overkomen/buitenkant ijzers: oefenen of komt vanzelf?

Discussie in 'Techniek & training' gestart door ijskonijn, 19 jan 2013.

  1. ijskonijn

    ijskonijn New Member

    Inmiddels schaats ik nu voor het 3e seizoen met veel plezier, 3x per week. Ik ben leuk vooruit gegaan, kan snoeiharde bochten rijden maar het rechte stuk blijft een doorn in mijn oog: ik kom niet op de buitenkant van mijn ijzers terecht, ik kan niet overkomen. Mijn trainers zeggen: dat komt vanzelf. Maar ik ben niet zo geduldig, ik wil graag nog beter schaatsen en vraag me af of dat inderdaad zo is, dat het vanzelf komt, want ik vind die buitenkant ook eng. De enkele keer dat ik er per ongeluk op terecht kom, ben ik bang dat ik omval en heb ik het gevoel dat ik niet meer kan sturen. Ergo: ik vraag me af of ik mezelf niet onbewust dingen fout aanleer waardoor ik never nooit op die buitenkant terecht ga komen. Dus wat is nu waar: kun je overkomen/buitenkant rijden oefenen of is het gewoon zo dat vrijwel niemand dit binnen 3 schaatsseizoenen kan en moet ik gewoon geduld hebben?
    Alvast dank voor jullie meningen!
  2. Tsuki

    Tsuki Active Member

    Heel herkenbaar dit! Aan dit punt werk ik dit seizoen ook veel, omdat ik ook niet zo geloof dat het vanzelf komt (daar valt in ieder geval niets van te zien bij groepsgenoten, waarvan sommigen al meer dan 10 jaar bij de vereniging schaatsen...). :(

    Wat voor mij lijkt te werken:
    - af en toe een bocht op één ijzer, zodat ik de bevestiging krijg dat ik zonder problemen op de buitenkant van mijn schaats kan 'hangen'.
    - niet proberen om meer op de buitenkant te komen, maar proberen om mijn voet ahw meer naar binnen te plaatsen (ten opzichte van mijn heup)

    Hopelijk reageren later de 'experts', want ik zou er eigenlijk wel bij willen aansluiten met mijn vraag: hoe kan het dat dit op mijn vaste schaatsen (Viking Laag I, natuurijs) beter lijkt te lukken dan op mijn klappers (Viking Nagano Allround)?
  3. stokbaars

    stokbaars New Member

    De tips van Tsuki zijn prima!
    Overkomen is het resultaat van een heleboel variabelen. De lijst hieronder is waarschijnlijk niet volledig, maar lijkt mij een goed begin:

    - Plaatsing van je schaats (zoals Tsuki zegt): je schaats meer recht door neerzetten ipv naar buiten (dus punt bijna recht door) en meer onder je zwaartepunt, en soms om te oefenen niet op het zwaartepunt maar naast je zwaartepunt aan de binnenkant.
    - timing: eerst de valbeweging inzetten. heup valt van je standbeen af...en dan pas zo laat mogelijk je nieuwe schaats plaatsen (zie boven) en je gewicht erop zetten. Doe je dit te vroeg dan blokkeer je de valbeweging en kan je niet lekker overkomen (wordt steppen)
    - een beetje snelheid: snelheid geeft balans (denk maar aan een fiets)
    - gevoel onder je voet in je schaats. Voel je de binnenkant van je schoen (aan de binnenkant bij het overkomen) om terug te kunnen sturen om niet te zwikken. Of je gebruikt de hele voetplaat om tegendruk te geven. (dit is misschien een verklaring voor Tsuki: je gaat beter om met de platte plaat van de viking dan met de kuitschoen van de nagano. Ook zijn die laatste natuurlijk een stuk hoger waardoor het enger is om over te komen. (angst om te zwikken?)
    - hoeken: je hebt enkelhoek nodig, en behoorlijke kniehoek, en heuphoek. Je maakt je daarmee kleiner zo wordt het makkelijker je zwaartepunt te vinden en dit te verplaatsen, over je schaats heen en weer terug.
    - ronding: sturen je schaatsen terug? Dat is de bedoeling. Je schaatsen moeten net als een fietsstuur vanzelf onder je zwaartepunt terug komen. Zo niet dan val je. om te sturen is je ronding belangrijk maar ook je gewicht achterop anders sturen je mooie ronde schaatsen noch niet.
    - op je heupen staan. als je staat op een ijzer voel je niet alleen je been, maar ook de bilspier waarin je hangt. die bilspier (of heup) die komt over je glijschaats te hangen.
    - Vertrouwen en rust: op het moment van overkomen, heb vertrouwen dat je schaats terugstuurt. je hoeft niets meer te doen. Doe niets, hou je gewicht achter, je hoeken vast, en je schaats vanzelf terug onder je zwaartepunt. Daarna komt je zwaartepunt weer aan de binnenkant te hangen. Tijd voor een nieuwe valbeweging...
    Zo zie je, je moet aan de hele schaatsbeweging werken om uiteindelijk lekker ontspannen op de buitenkant te kunnen glijden. bovenstaande toont ook aan dat je schaatsen niet op papier of via Teleac kan leren.

