Scheid namen met een komma.
Schaatsen is mogelijk doordat zich bovenop het ijs, ondanks temperaturen onder het vriespunt, een zeer dun laagje water van enkele moleculen dik bevindt, waarop het ijzer van de schaats met zeer geringe wrijving over kan glijden. Een schaatser kan sturen door de schaats te kantelen, waardoor de rand van het ijzer in het ijs 'graaft'. Hierdoor verandert de wrijving en is het mogelijk om van richting te veranderen. Een goed uitgevoerde schaatsslag is een vloeiende beweging waarbij de onderstaande stappen in elkaar overgaan: