatie omgezet in kwalificatie bij een top twaalf-notering. Als er meer gekwalificeerden zijn dan startplaatsen, bepaalt de bondscoach wie er mag rijden op de Olympische Spelen. Deze neemt samen met de SCL een gegrond besluit. Geen OKT, dus.

    Op de 500 meter voor dames is het niet geheel ondenkbaar dat er meer startplaatsen zijn dan gekwalificeerden. Dan is het heel simpel: we laten een paar plaatsen open, of vullen die op met schaatsers die al geplaatst zijn op een andere afstand.

    Verder is het aantal van tien mannen en tien vrouwen uiteraard het internationale uitgangspunt dat in het oog gehouden wordt.

    Heel iets anders dan het huidige systeem. Te rechtvaardigen gezien het feit dat, pak 'm beet, Laurine van Riessen dit jaar geen enkel aansprekend resultaat heeft geboekt op de 500, en door een redelijke race op nationaal niveau naar de Spelen mag. Andere sporten hebben dit voordeel niet. Dat moet eerlijker.
     
  13. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    In jouw systeem heb je wel degelijk een OKT, namelijk het NK afstanden. Immers, vrijwel iedereen die zich in NL plaatst voor de WB's heeft het in zich om top twaalf te rijden. De enige truc is dus nog om je te plaatsen voor de WB's, en dat gaat via in NL altijd via het NK.
     
    leenstrafan vindt dit leuk.
  14. Er zijn verschillende mogelijkheden om je voor de wereldbekerwedstrijden te kwalificeren. Het eerste NK afstanden in het pre-olympisch seizoen, dan een mogelijkheid voor de tweede serie wereldbekers na de jaarwisseling. Dan nog een NK afstanden in het olympisch seizoen. Als je er nooit in bent geslaagd de wereldbekers te rijden, heb je ook simpelweg niks op de Spelen te zoeken.
     
  15. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    Ja, maar waarom zou je de kwalificatiemomenten voor de OS van het OKT naar de WB-kwalificatiemomenten willen verplaatsen? Je hecht er waarde aan dat de schaatsers die naar de OS gaan zich internationaal al hebben laten zien, schrijf je. Waarom dan zo'n slappe top-12 norm?
     
  16. Waarom ik de kwalificatiemomenten naar de WB wil verplaatsen? Om schaatsers meerdere kansen te geven zich te laten zien. Ze kunnen zich op de WB, het WK en bij bijzondere prestaties op een EK of WK allround nomineren of kwalificeren voor de OS. Dat lijkt mij beter dan alles van één wedstrijd te laten afhangen.

    Over de slappe top twaalf-norm: Ik heb het over een degelijke top acht-norm. Bewezen hebben dat je bij de top van de wereld hoort. Thomas Krol rijdt een leuke tijd op de 1000 meter bij het OKT, verder nooit echt in de buurt geweest van internationale prestaties, en rijdt zich bijna de OS-ploeg binnen. Hoort niet te kunnen.

    Al is het maar een voorselectie, om daarna te kunnen bepalen welke rijders het echt verdienen naar de Spelen te gaan. Daarnaast verplicht je de schaatsers van weleer een extra piekmoment in te gelasten richting de OS. Niet ideaal, en het ingooien van je eigen ruiten.
     
  17. SprintMaster

    SprintMaster aangepast Medewerker

    Een systeem is het mooist en duidelijkst als er nauwelijks uitzonderingen zijn en het aantal aanwijsplekken zo minimaal mogelijk. Een nominatiesysteem zorgt er voor dat mensen via slap bezette World Cups bepaalde privileges krijgen die ze anders nooit zouden hebben gehaald. Een Kramer/Wüst regel zou ik alleen laten gelden voor één afstand, waar ze de beste resultaten halen. Zo zijn ze iig zeker dat ze naar de OS gaan en houd je aanwijsplekken in de achterzak. ;) Onderscheid maken in absolute wereldtop = winnen WK/sterk bezette WC, wereldtop = top 3 rijden WC/sterk bezette WC en subtop = top 8 in een WK/sterk bezette WC. Calamiteit geld het eerst voor absolute wereldtoppers, maar kan bij geen gebruik doorschuiven naar wereldtopper/subtopper. Voor TP zou ik één aanwijsplek reserveren, 2 calamiteitenplekken.
     