    Zelf ontdekte ik toen ik 17 was dat 'overkomen' bestond, terwijl ik toch al een aardige schaatser dacht te zijn.
    Het koste mij ongeveer een heel seizoen om het te leren.
    Mijn manier: eindeloos achter hele goede schaatsers schaatsen. En kijken, kopiëren en meebewegen...Eindeloos.

    Heel veel succes,
  4. stokbaars

    stokbaars New Member

    IJskonijn,
    ik ben zelf een beetje ontevreden over mijn antwoord, want natuurlijk is het mogelijk om te oefenen.
    Het is overigens niet nodig om 'over' te komen. Wij hoeven tegenwoordig niet meer te schaatsen als Ard & Keesie. Bovenkomen is genoeg, maar ja dan nog steeds, draait je schaats een beetje naar buiten, en dat is het lastige.

    Deel je schaatsschoen op in twee delen verdeeld door het schaatsijzer. het deel aan de binnenkant, het deel aan de buitenkant. Je moet met je voet contact maken met het deel aan de binnenkant. Als je dat goed voelt kan je tegendruk geven zodat je voet niet wegzwikt en je kan indien je dat nodig vind je schoen naar de binnenkant van je ijzer terugdrukken.

    Nu de oefening: maak vanuit stilstand 4 schaatsslagen en zet dan je schaats met de punt recht naar voren, en veel meer in het midden dan je normaal gesproken gewend bent. Het moet precies onder je zwaartepunt, ga op die schaats staan met je knie boven de punt van je schaats, dus je heb een enkelhoek en een kniehoek. Je glij dan als het goed is precies naar voren, en niet meer naar buiten zoals je gewend bent.

    Herhaal deze 4 slagen en doe het wederom en ga steeds iets verder met de plaatsing van je schaats, steeds meer naar het midden, tot dan je standheup 'over' je glijschaats hangt. Als je je enkelhoek vast houdt en je gewicht goed achterop gaat het gebeuren dat je schaats naar buiten gaat draaien, omdat je heup, en daarmee je zwaartepunt naast je schaats hangt, en je schaats gaat terugsturen naar je zwaartepunt.

    Een schaatser die overkomen goed beheerst kan zo een halve cirkel draaien zoals een kunstschaatser een 8 draait.
    gebruik de binnenkant van je schaats om te corrigeren indien nodig en hou contact met de binnenkant van je schaats gedurende de hele glijfase..

    Wederom, schaatsen is moeilijk om te leren, via een schriftelijke cursus,

    Succes.
  5. GluteusMaximus

    GluteusMaximus New Member

    Dit is snel (binnen 1 training) te leren door het je te laten voelen.

    Overkomen is balans, welke je het snelste onder de knie krijgt door deze balans te oefenen in de beweging waar je deze nodig hebt, dus tijdens het schaatsen zelf.

    Benodigdheden:
    - een rustig trainingsuur
    - een meeschaatsende trainer of assistent

    Om dit voor 2 benen tegelijk te leren is zo goed als onmogelijk, begin daarom eerst met links. Dit been heeft sowieso al een voorsprong omdat deze gewend is te 'kantelen' in de bocht.
    Hopelijk kun je een trainer vinden die naast je op de rechte stukken in jouw slag met je meeschaatst en je hand vasthoudt, dan kun jij je balans op de buitenkant opzoeken. Het is zaak aan de trainer jouw hand steeds wat minder te ondersteunen, maar wel paraat (hand in hand) te houden voor disbalans. Begin met rustige rechte stukken en voer de snelheid iets op naarmate het beter gaat, als je dan weer terugvalt in je oude slag, even de snelheid weer wat terugnemen en opnieuw. Probeer het uiteindelijk alleen, met een beetje geluk red je dit al binnen één training. Neem wel regelmatig rust, want dergelijke trainingen vereisen enige concentratie (en dus energie), dus even omhoog in de bochten en na 3 of 4 rondjes even doorrusten.

