Ik heb een vraag over mijn slag Ik ben 3 weken elke avond 1a2 uur Aan het schaatsen gaat redelijk goed nog niet veel snelheid maar dat hoeft ook nog niet Ik vind mijn techniek en rust en balans belangrijker Met de juiste houding zittend alsof je op de wc zit knieën zover mogelijk naar voren bolle rug en bekken kantelen dat lukt allemaal redelijk en naar buiten sturen met de navel boven het been waar je op in stuurt zeg maar Nu mijn vraag ik probeer om lange slagen te maken en een beetje breed te rijden met veel gleien op 1 schaats als ik mijn linker been naar buiten stuur en op de buiten kant op die schaats sta glijd hij automatisch na verloop van tijd weer naar binnen lijkt het een soort S en dan met met rechts het zelfde verhaal hoort dit of doe ik het helemaal fout??
Hoi Mannes, Dat je schaats automatisch terugstuurt en een soort S maakt, is prima. Het overkomen (op de buitenkant schaatsen) is geen doel opzich, maar het gevolg van een goede zijwaartse afzet vanuit de verplaatsing van de heup. Tijdens je afzet wil je je been zo ver mogelijk kunnen strekken zonder tegen gewerkt te worden zodat je je afzet zo groot mogelijk maakt. Als je je been te vroeg neerzet, dan werk je feitelijk je eigen afzet tegen. Daarom moet je zo lang mogelijk wachten met het plaatsen van je been en hierdoor kom je vrijwel automatisch over. Dit overkomen kan doordat de ronding van je schaats ervoor zorgt dat je schaats automatisch weer naar buiten stuurt. Je brengt je lichaamszwaartepunt buiten je standpunt, maar de middelpuntvliedende kracht zorgt ervoor dat je in balans blijft. Als je schaats niet zou terugsturen, dan zou je uiteraard omvallen. Vanzelfsprekend geldt dat hoe dieper je zit, hoe groter je afzet wordt, hoe harder je schaatst en hoe meer je overkomt. Diep zitten is dus het allerbelangrijkste! De tijd dat je schaats op de buitenkant van het ijzer staat noemen we de glijfase. Anders dan bij het skeeleren is het bij het schaatsen niet mogelijk om in deze glijfase energie te leveren die bijdraagt aan voorwaartse versnelling. Wil je efficient en hard schaatsen, dan dien je dus te streven deze glijfase juist zo kort mogelijk te houden. Als je goed kijkt naar sprinters dan zie je dat ze vrijwel niet overkomen, maar zij zetten wel heel vaak en heel hard af met hele lange slagen. Dit doen zij door hun standbeen pas heel laat te plaatsen, maar dan wel zo veel mogelijk onder hun zwaartepunt. Dit stelt ze in staat om zo snel mogelijk weer met hun volgende afzet te beginnen. Het kost echter wel een hele hoop statische kracht om die zijwaartse afzet op te vangen met je standbeen. Vandaar dat zij dus ook heel snel verzuren. Wil je het langer vol kunnen houden dan moet je je standbeen verder onder je plaatsen en daarmee wordt je glijfase dus ook langer en dus ga je ook iets minder hard. Glijden is dus in principe nutteloos, maar soms om verzuring tegen te gaan helaas noodzakelijk. Glij je echter weer te lang, dan moet je juist weer meer kracht leveren per slag om op tempo te blijven en verzuur je alsnog.
Hey bedankt voor je reactie Hier kan ik veel mee ik heb nieuwe schaatsen gekocht viking silver 2 met de eclipse klapijzer en de ronding is nu nog 24 Om het goed te leren bochten gaan redelijk goed voor mijn doen en kan soms al versnellen in de bocht Ben blij met mijn aankoop En zeker met dit forum ik leer er een hoop van Mvg Mannes
Ronding van 24 lijkt mij veel te groot. Viking ijzers worden meestal met een ronding van 21m geleverd. Ik rij zelf op Sprint PM met een ronding van 22m. De nieuwe stijvere Icon en Saphire worden standaard met 22m geleverd. De ronding is gebaseerd op de eigenschappen van het ijzer en doorberekend naar de snelheid waarmee een schaatser schaatst bij welke lichaamshouding. Dit is een zeer voorspelbare natuurkundige berekening. Bij de meeste beginners ligt die rond de 21 meter, naarmate je snelheid iets toeneemt kan het naar de 22m of heel soms zelfs 23m gaan. Maar 24 lijkt mij dat je ernstig problemen met sturen gaat krijgen.
