Juiste timing

Discussie in 'Techniek & training' gestart door Ton, 16 jan 2008.

  1. Ton

    Ton New Member

    Afgelopen weekend eens beeld voor beeld de cracks 'geanalyseerd'.
    Wat mij opviel was een groot verschil in timing met het gemiddelde lid van onze vereniging: bij de cracks wordt, zodra er is afgezet het standbeen alweer naar binnen gestuurd op binnenkant ijzer en wordt de valbeweging dus al ingezet zodra het bijhalen begint.
    Bij de 'normale' schaatser, bij mij dus, wordt de valbeweging pas ingezet als mijn bijhaalvoet ongeveer ter hoogte van mijn standbeenvoet is. Veel later dus. Ik heb via mijn trainer hier nooit iets over gehoord, maar zou ik door dit te imiteren niet een stuk sneller kunnen worden?? :p
  2. fred

    fred Member

    Mmm, ik zou het 'gewoon' proberen, net zo te schaatsen als de cracks...

    Ik betwijfel trouwens of ik het helemaal met je eens ben, wat betreft je analyse van de toppers. Het verschilt natuurlijk per persoon, en ook per afstand (op een 500m zoekt men i.h.a. eerder de binnenkant op om zo snel mogelijk druk te zetten) maar over het algemeen zie ik topschaatsers toch niet heel gauw (of eerder dan bij gewone stervelingen) na het afzetten op de binnenkant van hun standbeen-schaats terechtkomen. Wel lijkt mij een wezenlijk verschil tussen toppers en 'modalen' dat je bij de eerste groep ziet dat ze meer en langer druk hebben, d.w.z. dat die afzet ook helemaal 'raak' en tot en met het uiterste stuk optimaal benut wordt, dat zie je mooi aan het 'hangen' in de afzet-schoen.
  3. Ton

    Ton New Member

    Ik heb vnl. naar de 10 km. gekeken (Kramer bv). Daar zag ik dat eerst de voet op buitenkant ijzer werd geplaatst, dan met het andere been het laatste gedeelte werd afgezet en al heel snel (in ieder geval al voor het van achter naar voor halen van het bijhaalbeen) kort over het midden snel op de binnenkant werd overgegaan.
    Ik meen het later toch bij anderen hetzelfde te hebben gezien. Ik zal dit weekend de sprinters eens opnemen. Of zie ik het nu helemaal verkeerd?
    Zou je op deze manier meer druk opbouwen? Je afzethoek wordt zo wel lekker groot. Wanneer gaan jullie over tot binnenkant ijzer? Als je voeten bijna weer verzameld zijn?
  4. binne

    binne New Member

    Een goede timing is het juiste moment van afzet t.o.v. het moment van plaatsing standbeen.
    Het euvel waar je mee te maken hebt is te vroeg plaatsen standbeen.
    Bij technisch goede schaatsers zie je dat het standbeen pas wordt geplaatst vlak voor het moment dat het afzetbeen loskomt. Bijna op hetzelfde moment.
    Op deze wijze wordt de valbeweging/volle lichaamsgewicht opgevangen op het moment van plaatsing standbeen. De schaats wordt geplaatst op de buitenkant mes, kantelt snel op binnenkant mes en begint de nieuwe valbeweging.
    Wanneer de schaats te vroeg wordt geplaatst wordt de valbeweging deels ongedaan gemaakt en is het lichaamsgewicht verdeelt over twee benen.
    Wanneer je wilt weten met welke oefeningen je timing wilt verbeteren laat dat dan even weten.

    Binne
  5. Schaatsfan86

    Schaatsfan86 Active Member

    Vertel?
  6. Ton

    Ton New Member

    Een goede timing is het juiste moment van afzet t.o.v. het moment van plaatsing standbeen.

    > Is het moment van inzet van de valbeweging dan minder belangrijk? Val je niet harder naarmate je langer valt? Op het moment dat je je voet hebt bijgehaald maak je dan toch automatisch al een grotere hoek met het ijs dan wanneer je later begint te vallen?

    Wanneer je wilt weten met welke oefeningen je timing wilt verbeteren laat dat dan even weten.

    > Graag!
  7. binne

    binne New Member

    Oefeningen timing

    1. Voor een goed begrip : Stil staan, schaatsen iets uit elkaar. licht kniebuiging. Gewicht verplaatsen van het ene naar het andere been, niet bijhalen. [Even staan op het ene been, het andere los van het ijs. "waggelen"] Loskomen en neerzetten op hetzelfde moment.
    Wanneer de voeten iets naar buiten gericht zijn ga je langzaam vooruit.

    2. Schaatshouding, in balans op een been glijden [schaats recht vooruit]
    langzame valbeweging en afzet. Loskomen en plaatsen op hetzelfde moment.[tevens balansoefening]

    3. Schaatshouding. in balans op een been, begin valbeweging en een stevige afzet [dynamiek] andere been pas neerzetten tijdens het laatste moment van de afzet.
    Vervolgens weer glijden op het standbeen waarbij het andere been rustig wordt bijgehaald
    De stevige afzet dient als impuls voor het hoppen van het ene op de andere been
    Op deze wijze word optimaal gebruikt gemaakt van valbeweging en afzet

    Binne
  8. binne

    binne New Member

  9. Ton

    Ton New Member

    Dan namelijk is er een goede contrôle over glijfase, valbeweging en afzet mogelijk. De valbeweging kan zo traag worden uitgevoerd. Langer vallen betekent dus niet harder vallen maar trager vallen.
    Op de 10km zie je bij sommige rijders dat ze zolang met de glijfase,valbeweging en afzet bezig zijn dat ze het [trage] bijhaalbeen even stil laten hangen voordat ze deze op het laatste moment neerzetten.

    Bedankt voor je oefeningen. Ga ze maandag proberen. Maar toch begrijp ik het nog niet helemaal: moet je dus traag (en lang) proberen te vallen om een zo goed mogelijke controle over je glijfase en afzet te krijgen?
    Is het overigens niet zo dat bij de 10 k. niet zo dat het bijhaalbeen op die manier even kan rusten en daarom de afzet even wordt uitgesteld? Dat dit een doel op zich is i.p.v. van het gevolg van het lange glijden zoals jij volgens mij stelt?
  10. binne

    binne New Member

    Het begint allemaal met in balans/evenwicht zijn op het standbeen direkt na het plaatsen. Wanneer dit het geval is dan kun je de duur van de glijfase/valbeweging/afzet naar believe bepalen. [heel lange slag of heel kort] Deze contrôle wordt dus mogelijk door een goede balans [gevolg]
    Het gevolg is ook dat de bijhaal ontspannen kan worden gedaan omdat daar alle tijd voor is. Wanneer de slag korter wordt gehouden dat moet actief worden bijgehaald. Een lange slag/trage valbeweging kost wel meer statische kracht. Je ziet ook dat op de 10 km doorgaans de slag steeds korter wordt naarmate het end nadert.
    Het verbeteren van balans [oef.2.] is dus belangrijk. Ikzelf heb deze balansoefening tot in den treure gedaan, waardoor ik gemakkelijk op één been heel lang kan doorglijden.

    Binne

Deel Deze Pagina