Nu de renners in de Tour de France hun grote ronde voor twee derde hebben voltooid, lijkt het me een mooi moment om eens naar het Franse schaatsen te gaan kijken – dit is ten slotte een schaatsforum. Het is een vreemd schaatsland, Frankrijk. Nou ja, het is eigenlijk helemaal geen schaatsland, hoewel de Olympische Winterspelen maar liefst drie keer in Frankrijk werden gehouden. Het gaat dan om Chamonix, Grenoble en Albertville, drie buitenbanen, die allang gesloten zijn. Het zou een mooie Touretappe zijn, van Chamonix via Albertville naar Grenoble. En – ik heb even wat zitten proberen – vanaf daar naar de Alpe d'Huez. Goed, ik dwaal af, het ging om het Franse schaatsen.
Niet stoppen
Als je in de historie van het schaatsen gaat kijken zie je dat er altijd wel een Fransoos in de uitslagen opduikt. Zo deed in 1902 Georges de Stoppani mee namens Frankrijk op het EK. Stoppa-ni geldt echter niet voor zijn carrière: het EK 1902 is het enige toernooi waar hij ooit aan meedeed. Léon Quaglia deed het heel netjes op de OS 1924 in eigen land met 3 top-10 plekken, waaronder plek 6 op het allrounden en plek 7 op de 10km. André Kouprianoff haalde zowaar zilver op het WK allround en zilver en brons op het EK allround in jaren 60.
In de jaren '80 reed Hans van Helden voor Frankrijk en dat leverde bijna een schaatsmedaille op – Hans des Héros werd vierde op de 1500m in Sarajevo en ook in 1988 in Calgary deed hij nog niet mee. Zijn vrouw Marie-France, die de naam van het land in haar voornaam heeft zitten, reed op die Spelen het nationale record van Frankrijk op de 500 meter dat nog altijd staat (42.49). Nee, het Franse vrouwenschaatsen is niet heel groot. Ook het NR 5000m van Stéphanie Dumont stamt uit die periode, een tijd van net boven de 8 minuten. Mathilde Renou reed in 2009 de andere records: 1:25, 2:10 en 4:31.
De generatie Contin
Medailles voor Frankrijk waren er kort voor de eeuwwisseling niet. Claude Nicouleau werd nog eens 4e op een WB 500 meter in Baselga, in het eerste jaar dat de WB bestond. Cédric Kuentz reed veel goede uitslagen, maar hij kwam in 1999 bij zijn beste WK afstanden niet verder dan de ondankbare 4e plaats op de 1500 meter. Daarna kwamen de marathonnende Fransen, zoals Michaud en Briand en Loy, die in de jaren '00 allemaal medailles haalden op Wereldbekers, maar dan wel in de B-groep. Benjamin Macé kwam in 2011 wel heel dichtbij met een 4e plaats in de A-groep bij de WB 1500m in Heerenveen. Ewen Fernandez haalde zilver in 2012 op de nieuwe massastart, dat was in Kolomna. Goed bezig, die inliners.
Maar de grootste Franse schaatser van deze eeuw is duidelijk Alexis Contin. Op de traditionele afstanden waren er veel net-nietjes. 4e EK allround 2010, 5e WK allround 2015, 5e WK afstanden 5km 2012, 5e WK afstanden 1500m 2015, en ook 4e op de OS 10km 2010. Oftewel, als Skobrev was geschrokken van Kramers verkeerde wissel en per ongeluk ook de verkeerde baan in was gereden, had Contin brons gehad. Op de massastart kwam Contin het beste uit de voeten. Daarop haalde hij eenmaal zilver en tweemaal brons op de wereldkampioenschappen. In de wereldbeker haalde hij in totaal 8 medailles, waarvan één goud, de MS van Inzell in 2015. Frankrijk kwalificeerde zich ook voor de ploegenachtervolging op de OS in 2014, met vervolgens dat Jillert Anema-gedoe.
En nu?
Opvolging voor Contin kwam snel. Timothy Loubineaud baarde in 2020 enorm opzien door op de WK afstanden in SLC 7e te worden op de 10km, zonder trainer of coach. 6:14 en 12:58, dat is snel hoor. Maar deze Franse Peter Michael liep in de jaren daarna tegen veel blessureleed aan en een vervolg van dat succes kwam niet. Maar wat niet is kan komen. Afgelopen jaar kwam hij tot 6:18 en 13:29.
Maar er schaatsen meer Fransen. Zo reed de 23-jarige Mathieu Belloir in seizoen 21/22 1:48 en 6:35. Voor de corona had hij nog 1:52 en 6:51 staan. Nils
van der Poel mag dan stoppen, er schaatst in elk geval nog wel een
Mathieu rond.

Germain Deschamps is nog een paar jaar jonger en hij reed 1:51, 6:37 en vooral 13:49. Voor een junior mag dat er absoluut zijn. In Calgary rijdt al een aantal jaar Thomas Méline rond, maar hij verbetert zich niet echt, maar hij is wel de snelste Fransman op de 500m van afgelopen jaar. Op de 1000m is dat Valentin Thiebault, die in zijn vierde 1000m ooit 1:11.91 reed.
Tot slot heb je nog een paar vreemde eenden in de bijt. Clément Chaduc rijdt regelmatig wedstrijden in Noorwegen, waaronder op de 10 kilometer. Alexandra Rolland reed al eens 2:09 in Stockholm, maar internationaal meedoen zit er niet in, want dat was op de 1000 meter. In Seoul rijdt al een tijdje oud-shorttrackster Charlotte Guillermin rond, die snuffelt aan de nationale records, maar ze nog niet kan verbreken. Ik hoop voor haar dat ze een keer op een andere baan kan rijden dan Seoul, waar het ijs zo ruw is dat je er je nagels op kan vijlen.
Conclusie
Het Franse schaatsen is apart. Het schaatsen leeft absoluut niet in Frankrijk, maar er is door een aantal individuele succesjes toch wat historie opgebouwd. Maar een manier om het schaatsen in Frankrijk leven in te zwengelen zie ik niet echt. En dat is jammer, want je zou in het Central Massief, de Pyreneeën of de Alpen heel wat mooie Europese hooglandbanen kunnen bouwen. Langebaanschaatsers voor op een eventuele ijsbaan zijn er niet, maar inliners zijn er natuurlijk wel. En shorttrackers ook! Net als in Quebec is shorttrack in Frankrijk groter dan langebaanschaatsen. Misschien zou je daar nog wat schaatsers van naar de langebaan kunnen trekken. Voorlopig zie ik het echter niet gebeuren.