Versnellen

Discussie in 'Techniek & training' gestart door colle, 2 jan 2011.

  1. colle

    colle New Member

    Ik heb veel op dit forum gezocht maar kan niet iets kunnen vinden wat mij helpt dus heb zelf maar even een account aangemaakt misschien kan iemand mij dan helpen.
    Ik heb een groot probleem om in wedstrijden snel te starten. Maar wil dat dan graag compenseren met snelle rondjes mijn conditie kan dat wel aan want 100km fietsen is voor mij niet zon probleem! Alleen om naar zon langzame opening kan ik geen versnelling plaatsen wat ik wel graag met als gevolg tegenvallende tijden en niet moe zijn naar de 1000 of 1500m!

    Zijn er oefeningen om dit te oefennen? Want het is best frustrerend dat mensen die jou in de training niet bijhouden in de wedstrijd 2/3 seconde harder rijden!

    Alvast bedankt
    ReneW vindt dit leuk.
  2. Reitse

    Reitse Active Member Medewerker

    Conditie is iets anders dan snelheid ;)

    Wil je heel hard kunnen versnellen, dan heb je daar ook sprintvezels voor nodig in je spieren. Sommige mensen hebben die, sommigen heel veel en anderen weinig. De vezels die je hebt kan je wel beetje trainen volgens mij.

    Ik zou beginnen met hardlopen of fietsen, eerst lekker warm worden en daarna intervalwerk doen, piramides van 15/15, 30/30, 45/45 en dan terug.
    Ik zou niet heel snel resultaat verwachten, het kost wel een zomer om je acceleratievermogen te vergroten.

    Verder hangt het ook af van je techniek, maar daarover valt zo via internet zonder beelden van jou eigenlijk niks te zeggen :)
  3. schaatsbart

    schaatsbart Member

    zijn de steigerungen juist niet de oefeningen die je moet maken om op snelheid te komen??; en te blijven!!
    daar vind je in elkgeval ook hier het een an ander over.

    Volgens mij is het idee met korte krachtige sprongen je ijzers tov elkaar zo,n 90 graden te houden.je zet af en land om te beginnen op de binnenkanten van je ijzers, meteen gereed voor afzet zegmaar( denk dat je zelf moet uitzoeken wat meest efficient is , maar zegmaar heen en weer zo,n 6 slagen, tot je merkt dat je wilt glijden als gevolg van snelheid).
    dan zak je meer in met je hele lijf, en continueer je met de steigerungen nogsteeds binnenkanten ,maar de hoek van 90 graden wijzigt, nl. met je glijbeen steeds meer recht naar voren , en je afzetbeen meer zijwaarts. Je ziet dat je slagen langer worden , maar houd het tempo hoog!
    dan ontwikkel je zowel meer glijvermogen, en nogsteeds de snelle afzet,
    het vervolg is dat je op je top komt, en van de binnenkanten van je ijzers bovenopkomt( dat wil zeggen boven je glijbeen). dan ben je er!
    Ik zou hier niet eerder op trainen nadat je lekker soepel en warm bent!
    Succes!
  4. schaatsbart

    schaatsbart Member

    dag reitse, wat bedoel je met piramides?? Is mijn gedachte hierboven juist met die hoek van 90 graden?;uiteindelijk kom je minofmeer paralel met je ijzers, maar de afzet blijft zijwaarts tov van je glijbeen ook zo,n 90 graden!
  5. Reitse

    Reitse Active Member Medewerker

    Bart,

    Volgens mij haal je twee dingen door elkaar.

    Bij een steigerung begin je heel rustig en pas aan het eind heb je je maximum snelheid te pakken. Dus een steigerung 200 meter houdt in dat je aan het eind van de 200 meter op max. snelheid zit. Het doel is dus 200 meter doorversnellen en niet zo snel mogelijk op snelheid zitten en dat vasthouden.
    Het meest belangrijke, en meest vergeten, bij een steigerung is dat je begint in de juiste houding! Dus niet hoog beginnen en dan inzakken maar meteen in de juiste hoeken gaan zitten en vanuit je techniek/houding snelheid opbouwen.

    Waar jij het hebt over 90 graden tussen de schaatsen ga je meer naar een (exposieve) start toe. Die 90 graden hou je volgens mij niet langer dan 1 pas vast aangezien je wilt versnellen en dat toch nog het beste wil met een zijwaartse afzet. Nou moet ik wel zeggen dat ik sprint (en start) in slow-motion; Allard kan daar als geoefend sprinter veel meer zinnige dingen over zeggen :D
  6. schaatsbart

    schaatsbart Member

    Dag reitse, dank je voor de goede uitleg hierboven. inderdaad ik was een beetje 2 dingen aanelkaar aan ,t knopen ivm de vraag van het versnellen van de start! :D
    Ik heb ,t begrip steigerungen pas kort geleden uitgelegd gekregen(precies zoals jij beschrijft), vind dit wel een geweldig onderdeel van het schaatsen om een beetje tempo te ontwikkelen.

    Het is zo grappig, ik ben afgelopen seizoen zo bezig geweest met ,t glijbeen, de insteek , het bovenkomen etc, dat ik het afzetten helemaal heb vergeten, dus toen iemand mij dat vertelde van de steigerungen, viel er wel een en ander op z,n plek bij mij! heerlijk!
  7. schaatsbart

    schaatsbart Member

    niek van de start
    Ton Plug
    Lid

    Berichten: 3
    Lokatie: Nederland
    Aangemeld: 28.12.06
    Geplaatst op 20070221 16:22
    Elementair schaatsen : Start




    Wat is belangrijk bij het starten.
    • concentratie
    • coördinatie
    • reactievermogen
    • snelheid


    De start is bij vooral de korte en middellange afstanden bepalend voor de eindtijd. Hoe sneller men kan openen des te sneller zal de eerste bocht kunnen worden gelopen met een hoge snelheid. De start is dus met name op de korte afstand zéér belangrijk!

    We hebben al eerder geleerd dat je met sprinten op jonge leeftijd moet beginnen, vandaar dat ik ook een groot voorstander ben van het op jonge leeftijd leren starten en met name korte, felle slagen kunnen maken.

    Bij de start zijn er drie fasen belangrijk:
    • concentratietijd
    • reactiesnelheid
    • starttijd

    Concentratietijd
    Dit is de tijd die ligt tussen het waarschuwingscommando ‘ready’ en het startschot. De concentratie is niet altijd even intensief. Hoe langer de tijd hoe groter de kans dat de concentratie (iets) afneemt.

    Reactietijd
    Dit is de periode, die ligt tussen het schot en het in beweging komen van het lichaam. Snel reageren is overigens moeilijk aan te leren.

    Starttijd
    Dit is de tijd, tussen het in beweging komen van het lichaam en het verlaten van de afzetvoet van het ijs. Een goede starttechniek heeft hier invloed op.

    Na het startschot moet het eerste been worden opgetild, waardoor de rijder als het ware naar voren valt. Het achterste been wordt krachtig gestrekt en de achterste arm komt met een heftige ruk voorwaarts en wordt tijdens de voorzwaai gebogen. De hoek in de elleboog is aan het einde van de zwaai circa 90º en de hand is op gezichtshoogte. De achterste arm is ook gebogen en wordt heftig naar achter gebracht. De armbewegingen ondersteunen de eerste krachtige afzet en de draaiing van de romp in voorwaartse richting. Zij zorgen ook voor het in balans blijven tijdens deze felle bewegingen.

    De eerste stappen zijn erg belangrijk. Eigenlijk spring je als het ware met grote stappen zover mogelijk. De lengte van het wegspringen is gerelateerd aan het strekken van het achterste been.

