Als je op het forum gaat rondkijken is hierover nogal wat te vinden. Wat ik probeer is voor mezelf een duidelijk plaatje te krijgen van de verschillende deelbewegingen van de schaatsbeweging. Inmiddels heb ik mijn idee over het glijden al aardig bijgesteld. (Heb ik gedaan door mijn idee over hoe een ijzer onder de schoen moet staan, over boord te zetten en mijn ijzers zo zetten dat je met zo min mogelijk corrigeren, zo lang mogelijk rechtdoor kon rijden, dit behoeft trouwens nog een aanpassing). Het inzakken op het glijbeen snap ik ook wel, en dan komen we op de inzet van de valbeweging. Als ik alle informatie tot nu toe combineer heb ik de volgende opties:
Optie 1 (Amateur): op je afzetbeen de knie naar binnen drukken waardoor je komt te hangen aan de binnenkant van het ijzer. Hierdoor zou de schaats terug moeten sturen, waarna je een goede afzet kan maken.
Optie 2 (Amateur): heup aan inzetzijde laten zakken, waardoor je gaat vallen, daarna afzetheup naar beneden drukken voor de druk op de afzet.
Optie 3 (Tsuki): ontstaan van valbeweging door de knie van het bijhaalbeen onder de andere knie door te halen. Hierdoor komt de ene heup lager dan de andere > balansverstoring > valbeweging.
Optie 4 (IJszoeker): Als je op links glijdt, je rechter heup (en knie) naar voren brengen (schouders blijven de hele tijd dwars op de baan) gaan je billen naar rechts. Dan val je naar rechts van je linker schaats af.
Opties 2, 3 en 4 lijken mij de meeste overeenkomst hebben, bij 4 lijkt me dan dat je de inzetheup ook iets moet laten zakken, zodat je met je gewicht aan de zijkant van je afzetbeen gaat hangen waardoor je de zijwaartse valversnelling krijgt, want van alleen de heup en knie naar voren brengen krijg ik geen zijwaartse val.
Nu heb ik van een zeer behoorlijk schaatser die in een presentatie van een gerenommeerd trainer als voorbeeld wordt genoemd een beeld voor beeld analyse gedaan van zijn beweging, en dan lijkt het alsof de valbeweging automatisch ontstaat doordat de glijschaats onder de romp door naar buiten loopt. Hierdoor komt de romp aan de binnenkant van de schaats te hangen en inderdaad, als je goed achterop zit zou die schaats dan terug moeten sturen. De hoek met het bovenbeen/bekken blijft tijdens de hele schaatsbeweging ongeveer 90 graden, dat is misschien het schommelen/pendelen wat Schaatsbart/Tsjark noemen. Alleen denk ik wel dat je er goed op moet letten dat je je schouders horizontaal houdt en niet in die beweging mee gaan liften. Door het langzamer maken van het naar buiten lopen van de schaats kan de glijfase worden verlengd wat je meer tijd geeft om je afzetbeweging voor te gaan bereiden. Dus als je het zo bekijkt is de inzet van de valbeweging meer het gevolg van het feit dat de glijschaats onder de romp door naar buiten loopt, en daardoor de romp in de afzetpositie komt, dan dat dat actief bewerkstelligd wordt. (Zo begrijp ik het nu tenminste).
Overigens bij de training gisteravond gelet op het goed achterover kantelen van mijn bekken, het achterop zitten en glijden. Qua gevoel één van de beste trainingen van het seizoen gehad.
Optie 1 (Amateur): op je afzetbeen de knie naar binnen drukken waardoor je komt te hangen aan de binnenkant van het ijzer. Hierdoor zou de schaats terug moeten sturen, waarna je een goede afzet kan maken.
Optie 2 (Amateur): heup aan inzetzijde laten zakken, waardoor je gaat vallen, daarna afzetheup naar beneden drukken voor de druk op de afzet.
Optie 3 (Tsuki): ontstaan van valbeweging door de knie van het bijhaalbeen onder de andere knie door te halen. Hierdoor komt de ene heup lager dan de andere > balansverstoring > valbeweging.
Optie 4 (IJszoeker): Als je op links glijdt, je rechter heup (en knie) naar voren brengen (schouders blijven de hele tijd dwars op de baan) gaan je billen naar rechts. Dan val je naar rechts van je linker schaats af.
Opties 2, 3 en 4 lijken mij de meeste overeenkomst hebben, bij 4 lijkt me dan dat je de inzetheup ook iets moet laten zakken, zodat je met je gewicht aan de zijkant van je afzetbeen gaat hangen waardoor je de zijwaartse valversnelling krijgt, want van alleen de heup en knie naar voren brengen krijg ik geen zijwaartse val.
Nu heb ik van een zeer behoorlijk schaatser die in een presentatie van een gerenommeerd trainer als voorbeeld wordt genoemd een beeld voor beeld analyse gedaan van zijn beweging, en dan lijkt het alsof de valbeweging automatisch ontstaat doordat de glijschaats onder de romp door naar buiten loopt. Hierdoor komt de romp aan de binnenkant van de schaats te hangen en inderdaad, als je goed achterop zit zou die schaats dan terug moeten sturen. De hoek met het bovenbeen/bekken blijft tijdens de hele schaatsbeweging ongeveer 90 graden, dat is misschien het schommelen/pendelen wat Schaatsbart/Tsjark noemen. Alleen denk ik wel dat je er goed op moet letten dat je je schouders horizontaal houdt en niet in die beweging mee gaan liften. Door het langzamer maken van het naar buiten lopen van de schaats kan de glijfase worden verlengd wat je meer tijd geeft om je afzetbeweging voor te gaan bereiden. Dus als je het zo bekijkt is de inzet van de valbeweging meer het gevolg van het feit dat de glijschaats onder de romp door naar buiten loopt, en daardoor de romp in de afzetpositie komt, dan dat dat actief bewerkstelligd wordt. (Zo begrijp ik het nu tenminste).
Overigens bij de training gisteravond gelet op het goed achterover kantelen van mijn bekken, het achterop zitten en glijden. Qua gevoel één van de beste trainingen van het seizoen gehad.
Laatst bewerkt: