Bocht - Druk behouden

Discussie in 'Techniek & training' gestart door Patrick510, 26 okt 2016.

  1. Patrick510

    Patrick510 Active Member

    Het forum staat inmiddels vol met vragen over de bocht. Maar dan hebben we het vooral over problemen waar beginners tegenaan lopen. Maar wat nu als je, laten we zeggen, rondjes 33 kunt rijden (> 40 km/u). Hoe verbeter je dan nog de bocht?

    Natuurlijk, hieraan liggen altijd verschillende oorzaken ten grondslag, maar een thema dat altijd terug ziet komen is het druk behouden. Niet met het bovenlichaam de bocht in draaien, en vooral op links niet met je heup van je afzetbeen af draaien. Klinkt eenvoudig, maar in de praktijk lastig.

    Wat vaak gebeurt is dat je met name als je op links staat, de kracht niet het ijs 'in boort', maar met de heup een beweging maakt waardoor de druk wordt verlicht. Dit kan enerzijds zijn dat je er vanaf draait, anderzijds dat je je lichaam omhoog duwt in plaats van de schaats het ijs in.

    Wat voor oefeningen zijn geschikt om hier verder in te komen?
    Wessel vindt dit leuk.
  2. dsdevries

    dsdevries Active Member

    De reden dat dit soort expert tips niet op dit forum worden besproken is omdat het lastig is om precies te duiden wat er verkeerd gaat zonder jou te hebben zien schaatsen. Druk verliezen kan nog steeds meerdere oorzaken hebben. Ik kan je wel wat algemene tips en opdrachten geven die altijd goed zijn om je bochten te verbeteren. Bij lichamelijke oefeningen zijn er twee soorten aanwijzingen te geven. Intrinsieke aanwijzingen waarbij de focus ligt op de beweging van ledematen ten opzichte van elkaar. En extrinsieke aanwijzingen waarbij de focus ligt op jouw lichaam ten opzichte van de ruimte. Bij extrinsieke aanwijzingen wordt vaak ook beeldspraak gebruikt. Het voordeel van het gebruik van beeldspraak is dat je iemand een beweging kan laten nabootsen die hij kent of die hij zich in kan beelden. In de praktijk blijken extrinsieke aanwijzingen ruim 3x zo efficiënt te zijn als intrinsieke aanwijzingen. Vandaar dat ik hiermee begin.

    Extrinsieke aanwijzingen:
    1. Op het krukje zitten. Doe je laatste slag op het rechte eind recht naar voren en hou je lzp links van je standbeen (dus niet overkomen). Gebruik de tijd die je daarmee wint om je in te beelden dat er links van je een krukje staat waar je op wilt gaan zitten. Op die manier komt je heup goed horizontaal in de bocht te liggen.

    2. Luisteren. Als je goed op het krukje zit, probeer dan aandachtig naar de binnenkant van bocht te luisteren. Als het goed is hou je dan ook je schouders beter horizontaal.

    3. Stel je voor dat links van je een trap staat. Probeer deze trap linksom omhoog te sprinten. De trede voor je linkervoet is hoger dan die van je rechter voet. (Dit kun je overigens ook in het echt proberen)

    Intrinsieke aanwijzingen:
    1. Duw je linkerknie zo ver mogelijk naar voren en plaats je linkervoet ongeveer een halve schaatslengte voor je rechtervoet en iets rechts van je lzp.

    2. Op het moment dat je je rechtervoet plaatst, sluit dan je linkervoet op door je rechtervoet naar achteren te halen alvorens je je linkervoet optilt.

    3. Probeer zowel je linker, als je rechtervoet voor je gevoel naar voren toe af te zetten.

    4. Hou te allen tijden het merendeel van je gewicht achterop je hak.

    Opdracht 1:
    100m steigerung, vervolgens op het krukje gaan zitten en luisteren en op twee benen de bocht door gaan. Probeer afwisselend de druk op je linker en dan weer op je rechtervoet te plaatsen.
    1oom steigerung, krukje zitten, luisteren. Nu til je je linkerbeen op (knie K5) en ga je op je rechterbeen de bocht door.
    100m steigerung, krukje zitten, luisteren. Nu til je je rechterbeen van het ijs en ga je op je linkerbeen de bocht door (knie k5, maar in eerste instantie gewoon gestrekt).