    Om zo snel mogelijk weg te zijn moet je zorgen dat je hele lichaam inclusief je schaatsen zoveel mogelijk al in de richting van de eerste stap zijn gericht. De voet die je optilt wordt buitenwaarts gedraaid, zodat de punt van de schaats bij het neerkomen op het ijs naar buiten wijst.
    Door het optillen van de voorste voet valt de romp dus naar voren, zodat de projectie uit het zwaartepunt duidelijk voor de voeten ligt.
    Bij een goede uitvoering ziet men één lijn, van de afzetvoet via de romp naar het hoofd.

    De voeten wijzen eerst sterk naar buiten om goed naar achteren te kunnen afzetten, maar als de schaatszit wordt aangenomen, zullen de voeten meer in voorwaartse richting worden gezet, waardoor de afzet steeds meer in zijwaartse richting gaat verlopen.

    Tijdens de eerste felle passen moeten de benen na elke afzet wel steeds goed gesloten worden om de inzet of valbeweging naar de volgende stap te accentueren. Hierbij zie je ook goed de verplaatsing van het zwaartepunt, niet alleen voorwaarts maar ook een beetje zijwaarts.
    Pas op dat de voeten niet te fel worden gesloten, gevaar is hierbij dat je jezelf schopt in je hiel of zijkant schaats, waardoor je de kans op een val vergroot.
    Romphouding
    Direct nadat de romp bij de eerste stap in voorwaartse richting is gedraaid, blijft de romp in die houding. Na 8 à 10 passen wordt langzamerhand de schaatshouding aangenomen, waarbij het lzp weer geleidelijk boven het steunpunt van de schaats komt. Te snel de romp laten zakken vergroot de kans om teveel druk op de punten te krijgen, waardoor veel afzetkracht verloren gaat.

    Starttraining
    Bij een starttraining is het belangrijk dat pupillen een heel goede warming-up gehad hebben waarbij al aandacht aan versnellen, steigerungen schaatsen en concentratie is geweest.
    Starttraining is een gevaarlijke training i.v.m. blessures.
    Bovendien moet een starttraining niet te lang zijn omdat je maar een aantal maal voluit kan starten. Als trainingsprikkel heeft het alleen maar zin als je een aantal maal optimaal start en op het moment dat je moe wordt, moet er over worden gegaan op een andere trainingsvorm, die niet te intensief is. Pupillen moeten goed geconcentreerd zijn en alleen met starten bezig zijn.

    Aanleren van de start
    Bij de invulling van het aanleren van de start kun je veel vormen bedenken en gebruiken waarbij het er om gaat dat de eerste passen fel en ‘springend’ zijn.
    Denk eraan dat jong geleerd, oud goed gedaan hier van toepassing

    deze bijdrage gevonden op int.
  8. Reitse

    Reitse Active Member Medewerker

    Mooi stuk, maar ben het er niet (helemaal) mee eens ;)

    De eerste stap bij de start is een hele kleine, je zet eigenlijk je voorste been een klein stukje naar voren neer en zodanig dat je er goed mee af kan zetten. Meer dan dat is het niet. Je tweede stap kan dan fel en maximaal zijn. Dit hou je 6-8 stappen/slagen vol, dan moet je al aan het overgaan zijn naar je schaatsslag.

    Het springen waar Ton het over heeft ben ik erg op tegen, je hebt dan de neiging om je naar boven af te zetten. Spectaculair, maar niet effectief!Je moet zo snel mogelijk zorgen voor een constante voorwaartse beweging die je bereikt door explosief zijwaarts af te zetten. Om te voorkomen dat je achter jezelf aanrent moet je dan ook nog zorgen dat je je balans houdt door goed te verzamelen.
  9. schaatsbart

    schaatsbart Member

    dank voor je toelichtingen Reitse!
    Ik zal de aantekeningen van hier bewaren, over dit onderwerp, denk dat t wat is voor komend seizoen voor mij dan! Ik ga eerst maar nog meer werken aan de steigerungen, en hoe ik die ga inplannen in mijn trainingen, maar in de periferie zie ik t wel voor me! :D

Deel Deze Pagina