Nogevendit
Well-Known Member
Toch even navragen hier wat jullie vonden van de miscommunicatie in de wegwedstrijd bij de vrouwen.
Nu moeten we NB van een judoka-met-baard horen wat hij ervan vond dat de vrouwen niet wisten dat er nog iemand voor reed.
Ik kan me voorlopig toch niet aan een hard oordeel onttrekken.
Je wist van tevoren dat er niet met oortjes gereden gaat worden, én dat de renners dat tegenwoordig niet meer gewend zijn. Er was mi ook voldoende gelegenheid mensen rond het parkoers te zetten om dit euvel op te vangen. Met telefoon zijn die mensen tegenwoordig prima te informeren.
Om in schaatskennis te blijven: een betrokken coach als Jillert Anema geeft met korte en duidelijke armgebaren aan wat er moet gebeuren. Dat kan prima vanaf de kant.
De kopgroep kreeg 10 minuten voorsprong. Op dit parkoers (bochtig, op en af) en met de kleine ploegen, waarmee je weinig recht kunt zetten, was het voor de tv-kijker al duidelijk rond de 100 km voor de finish dat dit echt een issue zou worden. Gegeven het feit van mindere informatie moet je daarop dus al in dat stadium anticiperen.
Aanwijzingen als 'die kopgroep gaat lang tot zeer lang een rol spelen' zijn belangrijker dan het clichématige 'kom op hè' of 'blijven drinken'.
Wielrennen op deze manier, dus met een kopgroep die veel voorsprong krijg omdat anderen naar elkaar gaan zitten kijken, is bovenal een spel van hoeveel rijden er nog op kop, hoe fris zijn die nog, en hoeveel liggen ze voor. Een afweging of je ze überhaupt nog terug gaat zien. Meer dan vele rijdsters in het peloton was de kopgroep de tegenstander, althans voor de favorieten. Ben je geen favoriet dan ligt dat anders, dan kijk je de kat uit de boom en laat je de anderen hun (favoriete) sterktes opofferen.
Rond 50-60 km was het al zeer, zeer duidelijk dat met name Kiesenhof de grote favoriete was voor de eindzege. Het is onjuist om het nu op de laatste 30 km te gooien waarin er zaken iets onduidelijker werden.
Dat wíst je van tevoren, en dan maak je een plan hoe je de info en de tactiek bij de rensters krijgt.
Dat was je rol, daarvoor was je hier.
En af en toe een bidon aangeven.
Nu moeten we NB van een judoka-met-baard horen wat hij ervan vond dat de vrouwen niet wisten dat er nog iemand voor reed.
Ik kan me voorlopig toch niet aan een hard oordeel onttrekken.
Je wist van tevoren dat er niet met oortjes gereden gaat worden, én dat de renners dat tegenwoordig niet meer gewend zijn. Er was mi ook voldoende gelegenheid mensen rond het parkoers te zetten om dit euvel op te vangen. Met telefoon zijn die mensen tegenwoordig prima te informeren.
Om in schaatskennis te blijven: een betrokken coach als Jillert Anema geeft met korte en duidelijke armgebaren aan wat er moet gebeuren. Dat kan prima vanaf de kant.
De kopgroep kreeg 10 minuten voorsprong. Op dit parkoers (bochtig, op en af) en met de kleine ploegen, waarmee je weinig recht kunt zetten, was het voor de tv-kijker al duidelijk rond de 100 km voor de finish dat dit echt een issue zou worden. Gegeven het feit van mindere informatie moet je daarop dus al in dat stadium anticiperen.
Aanwijzingen als 'die kopgroep gaat lang tot zeer lang een rol spelen' zijn belangrijker dan het clichématige 'kom op hè' of 'blijven drinken'.
Wielrennen op deze manier, dus met een kopgroep die veel voorsprong krijg omdat anderen naar elkaar gaan zitten kijken, is bovenal een spel van hoeveel rijden er nog op kop, hoe fris zijn die nog, en hoeveel liggen ze voor. Een afweging of je ze überhaupt nog terug gaat zien. Meer dan vele rijdsters in het peloton was de kopgroep de tegenstander, althans voor de favorieten. Ben je geen favoriet dan ligt dat anders, dan kijk je de kat uit de boom en laat je de anderen hun (favoriete) sterktes opofferen.
Rond 50-60 km was het al zeer, zeer duidelijk dat met name Kiesenhof de grote favoriete was voor de eindzege. Het is onjuist om het nu op de laatste 30 km te gooien waarin er zaken iets onduidelijker werden.
Dat wíst je van tevoren, en dan maak je een plan hoe je de info en de tactiek bij de rensters krijgt.
Dat was je rol, daarvoor was je hier.
En af en toe een bidon aangeven.