    Na deze eerste training is het zaak dat je in de volgende trainingen niet eerst weer andere oefeningen gaat doen die het bewegingsplaatje verstoren (een uurtje rammen ofzo), investeer dus meerdere trainingen in het kantelen met links totdat de beweging ingeslepen is op verschillende snelheden en dus minder/geen aandacht meer vereist. Het rechterbeen komt pas aan de orde als het overkomen op links een automatisme is geworden. Dezelfde werkwijze geldt dan ook voor het rechterbeen.

    Met een bezemsteel is er wat meer afstand tussen jou en je trainer mogelijk, dit is vooral handig als een trainer het lastig vindt om met jou in je slag mee te schaatsen.

    Succes en laat nog eens wat horen van je progressie! :wink:
  6. ijskonijn

    ijskonijn New Member

    Ontzettend bedankt voor al jullie tips! Ik ga ze zeker uitproberen en ben erg benieuwd.
    Gisteren ben ik bij de sport-podotherapeut geweest en dat heeft een hoop duidelijk gemaakt. Mijn kuitspieren zijn te kort waardoor ik mijn voet niet netjes afwikkel van hak tot bal van de voet maar binnendoor, dus scheef, via de holling aan de binnenkant van mijn voet. Door die te korte kuitspieren lukt de enkel-kniehoek ook niet goed en zak ik dus steeds naar binnen op mijn voet. Ik ben enorm blij dat er een fysiologisch probleem is en het in die zin dus niet aan mijn onvermogen om te begrijpen wat de bedoeling is, ligt dat het maar niet lukt, en dat het oplosbaar is is nog veel fijner. De podotherapeut heeft vanmiddag zooltjes in mijn schaatsen geplakt die de holling van mijn voet opvullen waardoor ik niet meer naar binnen kan zakken als ik schaats en ik moet oefeningen doen om mijn kuitspieren langer te maken. Ik ga zo de baan op en ben erg benieuwd of ik het verschil met de zooltjes merk.

    Ik kom overigens rechts beter richting overkomen dan links, wat onlogisch is want in de bochten kan ik prima links buitenop staan, maar de holling onder mijn linkervoet is holler dan die onder mijn rechtervoet dus dat zal het verklaren. Ik denk dat het me in de bocht wel lukt door de middelpuntvliedende kracht en bovendien zet je af richting de buitenbocht met links, wat het makkelijker maakt met mijn "handicap" van het naar binnen zakken op mijn voet.

    Nogmaals erg bedankt voor het meedenken en de tips, ik ga ermee aan de slag en laat weten hoe het gaat!
  7. stokbaars

    stokbaars New Member

    IJskonijn, een paar sprintringen kunnen je misschien een beetje helpen bij te korte kuitspieren. Sprintringen kun je zien als een hielverhoging (een hogere hak).
    Sprinters zetten nog wel eens twee ringen (van die plaatjes) tussen de schoen en het IJzer. hierdoor komt de hiel een paar mm hoger en kan je je knie iets meer naar voren duwen.
    Waarschijnlijk is het op dit moment nog niet genoeg voor jou om je te korte kuitspieren te compenseren. Overleg het maar met je trainer!
  8. ijszoeker

    ijszoeker New Member

    Het is maar hoe je het bekijkt. Als je niet overkomt, staan je schaatsen meestal ver uit elkaar als je werkelijk aan je afzet begint en staat je lichaamszwaartepunt (zo wordt dat genoemd, LZP) tussen je schaatsen. Een lange slag maken is dan onmogelijk want je valt van je nieuwe standbeen naar binnen. Erg veel druk op je afzetschaats opbouwen is er ook al niet bij, want een deel van je gewicht rust al op je nieuwe standbeen (en je afzetbeen moet al half gestrekt zijn, zie hierna). Nu kan je die ellende proberen te compenseren door je bovenlijf (romp, schouders en hoofd) naar buiten te brengen. Dat kost onnodig kracht en bovendien komt je LZP naar voren (anders is die beweging zinloos). En dat is niet de bedoeling want afzetten doe je met je hiel. En de bal van je voet. Probeer dat eens en voel het als je afzet. Waarom met die bal? De bal van je voet zit aan de binnenkant van je schaats. Dus dwing je je schaats schuiner op het ijs bij het afzetten. Dat was toch de bedoeling? Dat kan je ook op hte droge bekijken: met de bal afzetten en met de buitenkant van je voet afzetten. Kijk ook wat je knie doet.

