De Goudsche Doorloper
Well-Known Member

Door al dat Tour- en Olympische Spelengeweld van de afgelopen weken was ik bijna vergeten dat er volgende week nog een belangrijk toernooi op het programma staat. Het EK Skeeleren in Heerde, dat van 23 t/m 30 juli wordt gehouden. In tegenstelling tot het Europese allroundtoernooi bij het schaatsen, wordt het EK op de skeelers wel door de sporters serieus genomen. In ieder geval door Italië, die een voltallige selectie van 42 rijders laat afreizen naar het Gelderse dorpje. Ook Frankrijk laat aardig wat skeeleraars afzakken naar de Lage Landen. Die twee landen waren vorig jaar de smaakmakers van het EK in Oostenrijk. Gezien veel van dezelfde namen weer op de startlijst staan, zal het niveau opnieuw vermoedelijk erg hoog liggen.
Namens Nederland hebben wij gelukkig al onze talenten weer paraat staan, maar de prestatie van het EK in 2013 evenaren (15 gouden plakken, waarvan 6 voor Manon Kamminga), zal heel erg lastig worden. Dit jaar zijn alle toppers er weer gewoon bij: Bart Swings, Francesca Lollobrigida, Ioseba Fernandez, Fabio Francolini... De enige grote naam die mist is Alexis Contin. Opmerkelijk, want de afgelopen maanden heeft hij laten zien over grootse vorm te beschikken in de KNSB Marathon Cups. Helaas heeft de Fransman ervoor gekozen om zich bij Lotto-Jumbo volledig op het schaatsen toe te leggen. Het EK past dan ook niet in zijn programma.

Het EK bestaat uit twee delen: van zondag 24 t/m dinsdag 26 juli wordt er in Heerde op de piste gestreden voor de medailles. Dan volgt er op woensdag een rustdag waarbij de rijders zich kunnen voorbereiden op het wegtoernooi. Dat toernooi wordt op de 390 meterbaan gehouden die om de skeelerpiste heen ligt. Omdat een wegparcours officieel asymmetrisch moet zijn, is er met pionnen een stuk van de bocht afgezet. Dat werd tijdens het EK in Almere van 2013 ook al gedaan en hetzelfde geldt voor het NK Baan in Heerde van dit jaar. Het wegtoernooi bestaat uit twee dagen op de 400 meterbaan en één dag voor de marathon in Steenwijk. Daar wordt een aangepaste versie van de klassieke Klim van Steenwijk verreden, waarbij het klimmetje altijd wel voor spektakel zorgt. Het wegtoernooi vindt plaats van donderdag 28 t/m zaterdag 30 juli.
EK Baan

Op de 200 meter lange piste worden verschillende onderdelen verreden. Op zondag wordt er gestart met een 300 meter tijdrit voor de sprinters, waarna de rijders van de lange adem aan de bak mogen in de 10 km punten/afvalkoers. Dat is een soort puntenkoers waarbij je om de ronde punten kunt krijgen, maar in de puntloze ronde kunt afvallen. Rijders die ontsnappen zullen dus uit moeten kijken dat ze niet door hun reserves heen zijn wanneer ze worden teruggepakt. Als je afvalt, verlies je namelijk ook in één keer al je punten.
Op de maandag wordt het koningsnummer van het baantoernooi verreden: de 500 meter inline. In de finale wordt er gestart met 4 rijders in één lijn (vandaar de naam inline) en het is veel meer dan alleen de snelste tijd rijden. Positiespel en tactiek zijn minstens zo belangrijk. En in dit onderdeel worden vaak topsnelheden behaald van de boven de 60 per uur. Voor de lange afstandsrijders is er de 15 km afvalkoers. Vaak duurt het hier lang voordat de strijd ontbrandt en de echte favorieten bovendrijven, maar zodra dat gebeurt wordt de afvalkoers een hectische mêlee van demarrages en tactiek.
De dinsdag is de dag van de 1000 meter inline: een bijzonder lastige, maar juist daarom wel interessante afstand. Er wordt gestart met 8 rijders tegelijk en meestal volgt er dan een hele tactische race. 1000 meter op die piste is immers 5 hele ronden: best een eind. En je wilt niet meteen al je krachten verspillen. Maar een verrassingsaanval werkt soms juist ook wel heel goed. Door de tactische aard van de discipline is hij geschikt voor sprinters én stayers. Meestal zijn de pure sprinters in het nadeel. Gelukkig kunnen die nog aan de bak in de 3 km aflossing. Hierbij hoeft geen stokje worden overgegeven, maar er moet wel in het vak gewisseld worden. En dat is soms lastig met 6 of 7 teams naast elkaar op die krappe piste. Voor het publiek is dit misschien wel de leukste wedstrijd om te zien. Er gebeurt overal in de koers wel wat en de aflossingen zelf zijn natuurlijk spectaculair.
EK Weg

