G1ant
Well-Known Member
Als ik de baas van de ISU zou zijn en ik een plan moest maken voor hoe schaatsen er in 2030 uit moest zien...
- Elke twee jaar (even jaren) een klassiek WK allround in combinatie met een WK sprint. In olympische jaren in maart, in niet-olympische jaren in februari. Altijd op een buitenbaan, eventueel een pop-up-versie. Met heel veul deelnemers, waarvan 16 rijders op de 10 kilometer. NOS zendt gewoon de onbelangrijke ritten lekker op de livestream uit voor de liefhebbers. (Hoewel de echte liefhebbers natuurlijk gewoon in het stadion zitten). Gewoon lekker historisch schaatsen kijken. Er zullen toppers afzeggen, maar ik denk dat het deelnemersveld er dan niet zoveel toe doet. Het grote publiek kent ook geen marathonschaatsers, maar kijkt toch als er in Nederland op natuurijs wordt gereden.
- Elke twee jaar (oneven jaren) een WK afstanden in februari.
Daarbij worden gereden:
- Een 500 meter via knock-outs: tijdronde, 1/8-finale, 1/4-finale, 1/2 finale, finale
- Een 1500 meter: tijdronde en daarna een finale en een strijd om het brons
- Klassieke 10 kilometer voor mannen en 5 voor vrouwen.
- Teampursuit: tijdronde en daarna een finale en een strijd om het brons
- Massstart
Ja, meer starts. Maar het nadeel daarvan valt mee. De 500 meter specialisten zullen veel vaker moeten starten om goud te winnen, maar dat is voor iedereen hetzelfde. De combinatie 500 en 1500 wordt veel moeilijker. Maar hoeveel schaatsers zijn er die de 500 en 1500 in de wereldtop combineren? Ik komt uit bij Richardson en Bowe. Die zullen misschien kiezen. Tegenover mogelijk één extra start op de 1500 staat dat de 1500-meter specialisten geen 1000 meter of 5000 meter hoeven te rijden, wat ze bijna allemaal nu wel doen. En dan het voordeel: hoe mooi zou een 1500-meter finale tussen Verweij en Brodka om het goud in Sochi zijn geweest. En een 500-meter finale bij het afgelopen WK tussen bijvoorbeeld Smeekens en Ihle. De spannende directe ritten waarbij het om de ritwinst gaat zijn vaak toch het mooist.
Op deze manier is de 10 kilometer als enige traditionele onderdeel prima houdbaar tot in lengte van jaren, denk ik. Ook het atletiek heeft onderdelen die per se voor het grote publiek bedoeld zijn (50 km snelwandelen!). En het langlaufen heeft ook nog één tijdritondereel.
- Elke twee jaar (even jaren) een klassiek WK allround in combinatie met een WK sprint. In olympische jaren in maart, in niet-olympische jaren in februari. Altijd op een buitenbaan, eventueel een pop-up-versie. Met heel veul deelnemers, waarvan 16 rijders op de 10 kilometer. NOS zendt gewoon de onbelangrijke ritten lekker op de livestream uit voor de liefhebbers. (Hoewel de echte liefhebbers natuurlijk gewoon in het stadion zitten). Gewoon lekker historisch schaatsen kijken. Er zullen toppers afzeggen, maar ik denk dat het deelnemersveld er dan niet zoveel toe doet. Het grote publiek kent ook geen marathonschaatsers, maar kijkt toch als er in Nederland op natuurijs wordt gereden.
- Elke twee jaar (oneven jaren) een WK afstanden in februari.
Daarbij worden gereden:
- Een 500 meter via knock-outs: tijdronde, 1/8-finale, 1/4-finale, 1/2 finale, finale
- Een 1500 meter: tijdronde en daarna een finale en een strijd om het brons
- Klassieke 10 kilometer voor mannen en 5 voor vrouwen.
- Teampursuit: tijdronde en daarna een finale en een strijd om het brons
- Massstart
Ja, meer starts. Maar het nadeel daarvan valt mee. De 500 meter specialisten zullen veel vaker moeten starten om goud te winnen, maar dat is voor iedereen hetzelfde. De combinatie 500 en 1500 wordt veel moeilijker. Maar hoeveel schaatsers zijn er die de 500 en 1500 in de wereldtop combineren? Ik komt uit bij Richardson en Bowe. Die zullen misschien kiezen. Tegenover mogelijk één extra start op de 1500 staat dat de 1500-meter specialisten geen 1000 meter of 5000 meter hoeven te rijden, wat ze bijna allemaal nu wel doen. En dan het voordeel: hoe mooi zou een 1500-meter finale tussen Verweij en Brodka om het goud in Sochi zijn geweest. En een 500-meter finale bij het afgelopen WK tussen bijvoorbeeld Smeekens en Ihle. De spannende directe ritten waarbij het om de ritwinst gaat zijn vaak toch het mooist.
Op deze manier is de 10 kilometer als enige traditionele onderdeel prima houdbaar tot in lengte van jaren, denk ik. Ook het atletiek heeft onderdelen die per se voor het grote publiek bedoeld zijn (50 km snelwandelen!). En het langlaufen heeft ook nog één tijdritondereel.