Ik weet het niet zeker hoor ik ga vanavond vragen in de winkel mijn oude schaatsen de viking unlimited had het namelijk Er van uit gaan dat dit altijd een standaard was
dsdevries ik heb even navraag gedaan En je hebt gelijk de ronding is 21m Ik had het verkeerd gehoord en verkeerd begrepen de viking unlimited was ook 21 Weer wat geleerd zo
Alhoewel @dsdevries heel veel goede dingen hier neerzet ben ik het niet helemaal eens met zijn post. Ronding heeft heel veel te maken met persoonlijke voorkeur en de baan waar je rijdt. In Inzell zetten ze standaard een ronding van 25 in het ijzer. Er zijn sprinters die op 28 of 29 rijden (Shimizu reed zelfs op 30). Er zijn ook voldoende schaatsers die op een rondingsstraal van 19 rijden. Wat werkt moet je zelf uitvinden. Ik zou liever het vetgedrukte deel van de quote hieronder aanhouden. Als je merkt dat je te snel neer moet zetten dan stuur je waarschijnlijk te snel terug. Dan kan een remedie zijn om je schaats vlakker te maken (grotere straal). Als je al klaar bent voor de afzet maar je schaats is nog niet ver genoeg terug gestuurd dan kan je beter ronder (kleinere straal) gaan. Om te beginnen is een ronding van 21 (of 22) prima.
ik leer nog eens wat zo over rondingen Wat een verschillen en ook dus een persoonlijke smaak als ik het goed begrijp
Niet alleen persoonlijke smaak. Het grootste deel is wiskundig te berekenen. De afzethoek bepaald hoe sterk een schaats stuurt. Als de schaats rechtop staat gaat hij rechtuit en hoe meer de schaats kantelt, hoe sterker hij stuurt. Als jij dieper kan zitten en verder kan afzetten, dan wordt je afzethoek groter en dus stuurt de schaats van meer. Vandaar dat veel sprinters, die van nature dieper zitten en verder afzetten, voor grotere rondingen gaan. Eelco is correct in dat er sprinters zijn die zelfs op grotere rondingen rijden dan 23 meter. Dat geldt echter alleen voor ijzers die ook gebogen zijn (een bending)! Het probleem van een ijzer met een ronding is dat je eigenlijk altijd maar op een heel klein gedeelte van het ijzer staat. Dit kan problemen geven met name in de bocht. Het zorgt namelijk voor extra weerstand en minder grip. Vandaar dat veel toppers hun ijzer met de bocht mee buigen zodat het volledige mes contact maakt met het ijs. Deze bending versterkt wel het stuur gedrag, en daar moet voor worden gecorrigeerd. Dit artikel legt het heel goed uit: https://www.baancommissieelfstedenhal.nl/wp-content/uploads/2015/11/ronding-en-bending.pdf Ik zou voor beginnende schaatsers nooit een bending adviseren. Bovendien zijn jouw ijzers daar ook niet stijf genoeg voor. Vandaar dat een ronding van 21 of 22 wel aan te raden is.
Sorry, juist tegenovergesteld. Over het algemeen wil je lichaam zichzelf automatisch opvangen wanneer je dreigt te vallen. Wanneer je lichaam in onbalans is, zal je dus automatisch je standbeen plaatsen om te voorkomen dat je valt. Als je goed wil kunnen afzetten is het dus van belang dat je lichaam zo lang mogelijk in balans is. Dat wil zeggen, de radius die de schaats op het ijs maakt moet voldoende middelpunt vliedende kracht veroorzaken zodat je jouw natuurlijk zwaartepunt zo ver mogelijk naast je standpunt kunt brengen. Wanneer je merkt dat je schaatst bij je weg loopt zul je vallen en ga je automatisch je standbeen plaatsen. Dit kan je oplossen door een kleinere ronding te nemen. Echter, bij beginnen schaatsers heeft dit meestal te maken met het onjuist plaatsen van de schaats, of gewoon te langzaam en te rechtop schaatsen. Dieper zitten is meestal het devies! Wanneer je schaats juist te veel stuurt dan merk je dit vooral in dat je voor je gevoel te schichtig moet schaatsen. Je krijgt niet voldoende rust en ontspanning in de slag. In dat geval kun je een grotere ronding nemen.
