Foto's IJsselcup online

Discussie in 'Lange baan' gestart door danielaoltean.tk, 4 dec 2006.

  1. Rick

    Rick Ex-moderator Medewerker

    Mooie, scherpe foto's, Erik.

    Was de publieke opkomst goed en was het de moeite waard om de wedstrijd te bekijken?
    Was lange tijd van plan om misschien ook even te komen kijken, maar is er uiteindelijk niet van gekomen...
  2. G1ant

    G1ant Well-Known Member

    Wat ik nu wel weer belachelijk vind, als ik de foto's bekijk, is dat er met vier rijders wordt gereden. Waarom in hemelsnaam. De regels voor ploegenachtervolging internationaal zijn drie rijders. Waarom moeten we daar in Nederland weer eigenwijs van gaan afwijken?

    Hieronder het verhaal uit De Stentor.
    -
    Eerder op kalender IJsselcup is dood, leve de IJsselcup
    door HARRY HEKKERT


    4 DECEMBER 2006 - SCHAATSEN - Henk Angenent had zich nooit kunnen indenken dat hij nog eens de IJsselcup zou winnen. De schaatsklassieker was 39 edities een wedstrijd over 500 en 1500 meter. Die wedstrijd stierf al jaren geleden een zachte dood, de IJsselcup nieuwe stijl zag gisteren het leven. Een ploegenachtervolging over 3200 meter. En dat lag wel binnen het bereik van stayer Angenent en zijn ploeg.


    Niet alles was anders bij de 40ste editie van de IJsselcup. Rintje Ritsma stond in zijn goede jaren vaak op het affiche en zegde dan vlak voor de wedstrijd af. Of als de Fries wel verscheen, klaagde hij over het schuurpapierijs op de Deventer baan. Ritsma en de IJsselcup, dat was geen gelukkige combinatie. Bleek ook gisteren weer. Zijn naam stond op de lijst rijders van de marathonploeg Blauwe Stad. Gistermorgen trok Ritsma zich terug; hij voelde zich ‘niet lekker’.

    De nieuwe wedstrijd was eerder toch al van zijn eerste glans ontdaan. Het interessante experiment om marathonploegen tegen langebaanteams een ploegenachtervolging te laten rijden bleef alleen op papier bestaan. De sterke merkenteams hadden wel wat anders te doen. In oktober, toen de wedstrijd aanvankelijk op de kalender stond, waren ze op trainingskamp. Begin december, midden in het wereldbekerseizoen was ook allesbehalve gelukkig. Gewestelijke langebaanrijders en opleidingsploegen van de KNSB verschenen nog wel.

    En dan was er nog die bijzondere langebaantopper; Carl Verheijen. Hij reed bij de marathonploeg van Viks Parket, waar ook zijn broer Frank schaatst. ‘Ik wilde graag een keer met Frank een wedstrijd rijden, daar was deze IJsselcup een mooie gelegenheid voor’, verklaarde Verheijen zijn aanwezigheid. En dat hij een dag eerder voor de tweede keer vader werd, weerhield hem er niet van naar Deventer te komen. Verheijen is achtervolgingsspecialist. Won op de Spelen van Turijn met de Nederlandse ploeg een medaille op de nieuwe olympische discipline.

    In zijn gelegenheidsteam zaten gisteren verder geen specialisten. In beide omlopen reed Verheijen zo hard, dat teammaten als Tonny van Vliet en Ties Wielinga amechtig hijgend de binnenbaan opzochten. ‘Normaal gesproken wint altijd een langebaanploeg’, zei Verheijen. ‘Wij rijden met gemak een rondje in 26 of 27 seconden. Op dit ijs wordt het dan 29 seconden. Daar komen marathonschaatsers niet aan.’

    De marathonrijders hoorden de analyse van Verheijen geprikkeld aan. ‘Laat die Verheijen dat maar lekker roepen’, vond Henk Angenent. ‘Vorige week reed Kurt (ploeggenoot Wubben, red.) al die langebaanrijders nog van de baan in Moskou. Kurt reed 13.14, dat lukt je toch niet als je geen snelheid hebt?’ De ploeg van Angenent en Wubben zette in beide omlopen de snelste tijd neer. De oranjepakken van TNT namen de IJsselcup wel serieus.

    Opgeven

    Andere marathonploegen kwamen al even gemotiveerd aan de start. Nefit bijvoorbeeld. Arjan Mombarg, een van de vier mannen in het zwart, kletterde eerder in de week nog tegen het ijs. En ondanks de rugblessure reed de veehouder uit Vorden gewoon zijn rondjes. ‘Opgeven, nee nooit’, zei Mombarg. ‘Dat doen we in de marathon ook niet.’ De marathonschaatsers hadden maar wat graag de strijd aangegaan met de toppers van de langebaan. Mombarg: ‘Ik denk niet dat het zomaar beslist was. In de finale van de wedstrijd rijden wij ook rondjes in 27 seconden. We hebben alleen een wat langere aanloop nodig. En in de andere ploegen zitten ook allemaal rijders die eerst langebaan hebben gereden. Die hebben best wel snelheid.’

    Dweilpauzes

    De geldschieter van Mombarg en co adopteerde de wedstrijd en betaalde de toegang voor het publiek. Zo’n 1300 liefhebbers wisten dat wel te waarderen. Maar lang niet iedereen zat de 3,5 uur durende achtervolging uit. De dweilpauzes tussen de races vergde geduld. ‘Daarom heb ik het ook niet op langebaanschaatsen’, vond Mombarg. ‘Dan zit je maar te zitten. Niks aan.’

    Angenent was het roerend met hem eens. ‘Misschien dat ze volgend jaar kunnen beginnen met een knock-out systeem. Dit duurde te lang. Als ik nog schaats kom ik volgend jaar wel weer. Het is te hopen dat die langebaan-jongens er dan ook zijn, kunnen we eindelijk zien wie de beste is.’

    Als het aan Johan Grobbée ligt is de IJsselcup volgend seizoen gewoon weer de opening van het seizoen. De wedstrijd blijft een ploegenachtervolging. De voorzitter van het organiserende DIJC is ook de preses van de KNSB sectie langebaan. ‘Daar heb ik zelf de hand in’, zei Grobbée met een grijns. ‘We gaan vroeg met de merkenteams overleggen, zodat de ploegen het in hun planning kunnen meenemen. Gerard Kemkers heeft gezegd dat hij volgend jaar zeker komt en de andere ploegleiders hebben dat ook beloofd.’

    Grobbée is er van overtuigd dat het terugkeren naar een langebaanwedstrijd over 500 en 1500 meter geen optie is. ‘Dit is vernieuwend. We moeten even doorzetten nu. Er zijn al veel wedstrijden over afstanden, daar is geen behoefte aan.’

    Grobbée legde zijn oor te luister bij experts als Ab Krook en Heinze Bakker, ook in De Scheg aanwezig. ‘Dat het te lang duurt kan ik me niet voorstellen. We hebben het aantal teams al beperkt. De rijders willen goed ijs, dus moet er gedweild worden. Zeker bij deze weersomstandigheden.’

Deel Deze Pagina