  18. Patrick John

    Patrick John Well-Known Member

    4 januari 2014 - Nog 35 dagen tot aan de eerste langebaanwedstrijd in Sochi
    Kwalificatiesysteem 2018 (deel 1)

    Als je wilt bepalen wat het ideale kwalificatiesysteem is voor de OS in 2018, moet je eerst de uitwerking van de twee voorgaande OKTen evalueren. Zo kun je leren van je fouten en kun je de goede zaken wellicht kopiëren, waarom zou je twee keer het wiel uitvinden.


    2010 Vancouver

    Bijna perfect gedaan, gezien de situatie op dat moment. Voor het eerst was duidelijk dat het maximum van 10 schaatsers wel eens tot problemen zou kunnen leiden. Daarop is goed geanticipeerd met de prestatiematrix, van tevoren aangeven wat iedere positie op iedere afstand waard is in het geheel. Niet afwachten hoe er zou worden gereden op dit OKT en dan eindeloos discussiëren over wat de prestaties waard waren. Duidelijkheid vooraf.

    De invulling was ook goed, want destijds was de 500m bij de heren een afstand waarop alleen Jan Smeekens mee draaide in de subtop van de wereld en daarom kwam de nummer 2 op die afstand pas in beeld na alle posities op de lange afstanden en de 1000m. Uiteindelijk nog net genoeg voor Ronald Mulder om deel te nemen aan de OS in Vancouver in het jaar van zijn doorbraak. Geen toppers thuis dus op basis van de prestatiematrix van destijds. Natuurlijk ook goed geholpen door de enorme overmacht van de heren van Orie die veel dubbele startplekken veroverden op de korte afstanden.
    Ook bij de vrouwen geen problemen wat betreft de posities in de matrix, ook weer mede dankzij de overheersing van de ploeg Orie op de korte afstanden.


    Het reglement was duidelijk gericht op de sterkste ploeg naar Vancouver te laten gaan. Daarom kon je je van te voren plaatsen, werden de toppers beschermd tegen een toevallige uitschieter op het OKT door de benodigde nominaties en het OKT2 was al ingepland om alle genomineerden bij een calamiteit of ziekte een 2e kans te bieden.

    De duidelijkheid die deze regels verschaften was onderdeel van de sterkte van het reglement voor dat jaar. Het was duidelijk hoe je een nominatie kon behalen, het was duidelijk hoe je je van te voren kon plaatsen en het was duidelijk in welke gevallen een OKT2 zou plaatsvinden op een afstand en dat in geval zouden alle genomineerden die zich niet hadden geplaatst weer een kans zouden krijgen. Veel goeds derhalve.

    Bovendien werd er ook nog eens goed ingegrepen in het Olympische seizoen door nominatie via een tijd in de B-groep ook mogelijk te maken, zodat alle toppers een eerlijke kans hadden om een nominatie te halen.

    Ook inhoudelijk zat het grotendeels goed in elkaar, de eisen voor voortijdige kwalificatie waren streng genoeg. Wereldkampioen op een afstand word je niet zomaar en je moest ook nog in het Olympische seizoen zelf een WB-wedstrijd winnen om jezelf van te voren te kwalificeren. Zo kon Kramer zich terecht wel van te voren plaatsen en Groenewold zich terecht niet.


    Bijna perfect, want het ging toch nog mis. Carl Verheijen reed 6.15 op het OKT1, waarmee hij tweede werd achter Bob de Jong. Toch moest Carl nog naar het OKT2, omdat Koen Verweij één van de genomineerden op deze afstand ziek was en dus recht had op een 2e kans. Op het OKT2 verloor Carl van Jan Blokhuijsen die hij op het OKT nog met vele seconden had verslagen. Een nederlaag die ook nog eens grote invloed had op de ploegenachtervolging waarin Carl Verheijen een vaste waarde was met veel ervaring.

    Achteraf waren de nominaties wellicht iets te gemakkelijk te verdienen (Koen Verweij had 2x top 8 gereden in de Wereldbekers, dus je kunt je afvragen of hij recht had op een OKT 2), maar dat is achteraf gemakkelijk praten.
    Je kunt ook zeggen dat Carl ook op het OKT2 gewoon beter had moeten rijden of op OKT1 zich op de 10km had moeten plaatsen in plaats van vd Kieft. Carl had in dat seizoen geen topvorm. Kortom veel goeds in de reglementen voor kwalificatie in 2010, dus ook veel om op voort te borduren in de toekomst.