    Het blijkt lastiger te zijn dan je denkt om op 1 been in balans de bocht door te komen. Ook wordt je vooral bij je de derde oefening tegengehouden door angst. Deze onbalans is er ook wanneer je gewoon pootje over gaat, zij het in een veel kortere tijd. Echter in deze onbalans is het onmogelijk goed af te zetten. Verbeterd je balans, dan verbeterd ook je bocht.

    Opdracht 2:
    200m steigerung. Afwisselend lange slagen (6 a 8 per bocht) en korte slagen (12 tot 16 per bocht).

    Opdracht 3:
    Rij je bochten en zorg ervoor dat je ijzer niet openklapt. Dit kan alleen wanner je zijwaarts en met je hak afzet. Als je naar achteren trapt klapt je ijzer altijd open. (Uiteraard kan dit ook alleen wanneer je geen enkelstrekking hebt. Doe dit dan ook alleen als oefening. In een wedstrijd mag je ijzer best openklappen in de bocht)

    Hopelijk heb je hier wat aan.
    Laatst bewerkt: 27 okt 2016
    Patrick510 vindt dit leuk.
  3. Patrick510

    Patrick510 Active Member

    Dank @dsdevries voor je uitvoerige beschrijving van goede trainingsmethoden. Je metafoor van krukje zitten en luisteren werkt verrassend goed en levert me in ieder geval stukken meer druk op. De trapmetafoor ga ik nog proberen, en omdat ik in de Uithof schaats kan ik dat mooi eerst op het droge proberen voor het ijs op te gaan.

    Ik denk dat jouw beschrijving voor veel schaatsers die, laten we zeggen, tussen de 45 en 50 seconden op de 500 rijden erg waardevol kunnen zijn en dat is nu net waar erg weinig over te vinden is.

    Inzake mijn eigen problematiek, ik ben nog steeds bezig comfortabel te worden in een goede techniek. Erg goede schaatsers die mij hebben zien schaatsen stellen dat het hebben van druk niet zo zeer mijn probleem is (nadat ik dit topic opende), al kan het natuurlijk altijd meer en doe ik nog niet alles goed. Vandaar dat ik ook de tijd neem om met alle oefeningen rustig aan de slag te gaan, want ik weet zeker dat ik nog stappen kan maken. Ook beschrijf je een aantal intrinsieke 'details' waar ik nog nooit zo op heb gelet, dus dat ga ik ook eens doen (stapje voor stapje).

    Intrinsiek beschreven, wat ik doe:
    1. Ik duw mijn heup de bocht in, sta ook gelijk op de buitenkant van het linkerijzer/binnenkant rechterijzer (jouw 'krukje zitten').
    2. Je ziet vaak dat schaatsers hun bovenlichaam de bocht in draaien, ik klap juist de rechter schuine buikspier een beetje dubbel, waardoor overdreven gezegd de rechterribben naar het bekken toe gaan en het lichaam niet de bocht in draait. Ook duw je zo de heup meer de bocht in.
    3. Ik druk mijn rechterschouder naar beneden/linkerschouder omhoog. Op basis van beeldmateriaal weet ik dat mijn schouders hierdoor recht liggen in de bocht.

    Wat is het probleem? Het ziet er gewoon raar uit. Twee dingen:
    1. Na mijn afzet van mijn rechterbeen til ik deze een beetje raar op. Het lijkt alsof hij naar buiten toe 'uitschiet'.
    2. Aan het einde van mijn afzet met mijn linkerbeen kom ik steevast iets omhoog, wat leidt tot een raar 'hupje'. Ik dacht eerst dat ik met mijn heup van mijn been afdraaide en dus van de druk, maar volgens mij heb ik de strekking gewoon verkeerd begrepen.

    M.a.w. volgens mij strek ik gewoon nog door nadat ik afzet heb geleverd. Met beide benen.

    Ik zet mezelf liever niet schaatsend hier neer, we zijn niet bij comedy central ;)
  4. dsdevries

    dsdevries Active Member

    Wat jij nu beschrijft is veel meer een timing issue. Problemen met timing zijn lastiger op te lossen omdat er vaak een onbewuste angstprikkel meespeelt. Daarom kan je dit toch vaak het beste op het droge proberen op te lossen.

    2 oefeningen die enorm helpen zijn:
    De trap oefening zoals ik al eerder zei. Linksom pootje over de trap op. Wanneer dit goed gaat, probeer dan met je rechterbeen 2 treden te springen en links 1. Wanneer dit goed gaat rechts 3 treden en links 2. 3 om 2 is zo'n beetje de juiste verhouding in kracht en timing zoals je hem ook op het ijs zou doen. Als het goed is kan je bij deze oefening niet anders dan je afzetbeen volledig strekken voor je je standbeen weer plaatst. Probeer dit gevoel ook over te brengen op het ijs.