    Overkomen betekent dat je al je energie in de afzet kwijt kunt. Dat is het meest effectief als je been (sterk) gebogen is. Dus: diep zitten. Maar zorg dan wel dat je ook van dat eerste stukje afzet gebruik kan maken. Dat is het beste stukje. Daarom is het zinvol eerst af te zetten en dan pas je schaats op het ijs. Hoe kan dat dan? Hoe komt je gewicht dan goed over? Door je heup te draaien. Door je billen van de ene buitenkant naar de andere kant te bewegen. Je hoofd blijft min of meer op de zelfde plaats. Kijk maar eens goed naar een paar YouTube filmpjes over overkomen en afzetten.Die beweging van de heup/billen wordt versterkt door je knie naar voren te brengen, dus eigenlijk je heup. (een misverstand: door je voet snel naar voren te bewegen zou je snelheid winnen. Hoe is dat denkbaar? De schaats waarop je dan glijdt, heeft geen weerstand. Als je schaats wel weerstand heeft, verlies je met afzetten evenveel snelheid als je wint, minus andere weerstand)

    Een aardige oefening in afzetten is als je juist niet diep gaat zitten en dus alleen van dat eerste stukje afzet gebruik kan maken. Als dat lukt, moet je diep gaan zitten. Dan heb je je hele beenbuiging voor de afzet. Als je dan heup en billen goed beweegt, kom je vanzelf over.

    En nog maar een misverstand: zijwaarts afzetten. Ze bedoelen: niet te veel naar achteren. Ook hiervoor is het nuttig om naar YouTube filmpjes over wedstrijdrijders te kijken. Die zetten echt (een beetje) naar achteren af. Het voelt wel als 'naar voren' afzetten maar het is het niet.
  9. schaatsbart

    schaatsbart Member

    wat een reeks mooie antwoorden.
    Nog een aantal punten.
    1.Wacht met je afzet tot je voldoende heb teruggestuurd, dat maakt de afzethoek tussen beide schaatsen kleiner, zeg maar 90 graden. doe je dit niet dat krijg je dat naar achterschoppen, op het moment van afzetten, dit is simpelweg een meetkundig en natuurkundig gegeven; en de crux van het zijwaartsafzetten. probeer dit goed te begrijpen. Nb dit geldt niet voor de start, dan wordt er snelheid opgebouwd en is nog geen glijfase.
    2Je voelt het terugsturen, dat de punt van je schaats in de rijrichting van de baan komt, met de valbeweging bevind het lzp zich al ver vanaf je glijbeen, cq afzetbeen, en dat is de bedoeling. de zijwaartse druk is tevens afzetdruk( vandaar zijwaarts afzet) Bij de laatse fase van de afzet afwikkeln tot de bal van je voet, en rustigaan.
    3. het plaatsen van je nieuwe schaatsbeen is onder je door, minof meer paralel aan je afzetbeen. (vandaar die 90 graden hoek zeg maar)Dit gaat makkelijker met iets meer snelheid.De psychologische drempel hierbij is dat je bang bent om om te vallen,je hebt nog geeneens grip), terwijl het even belangrijk is dat op het moment van plaatsing van je nieuwe schaats, je massa meteen meekomt, dat verzekert je van grip, het kan helpen om met het plaatsen eerst contact met je hiel resp achterkant ijzer, met het ijs te maken. je ontvangt je massa dus ook achterop je ijzer, resp hiel.
    check dit maar eens op het droge!
    Succes.
  10. BP

    BP Active Member

    Ik heb niet het idee dat je het met alleen deze schiftelijke aanwijzingen gaat leren. Er staan wel goede dingen bij maar je moet het vooral doen en voelen. Ik kende vroeger elk schaatsboek uit mijn hoofd en wist precies hoe het moest maar kon er nog niet veel van. Inmiddels ben ik er achter dat overkomen helemaal geen doel op zich is maar wel een gevolg van de juiste timing van afzet en inzet ten opzichte van elkaar waarbij je het lichaamsgewicht op de juiste manier verplaatst. Dit moet je vooral voelen en er zijn vele oefeningen om iemand dit te laten voelen. Ik zie deze oefeningen op de banen nog erg weinig bij recreantentrainingen maar bij wedstrijdschaatsers wordt er veel aandacht aan besteed.
  11. doddel

    doddel Active Member

    na jaren proberen over te komen, is het bij mij van de ene dag op de andere dag gelukt door een heel domme training:

    maak overstappen op het rechte stuk, zowel rechts als links. Dus je schaats rechtdoor door telkens 1x rechts en 1x links over te stappen. Let wel, dit lukt niet als het druk is op de baan, je hebt hier redelijk wat ruimte voor nodig

    doe dit een rondje of 10 na elkaar.

