DutchChili
Member
De vraag lijkt mij duidelijk. Let the discussion begin 
Nog even over de definities:
- inzethoek: de hoek met de rechtdoorlijn bij de plaatsing van de schaats (rechtdoor lijn parallel aan de baan)
- afzethoek: de hoek met de rechtdoorlijn aan het einde van de afzet (dus niet hoe schuif je op het ijs staat)
Waarom stel ik deze vraag?
Bij een opdrogende skeelerbaan zag ik aan mijn sporen dat de afzethoek bijna 0 graden is. Een grotere hoek lijkt mij beter omdat je anders geen resultante hebt in de voorwaartse richting
Mijn schaatstraining gaf aan dat ik smaller moet rijden. Ik merk dat ik bereik door langer boven de afzetschaats te blijven en daardoor minder indraai met de heup, en meer rechtdoor kan inzetten. Maar is dit ook de manier? Of moet je het anders bereiken. En waar moet je dan op mikken (kwa hoek).
Als je gaat rekenen aan hoeken loont het wel of zoveel mogelijk met 0 graden in te zetten, omdat je anders veel meer meters maakt. Er lijkt echter ook een verband te zijn met de afzethoek. Er is vast een optimum van de twee hoeken in samenhang.

Nog even over de definities:
- inzethoek: de hoek met de rechtdoorlijn bij de plaatsing van de schaats (rechtdoor lijn parallel aan de baan)
- afzethoek: de hoek met de rechtdoorlijn aan het einde van de afzet (dus niet hoe schuif je op het ijs staat)
Waarom stel ik deze vraag?
Bij een opdrogende skeelerbaan zag ik aan mijn sporen dat de afzethoek bijna 0 graden is. Een grotere hoek lijkt mij beter omdat je anders geen resultante hebt in de voorwaartse richting
Mijn schaatstraining gaf aan dat ik smaller moet rijden. Ik merk dat ik bereik door langer boven de afzetschaats te blijven en daardoor minder indraai met de heup, en meer rechtdoor kan inzetten. Maar is dit ook de manier? Of moet je het anders bereiken. En waar moet je dan op mikken (kwa hoek).
Als je gaat rekenen aan hoeken loont het wel of zoveel mogelijk met 0 graden in te zetten, omdat je anders veel meer meters maakt. Er lijkt echter ook een verband te zijn met de afzethoek. Er is vast een optimum van de twee hoeken in samenhang.