    Sochi 2014

    Over de reglementen voor het zojuist afgelopen OKT was ik minder enthousiast. Je kunt wel weer zien dat er heel goed is nagedacht over de kwalificatie. Men heeft de kritiek op het kwalificatiereglement in 2010 heel goed bestudeerd en aan de hand ervan aanpassingen gemaakt. Eerst dus de complimenten. De matrix is voortgezet, absoluut noodzakelijk, gezien het maximum van 10 schaatsers, de benodigde schaatsers voor de TP zijn uit de wind gehouden, het systeem van nominatie is zeer terecht afgeschaft. Met de nog grotere breedte in de top van het Nederlandse schaatsen vergeleken bij 4 jaar terug, zijn er op de meeste afstanden veel meer dan 5 schaatsers die zich kunnen plaatsen, terwijl er maar 5 zich voor de WB-wedstrijden kunnen plaatsen en dus een nominatie kunnen halen. Het NK-afstanden zou dan al grotendeels beslissend zijn, omdat daar de WB-tickets worden verdeeld.

    Dan de kritiek, met is iets te ver doorgeslagen in het veranderen tov de regels in 2010. Met het van tevoren plaatsen bescherm je wereldtoppers het best en dat gedeelte is ook volledig overboord gegooid. Met dat onderdeel en dezelfde invulling van de regels uit 2010 had Kramer zich op de 5 km en Wüst zich op de 1500m al geplaatst. Dat was toch echt niemand in het verkeerde keelgat geschoten. Nu was er toch echt een probleem geweest als Blokhuijsen bijvoorbeeld een blokje had weggetrapt en Kramer was gevallen en had geen 10km kunnen rijden of wanneer er een griepepidemie in de TVM ploeg was geweest.

    Je moet niet op alles willen anticiperen, maar je moet wel wereldtoppers beschermen als het kan op basis van objectieve en strenge regels.

    Kortom, met enig geluk dat er niet meer calamiteiten waren, weer een goed resultaat.
    Helaas wel iets te radicaal het totale systeem van 2010 overboord gegooid, maar ook weer een goed reglement met ook weer genoeg aanknopingspunten voor de toekomst.

    Als het beste van de twee bovenstaande systemen wordt samengevoegd, heb je in mijn ogen het ideale kwalificatie systeem voor de OS in Pyeongchang in 2018, maar dat is voor morgen.

    Patrick een schaatsliefhebber
     
    Laatst bewerkt: 4 jan 2014
    frederica vindt dit leuk.
  19. Mjøsaman

    Mjøsaman Well-Known Member

    Waarom vertel je niet dat in 2010 ook de genomineerde Bob de Vries ziek was voor de 5000m, en dat er daarom sowieso een OKT2 plaats moest vinden met meerdere schaatsers.

    En waarom ook niet over het aanwijzen van duidelijk niet in vorm zijnde genomineerden, die op de Olympische Spelen uiteindelijk teleurstelden? Ik heb het hier over Jan Bos (6e op het OKT), of Renate Groenewold (die met een 9e plek op het OKT uiteindelijk ging). Zij waren de belangrijkste redenen om het dit keer anders te doen.
     
    Patrick John vindt dit leuk.
  20. Patrick John

    Patrick John Well-Known Member

    Bedankt voor je reactie en je terechte en nuttige toevoegingen.
    Goed opgemerkt, behalve Koen was ook Bob de Vries ziek.

    Ook goede opmerking, de genomineerden kregen nog meer privileges dan ik noemde.
    Je geheugen is uitstekend.

    Maakt voor het verhaal overigens niet uit, ik denk nog steeds dat het systeem van toen goed paste bij de situatie van toen. De nominaties werden te gemakkelijk gegeven, dat is duidelijk, maar in die situatie denk ik dat er goed is gehandeld met het aanwijzen van Jan en Renate. Over die twee was de commotie ook niet, dat ging om het geval Verheijen.
    Met de sterkte in de breedte van destijds, was het terecht om Jan en Renate de kans te geven. Achteraf kun je misschien gemakkelijk zeggen dat er anderen hadden moeten gaan, maar van Nuis bijvoorbeeld had nog niemand gehoord en Jan had vaker bewezen er op het juiste moment te kunnen staan. Later bleek dat hij een virus had en daardoor een dalende lijn had.

    Ook ben ik het, zoals ik al schreef, eens met het feit dat de nominaties voor de kwalificatie voor de OS 2014 geen onderdeel uitmaakten van de procedure.
    Het was alleen geen reden om ook het vooraf kwalificeren over boord te gooien, daarvoor waren de eisen streng genoeg en ze hadden ze zelfs nog strenger kunnen maken, maar afschaffen was niet nodig.
     

Deel Deze Pagina