    en dan komt het: doe nu hetzelfde, maar in plaats van over te stappen, plaats je je overstapbeen achter je schaatsbeen, ipv omgekeerd. Doordat je mindset staat om overstappen, sta je vanzelf op de buitenkant van je schaats

    Als het overstappen naar rechts niet lukt op het rechte stuk: bochten draaien naar rechts op de binnenpiste of zo, tot je dit onder de knie hebt
    ZeeKoei vindt dit leuk.
  12. Tsuki

    Tsuki Active Member

    Dat lijkt mij een leuke oefening, Dodddel! Helaas moet ik nog een paar dagen wachten totdat ik jouw oefening kan uitproberen... Ik ben benieuwd naar het effect.
  13. Wimpy

    Wimpy New Member

    De tips van doddel komen mij erg bekend voor. "Vroeger" was ik vaak op de baan bezig om mn schaatsen over elkaar heen te slaan zoals doddel dat omschrijft, voorlangs en achterlangs.
    Ook lang uitglijden op slechts een(1) been kan er aan bijdragen om een stabiel gevoel te ontwikkelen.

    De kunstijsbaan is voor de recreant vaak niet gschikt als oefenterrein ivm de drukte. Op natuurijs heb je vaak meer ruimte om lekker te oefenen en te expirementeren.

    Wat betreft de reacties van de anderen: leuk om eens de theoretische benadering te lezen van het overkomen.
  14. schaatsbart

    schaatsbart Member

    Ja, ik ga toch nog even door zeuren over het principe van de zijwaartse afzet; het iets naar achteren afzetten, mag dan zo zijn , maar maakt de uitleg van de zijwaartse afzet, weer tot een discussie punt! En onterecht in mijn ogen, want er is wel degelijk sprake van een zijwaartse afzet, als je de slag en de curve volgt.
    het allerbelangrijkste van het begrip overkomen, is het samenvallen van massaoverdracht vanuit de zijwaartse afzet die feitelijk de valbeweging inzet. het volgende belangrijkste punt is dat het nieuwe standbeen( schaats onder het lichaamszwaartepunt wordt geplaatsd, en daarmee de massa gelijktijdig plaatsvind.
    En dit is nu juist eng, en wel de bedoeling.
    Wat is dat dan overkomen?? dat is ideaal licht op de buitenkant van de schaats inzetten, zodat er weerstand ervaren wordt,;; noem het aangrijpingspunt, dit is noodzakelijk voor de gewichtsverplaasing, met een goede techniek en juiste uitvoering gaan massa en plaatsing ononderbroken, dus direkt.
    Overkomen is eigenlijk bedoeld als bovenkomen; lees wel met grip , en met maximaal vermogen om door te glijden, we rijden afwisselend van been op been. Het gaat meer om grip en massaoverdracht dan om overkomen an sich, staan, ipv op weg naar de heuvel , of eroverheen vallen.
    uiteraard is dat ook een kwestie van ervaren en voelen!
    Knieen sluiten en goede bijhaal, en veel mediteren over die zaken!!
  15. ijszoeker

    ijszoeker New Member

    Even terug naar Schaatsbart van 14 november.

    ​Schaatsbart heeft gelijk (misschien moet ik erbij vertellen dat ik al 60 jaar schaats maar technisch is het nooit erg veel soeps veel geweest, wel een kruisje in 1985, 12 uur). Bij nr 3) schrijft hij "...het plaatsen eerst contact met je hiel resp achterkant ijzer, met het ijs te maken..." Dat is ook mijn ervaring. Nieuwe schaats vooruit, en het voelt alsof je je schaats iets met de buitenkant van de achterkant van je mes op het ijs zet en belast. Maar het heeft geen zin (ik probeerde dit een paar jaar vergeefs) om dit te doen als je LZP (lichaamszwaartepunt) niet al van het oude standbeen af is. Dat laatste is het vallen. Daarbij heeft het vooral als voordeel om je knie vooruit omdat je daarmee je heup draait en je billen en dus je LZP als je achterop staat, weg van je standbeen draaien.