Na een welverdiende rustdag mogen de rijders weer aan de bak in het wegtoernooi. Een toernooi waar Nederland vaak beter presteert dan op de baan. Na het WK van vorig jaar is de opzet iets anders dan andere jaren. Zo is de 200 meter tijdrit vervangen door een 100 meter inline: een discipline die vorig jaar met heel veel enthousiasme werd ontvangen en die dit jaar in Otterlo zijn debuut kende op nationaal niveau. Bij de 100 meter inline moet je via een knockoutsysteem in de finale zien te komen. Van steeds drie rijders gaat de snelste door. Voor het publiek veel makkelijker te volgen dan een individuele tijdrit en vaak ook veel spectaculairder om te zien. Verder is er op donderdag nog de 20 km afvalkoers. Die gaat eigenlijk hetzelfde in zijn werk als de afvalkoers op de piste, maar is vanwege die 5 kilometer extra nog iets meer een uitputtingsslag. Hier komen de sterkste rijders echt naar boven drijven.
Op de vrijdag zijn er zelfs 3 onderdelen. De dag begint met de Lap Circuit Sprint. Net als de 100 meter een nieuw onderdeel die de 500 meter op de weg (waar Michel Mulder wereldkampioen op werd) heeft vervangen. Maar feitelijk verandert er eigenlijk niet veel. In plaats van 500 meter doen de rijders één rondje over het wegparcours. In Heerde is dat 390 meter. Nog meer in het voordeel van de meest explosieve sprinters dus. Verder is er nog een 15 km puntenkoers voor de mannen (en vrouwen) van de lange adem. Mede vanwege de lengte is er vaak meer sprake van vluchters en demarrages. Dit is tevens de afstand waar Chris Huizinga vorig jaar volledig uit het niets wereldkampioen werd. Tot slot is er nog de 5 km aflossing: de afstand waar Nederland op EK's en WK's verreweg het meest succesvol is. Twee jaar geleden nog won de Nederlandse mannenéquipe goud op dit onderdeel op het WK. In 2012 waren het de Nederlandse dames die dat kunstje al flikten op een WK.
Op zaterdag staat de marathon op het menu. Ondanks dat Nederland een echte marathoncultuur heeft, zijn we niet enorm succesvol gebleken op dit onderdeel. Ja, Crispijn Ariëns won natuurlijk goud op het WK in 2013, maar tussen hem en Erik Hulzebosch in 1992 was er geen enkele andere Nederlander die won op een WK. Ook op het EK zijn Nederlandse zeges schaars. De laatste was Ingmar Berga in 2010. Hoog tijd dat er weer één bij komt.
Nederlandse deelnemers
Over alle categorieën heeft Nederland nog best een aardige selectie kunnen maken. Welke oranje skaters moeten we in de gaten houden?
Junioren B Heren: Janno Botman, Teun de Wit, Jordy van Workum, Merijn Scheperkamp en Tom den Heijer.
Junioren B Dames: Fleur Veen, Marijke Groenewoud, Anna van den Bos en Maya de Jong.
Junioren A Heren: Gerrie van Lingen, Chris Huizinga, Bart Hoolwerf, Louis Hollaar, Marc Middelkoop, Tiemen van der Kolk en Remon Vos (marathon)
Junioren A Dames: Elisa Dul, Berber Vonk, Daniëlle Ootes en Gerline Crediet.
Heren: Michel Mulder, Luc ter Haar, Ronald Mulder, Kay Schipper, Jordy Harink, Rick Schipper (piste), Ruurd Dijkstra (piste), Remon Kwant (piste), Crispijn Ariëns (weg), Ingmar Berga (weg), Jesper Hospes (100m).
Gary Hekman en Gerwin Smit zullen uitkomen op de marathon.
Dames: Bianca Roosenboom, Elma de Vries, Manon Kamminga, Kelly Schouten, Irene Schouten (weg) en Moniek Klijnstra (100m).
Lisa van der Geest en Janita Willems-Crediet zullen de marathon rijden.
Net als voorgaande jaren heb ik weer een voorbeschouwing gemaakt, maar in plaats van per afstand de favorieten te noemen heb ik gewoon wat deelnemers uitgelicht die misschien voor leuke dingen gaan zorgen op het EK. Veteranen, veelbelovende talenten, nieuwe namen... er zit van alles bij. Ik post de voorbeschouwing later vandaag.
Laatst bewerkt: