Geen marathonkenner die 'Het Beest uit Gramsbergen' niet kent. De langebaanschaatsers zullen hem ondertussen vooral van het onderdeel Mass Start kennen. Dit jaar schittert hij in afwezigheid op het onderdeel tijdens internationale wedstrijden. Vorig seizoen reed hij met Jorrit Bergsma de veelbesproken desastreus verlopen Mass Start in Gangneung op het WK Afstanden (Hekman, de beste sprinter uit het marathonpeloton, werd slechts zevende op enorme afstand van winnaar Mantia). Slechte communicatie, slechte verhoudingen met (team) Anema, zelf niet willen achtervolgen... we hebben alle analyses wel langs horen komen. Vandaag ga ik het hebben over de marathonprestaties van Gary Hekman en dan nader die van dit jaar in vergelijking met voorgaande jaren. Dat houdt enigszins verband met de manier waarop hij vorig seizoen de MS in Zuid-Korea reed. Hij rijdt namelijk een seizoen om nu al te vergeten. Enkel een wederopstanding in 2018 met meerdere zeges kan het seizoen nog redden. Hekman wist slechts één marathon te winnen - toen slechts een klein groepje van grote teamrivaal A-ware meedeed. De rest? Nou, prachtige marathons, maar niemand heeft Hekman gezien. Hij rijdt de meeste marathons niet eens uit en eindigt ver in de achterhoede. Hoe komt dat?
Om te analyseren wat voor type rijder Hekman is moeten we eigenlijk wat verder terug naar het verleden toen 80% van de races eindigde in (massa)sprints. We beginnen, voor het gemak, met het seizoen 2013-2014. De jaren daarvoor was Hekman al lang en breed doorgebroken en werd gezien als de nieuwe sprintkoning; hij zou die titel definitief afnemen van Arjan Stroetinga: de meest dominante pure sprinter in de marathongeschiedenis, dé afmaker van Team BAM (en later Royal A-Ware), het meest dominante team onder leiding van Jillert Anema. In 2012-2013 zou dan die langverwachte kroning van Gary Hekman plaatsvinden. Hij had lang genoeg toegekeken hoe BAM domineerde en dat heeft hem hard en verbeten gemaakt. Het loopt anders. Hij wint slechts 1 van de 15 kunstijsmarathons. Stroetinga (dan al 32) is gigantisch dominant en wint 6 van de 15 keer. BAM wint zelfs de eerste 7 (!) marathons van het seizoen. Hekman is ziedend. Hij wint de sprints niet, ontbreekt in ontsnappingen (die Stroetinga vaak met Jorrit Bergsma opzet) en wordt het slachtoffer van echte rittenkapers als Frank Vreugdenhil en wederom Jorrit Bergsma. Iets moet in Team Van Werven veranderen. Daarom wordt het volgende seizoen de stokoude schaatslegende Jan-Maarten Heideman (de man met de meeste overwinningen op kunstijs ooit!) gecontracteerd. Als 'tweede kopman' die zijn laatste kunstukjes mag tentoonstellen (nog eenmaal een rit winnen - nevermind dat hij later nog een paar jaar doorging), maar eigenlijk als knecht om Hekman uit de wind te houden. Alle aandacht ging uit naar Heideman, terwijl Hekman direct toesloeg in het seizoen 2013-2014.
Eindelijk afgetraind (de beer heeft weleens rond de 100 kilo gewogen toen hij de alternatieve elfstedentocht won) en in topvorm won hij dat seizoen vier keer. Stroetinga won drie keer. Het maakte niet uit dat BAM wederom de sterkste ploeg was. Hekman was individueel de beste. En hij had goede knechten. Bart de Vries (broertje van Bob), strijdmakker Rick Smit (nog steeds met Gary in één team) en natuurlijk Heideman. Het volgende seizoen moest weer wat beter worden. Dat seizoen ging de boeken in als het seizoen waarin ze eindelijk ook als ploeg de strijd aan konden gaan met (inmiddels A-Ware) team Anema. Ze trokken (oud-BAM) Christijn Groeneveld aan (toen meer bezig op de langebaan, maar een topper), toptalent Thom van Beek (het voorgaande seizoen won hij 6 keer bij de beloften) en Crispijn Ariëns: topskeeleraar die in het schaatsen podiumplekken bijeenraapte (vooral op natuurijs) en nu naar een goed team snakte. Het seizoen wordt een drama: Christijn Groeneveld moet zijn schaatscarrière beëindigen na een noodlottig schaatsongeluk. Hekman en Smit winnen beiden één keer, maar zitten natuurlijk niet goed in het seizoen. Jorrit Bergsma is dat seizoen de beste met drie overwinningen. Het team wordt na dit drama wel hecht. Én beter. In 2014-2015 is Team Van Werven in haar laatste seizoen aanbeland (de sponsor stopt). Het team is inmiddels misschien wel net zo goed als A-Ware, dat zich erg veel bezighoudt met langebaanschaatsen. Dat doen Hekman en kornuiten niet en dat betaald zich uit.
Hekman evolueert in de meest dominante sprinter die bestaat. Groot en sterk. Adjudanten Ariëns en Van Beek wanen zich Wout Poels en knechten zich rot voor Hekman. Ze mogen ook om en om in een vrije rol rijden. De rol die Jorrit Bergsma al jaren inneemt bij Anema, past Ariëns en Van Beek als gegoten. Van Beek behaald vier keer het podium, Ariëns wint zelfs een keer. Hekman pakt de meeste zeges van het seizoen: het worden er vier. Stroetinga wint er precies één, maar rijdt dat seizoen liever op de langebaan. Iedere zege van Hekman ontvlamt in een massasprint met hetzelfde tafereel: Ariëns haalt Thom van Beek in die de aanvallers al aardig heeft kapot gereden, Ariëns voert het tempo steeds meer op waarna hij de kop afstaat aan Rick Smit die in de opéén na laatste ronde een lange sprint inzet voor Hekman. En die laatste maakt het af. Fini. Dat stevige sterke lijf vol in de binnenbocht gedrukt zodat niemand er meer tussendoor kan, verstand op nul en sprinten maar. Zo wint hij bijvoorbeeld in de snelste marathon aller tijden in Heerenveen (gem. rondetijd: 30.2). Hij is de beste en hij heeft fantastische adjudanten. Die zijn echter zo goed dat ze aan eigen kansen moeten gaan denken. Ze vertrekken. Ariëns wordt kopman bij een nieuwe ploeg. Thom van Beek vertrekt naar het nieuwe Lotto-Jumbo omdat hij kansen ziet voor de combinatie langebaan/marathon. Hoe het met hem is afgelopen weten we. We kunnen na dat prachtseizoen in ieder geval één teleurstellende, doch feitelijke conclusie trekken: Hekman heeft sindsdien in twee seizoenen slechts drie keer gewonnen, waarvan tweemaal zonder dat het team van Anema op volle oorlogssterkte was. En enkel wanneer het een pelotonsprint is geworden in de slotfase. Zijn voormalige superknecht Ariëns is momenteel leider in het algemeen klassement en rijgt de podiumplaatsen aan elkaar. Vorig jaar won hij de alternatieve elfstedentocht. Hij is uitgegroeid tot de elite van het schaatspeloton en kan sprinten en ontsnappen. Hekman ontbreekt keer op keer en lijkt op tactisch gebied tekort te schieten. Was zijn grote succes dan toch vooral aan zijn voormalig adjudanten te danken?
Dat leidt mij tot het volgende. Hekman is een klassesprinter wanneer hij zijn verstand op nul kan zetten en zijn grote sterke lijf in een peloton kan gebruiken om iedereen te snel af te zijn. In de huidige marathonsport win je dan misschien 1 à 2 keer per jaar. Je hoeft namelijk niet te verwachten dat Hekman meezit bij een ontsnapping of dat hij een kansrijke ontsnapping kan opzetten. Het marathonpeloton is momenteel sterker en sneller dan ooit en steeds meer mensen kunnen aanvallen, hetgeen betekend dat massasprints een zeldzaamheid worden (terwijl dit een paar jaar geleden nog 80% van het seizoen voor kwam). Robert Post, Mats Stoltenborg, Simon Schouten, Jorrit Bergsma, Leander van der Geest enzovoort. En iedere wedstrijd zit Hekman er weer niet bij. Het is haast een limerick geworden bij de NK's marathonschaatsen dat Hekman de boot mist en iemand van Anema wint. Je moet in dit peloton multifunctioneel zijn en dat is Hekman niet. Blijk van enig tactisch wedstrijdinzicht heeft hij in al die jaren eigenlijk niet gegeven. Zijn responsies op aanvallen zijn non-existent. Dat was m.i. bijvoorbeeld een grote factor in het falen op de MS vorig seizoen in Zuid-Korea. Vervolgens is de sponsor op het moment afhankelijk van vrijbuiter Frank Vreugdenhil die in de Thom van Beek rol tenminste nog podiumplaatsen weet binnen te hengelen. Want drie overwinningen in 1,5 seizoen is te weinig. Zeker wanneer Stroetinga langzamerhand minder wordt en E. Hoolwerf nog geen dominante massasprinter is. Zeker wanneer je Gary Hekman bent en zijn sprintersbenen hebt. Hij is toch 'Het Beest'?
Momenteel zien we Hekman een beetje voorop op het peloton rijden als hij de boot weer mist; 'moet ik nu doorrijden, of heeft het geen nut meer?'. Het heeft dan al geen nut meer, Gary. Het doet pijn om te aanschouwen. De moderne sprinter wint niet enkel in massasprints, maar zet ook aanvallen op en durft mee te springen. Dat heeft Evert Hoolwerf dit seizoen al drie van de zeven overwinningen opgeleverd. Gisteren deed hij het in Deventer met maar één ploegmaats: Stroetinga. Hekman had vijf ploegmaats om zich heen, maar wist wederom geen rol van betekenis te spelen. Het ziet er momenteel treurig uit en er moet echt wat gaan veranderen in de tactiek van zijn team. A-ware, Bouw- en Techniek en Okay Fashion & Jeans hebben allang door dat zij allen kunnen winnen met harde wedstrijden en vele ontsnappingen. Niemand is meer bezig met Hekman. Dat doet pijn. Zelfs bij mij, groot liefhebber van ontsnappingen. Wellicht kan hij nu in de luwte zijn schaatsstijl verbeteren en terugkomen. Dat doen namelijk de grote schaatsers. We zullen dus in de komende periode zien uit welk hout Gary Hekman gesneden is. Het mag niet zo zijn dat de evolutie van Gary Hekman tot de sterkste sprinter zo eerloos eindigt. Ik hoop van harte dat hij ons een nieuwe en verbeterde Gary Hekman laat zien. Het liefst dit seizoen nog.
Volgende keer een (korter) stukje over Mats Stoltenborg. Een van de meest attractieve en aanvallende rijders in het peloton, maar die op sommige terreinen beter kan worden.