    Volgens mij is ook het volgende nog van belang. Het insturen is het gevolg van het gewicht achterop je schaats (om druk te krijgen om zijwaarts en dus met je hak af te zetten) en tegelijkertijd het overbrengen van je gewicht. Dat insturen gebeurt 'automatisch' als je je afzet goed begint. Dat insturen moet je een beetje snel doen. Je mes glijdt immers het beste als het loodrecht op het ijs staat. Schuin op het ijs betekent snijden en dus weerstand. Door je afzet explosiever te maken, wordt dat insturen sneller, korter.

    Als Schaatsbart het over die 90 graden heeft, begrijp ik hem niet. Misschien wil ik het niet begrijpen. Op de richting van de baan, betekent die 90 graden dat gemiddeld iedere slag 45 graden in de foute richting gaat. Dan schaats je 140 meter als je 100 meter op de baan aflegt. Je schaats dan bijna 50% meer dan je wilt... Daarom hoor je wel dat je in een smalle sloot moet rijden. Dus: maak die 90 graden zo klein mogelijk.
  16. schaatsbart

    schaatsbart Member

    hoi iszoeker
    ja ik zal t proberen wat beter toe te lichten.
    Eigenlijk bedoel ik met de 90 graden , niets meer dan de afzetkracht, stel je het zo voor:
    je glijbeen stuurt terug in de s curve, tot recht naar voren, op dat moment is je bijhaalbeen achter je glijbeen , en klaar om onder je lzp naar voren te komen, de zijwaartse afzetdruk is dan min of meer 90 graden tov de rijrichting, terwijl de schaats tenminste naar voren wijst in de rijrichting van de baan, rechtuit dus. je nieuwe schaatsbeen, wordt glijbeen en ontvangt de zijwaarts druk, terwijl de schaats naar voren wijst.
    Met skieen hebben we het over de paralelschwung, bij het maken van een bocht nemen we de dal ski gelijk mee in de bocht.

    Als een schaatser niet goed kan bovenkomen, dan zal het terugsturen ook niet optimaal zijn, en wordt er te snel afgezet, het wordt dan biomechanisch haast onmogelijk om met het nieuwe schaatsbeen het aangrijpingspunt op de buitenkant van de nieuwe schaats in te zetten; de afzetkracht staat ook niet 90 graden op de richting van de baan, in het extreme geval krijg je dan een achterwaartse afzet, en een diagonale verplaatsing van het lzp.
  17. ijszoeker

    ijszoeker New Member

  18. ijszoeker

    ijszoeker New Member

    Nog even over dat zijwaarts afzetten. Aardig is het volgende filmpje van Duosport dat op http://www.duosport.nl/methodiek-2/beginners/rechte-eind/afzet/ is te vinden. Het duurt maar 111 seconden. Daarvoor moet je het niet laten. Na een wat stuntelige Beginneling en een Gevorderde, die beiden duidelijk naar achteren afzetten – de eerste veel meer dan de tweede – zie je iemand met een broek van de Duosport. En let dan goed op. En luister, na 59 seconden. De gesproken tekst gaat over gebogen knieën. Maar kijk zelf eens goed. Ook deze Meester zet zonneklaar naar achteren af. Het ‘niet naar achteren afzetten’ heeft dan ook niet veel met ‘naar achteren’ te maken, maar wel met het met de hak afzetten, dat voelt alsof je naar achteren afzet - in elk geval niet naar achteren met je tenen. Ik houd hierover verder op.
  19. Ivan Swarts

    Ivan Swarts Member

    Ik weet dat dit een redelijk oud topic is maar toen ik vrijdag aan het schaatsen was op Kardinge, toen had ik last van dat als ik op de buitenkant van mijn schaats stond het terugsturen niet wou omdat ik niet weer boven mijn schaats kon komen. Hier heb ik normaal nooit last van iemand enig idee hoe dit kan?
  20. Glijetje

    Glijetje New Member

    [quote="Ivan Swarts, "als ik op de buitenkant van mijn schaats stond het terugsturen niet wou omdat ik niet weer boven mijn schaats kon komen. [/quote]
    Hoi Ivan, ik begrijp het niet helemaal.
    Wanneer je niet meer terug boven je schaats komt, blijft je schaats dan dus naar buiten sturen? Val je dan uiteindelijk niet om?

Deel Deze Pagina