Dit interessante artikel kwam ik tegen. https://www.deingenieur.nl/artikel/wielrenner-in-peloton-spaart-meer-energie-dan-gedacht In de optimale situatie slechts 5% van het vermogen van een eenzame koploper. Ik neem dan aan dat dit bij tegenwind is. Dit lijken me wel erg hoge waardes...
Nee, dit was bij volstrekt windstil weer. Ziehier ook mijn grootste kritiek tegen al die windtunneltesten: het is nooit windstil. Het effect is dus nog groter of kleiner, al naar gelang de omstandigheden. Dergelijk fundamenteel onderzoek moet dus nog degelijk worden aangepast naar de omstandigheden, maar het wordt teveel als toegepast onderzoek gezien. Neem ook de windtunneltesten van de tijdrit: echt veel te grove aannames. Iedereen die wel eens in een peloton fietst herkent trouwens het enorme verschil. ga alleen maar eens kijken bij een koers, de laatsten nemen gewoon een koude wind mee. Hetzelfde zien we trouwens bij de motoren die voor de koers, nou ja, uit rijden. Jaja telelens, het zal wel. Ze rijden hooguit 20-30 meter voor de vluchters uit. Juist de schaatsfans weten dan hoe enorm dat verschil is: bij iedere kruising gaat een hele dunne, strakgeklede schaatser over een stukje van nog geen 60 meter eventjes 15-20 meter voor de andere schaatser uit rijden, en de rondetijd scheelt 1,2 tienden. Wat dan als een zwaargebouwde motorrijder plus motor plus passagier plus grote camera plus dikke kleding plus helmen plus tassen kilometers lang voor een kopgroep uit rijdt? Dat moeten seconden per kilometer zijn. Dan even naar het onderzoek. "Blocken: ‘Dit zou mede een verklaring kunnen zijn voor het feit dat renners tegenwoordig zo lastig weg kunnen blijven uit het peloton." Hoezo? Scheelde het vroeger geen 95% dan? Omdat toen aangenomen werd dat het niet zó veel zou schelen, betekent nog niet dat het toen ook niet zó veel scheelde! "Nu uit dit onderzoek blijkt dat de renners in de groep nog meer energie over hebben dan altijd werd gedacht, moeten de strijdplannen misschien op de schop en moet een aanval wellicht (nog) later in de koers worden geplaatst." Opnieuw trekt men een veel te grote koersbroek aan. Ploegleiders wisten al lang dat wanneer je te vroeg aanvalt, je teruggepakt wordt. Maar je moet juist vroeg openen om de koers hard te maken, en dus pionnen offeren voor een kopman. Tegenwoordig rijden veel renners met een vermogensmeter. Zeker in de niet-topwedstrijden doen zij dat. Die data worden allemaal doorgeseind naar de wagen en opgeslagen. Een eenvoudig meetmoment van een renner op kop vergeleken met een ploegmaat in het peloton zou deze hele dure windtunneltest in één klap overbodig maken, en tevens wél allemaal randzaken als zijwind, grootte van de groep, etc meenemen.
Interessant stuk. Wat ik dan persoonlijk wel weer interessant vind is het vraagstuk waar in het peloton een kopman zich dient te bevinden. Het aloude adage is dat ze zich beter meer vooraan kunnen ophouden vanwege kans op breuken, gemiste aanvallen etc. Echter, afgaande op de simulaties lijkt het qua energie-verbruik een behoorlijk positief verschil te kunnen maken als ze meer achterin zitten t.o.v. vooraan, wat dan dus juist een argument is om wel wat meer achteraan te blijven zittebn wanneer het kan. Natuurlijk moet de gespaarde energie wel afgezet worden tegen de extra energie die later in de koers gebruikt moet worden om naar voren te rijden, maar toch.
Stuk moet niet groter gemaakt worden dan het is. Ja, in perfecte omstandigheden verblijf je dan in de buik van het peloton, dat lijkt me logisch en proefondervindelijk ook 'bewezen'. Echter, dat is niet meer dan een voorzichtige uitgangspositie. Gememoreerd is al dat je daar ook meer kans hebt op ongeval. Ten tweede moet niet worden vergeten dat het tempo daar onregelmatiger wordt. Door wegversmallingen, bochten en heuvelend parkoers werkt het peloton als een harmonica: telkens afremmen en aanzetten. Waarbij je naast de zwaartekracht/rolweerstand overwinnen ook heus wel weer met je neus half in de wind komt. Daarnaast is het peloton geen statisch geheel van homogeen rijdende groep, maar een continu voortstromende rivier, waarbij er doorlopend positiewisselingen zijn. Zeker binnen in de groep wordt daar continu een beetje gedrukt en bewogen. Jezelf "handhaven" rond positie 50 klinkt leuk, maar is eigenlijk in de praktijk helemaal niet mogelijk. Jezelf voorin handhaven wel, jezelf achterin 'handhaven' ook wel, maar in de vermeend ideale buik van het peloton wordt je constant aan de zijkanten voorbij gereden, en voor je het weet kom je vanzelf meer achterin te rijden.