    Daarnaast uiteraard elastieken. Voor een paar tientjes heb je een goed schaatselastiek. Het voordeel van een schaatselastiek is dat je de beweging in slowmotion kan oefenen. Hierdoor verbeterd je timing enorm. Met pootje over focus je op het helemaal strekken van je rechterbeen voordat je je linker plaatst en het NET NIET helemaal strekken van je linkerbeen voor je je rechter plaatst. Ook het laag blijven en het horizontaal houden van je heupen en schouders kan je goed oefenen. Zeker wanneer je het voor een spiegel kunt uitvoeren. Eerst heel erg langzaam, en dan steeds sneller.

    Oefeningen die je op het ijs kunt doen:
    Uiteraard nog steeds alle oefeningen uit mijn vorige post. Daarnaast kan je proberen te overstappen en dan na iedere overstap beide schaatsen even (dichtgeklapt) aan het ijs te houden. Tijdens deze pauze voel je of je afzetbeen gestrekt is. Heb je gelijk druk op beide schaatsen of ben je de druk op je afzetbeen alweer kwijt?

    Nog iets waar je op kunt letten op het ijs. Pompen (op en neer bewegen) is natuurkundig alleen mogelijk wanneer meer kracht wordt geleverd naar boven dan de zwaartekracht je naar beneden duwt. M.a.w. je zet met je linkerbeen niet zijwaarts af, maar naar boven. Dit kan alleen wanneer je linkervoet teveel onder je lzp staat. De druk die je ervaart op je linkerbeen is niet de middelpuntvliedende kracht, maar de zwaartekracht. Probeer je linkervoet iets meer naar rechts van je lzp te plaatsen en langer te wachten met afzetten. De druk op je linkerbeen zal minder worden terwijl je toch meer af kunt zetten.

    Het kan ook zijn dat je je linkerbeen iets te ver door strekt onder je standbeen. Op dat moment draait je heup te ver door en staat ie op slot. De enige manier om je been dan weer terug te halen is door ruimte te maken en omhoog te komen. Zoals ik al zei. het is lastig precies te duiden wat je verkeerd doet zonder je te hebben zien schaatsen. Hopelijk kan je hier wel weer wat mee.
    fransvanbakel en Patrick510 vinden dit leuk.
  5. Patrick510

    Patrick510 Active Member

    Nogmaals dank @dsdevries !

    Hier kan ik ook wat mee als schaatsinstructeur. Ik ben inmiddels de schaamte voorbij en heb maar een foto van mezelf als avatar ingesteld.

    Veel dingen die je hier hebt geschreven was ik me niet van bewust en ik heb er allemaal veel aan. Mijn eigen probleem ben ik inmiddels achter, je beschreef het in je één-na-laatste allinea: ik zette mijn schaats teveel naar binnen waardoor de afzet teveel naar boven wordt gericht ipv naar de zijkant. Wat je beschreef is heel herkenbaar. Het voelt af en toe gek dat de bocht 'relatief' makkelijk door te lopen is in vergelijking met wat ik gewend was. Het is in het schaatsen af en toe lastig om te voelen wat precies goed is: aan de ene kant doe je het beter als het schaatsen minder zwaar wordt, aan de andere kant moet het juist weer zwaarder worden.

    Nogmaals dank, voor je tijd die je hebt genomen om dit te posten en je inhoud, ik kan hier een tijdje mee vooruit en vorderingen maken!
  6. dsdevries

    dsdevries Active Member

    Graag gedaan Patrick!
    Overigens, afgaand op jouw nieuwe profielfoto moet je ongeveer nog 10cm dieper zitten en linkerheup meer omhoog duwen. Je hangt nu met je heup in de bocht. Dit veroorzaakt jouw slechte plaatsing en afzet met je linkerbeen. Er is simpelweg geen ruimte meer om je linkerbeen ver genoeg naar voren te plaatsen. Daarnaast mag je met je rechterbeen iets verder over je stappen. Dan wordt zowel je rechter, als je linker afzet een stuk groter.
    Laatst bewerkt: 29 nov 2016
  7. Schaatstinus

    Schaatstinus Active Member

    Complimenten voor DSdeVries.
    Goede uitleg en voor mij ook stof die ik in mijn trainingen en instructies ga gebruiken.
    Bedankt.

Deel Deze Pagina