Wat wedstrijden nodig hebben, is ritme. Is het opbouwen van spanning, dan weer even laten vieren, en dan weer opbouwen. Nu is de 500m op een wereldbeker veel te kort met 10 ritten. Met een beetje pech (Wennemars is nog niet uitgepraat), mist de NOS de eerste rit, krijg je te horen wie er allemaal gaan rijden en wat er op het spel staat tijdens rit 2. Etc. Net als ik er een beetje inzit, is het alweer afgelopen. Ik zou er erg voor zijn dat de A-races ongeveer 40 minuten duren. Dan heb je tijd om er in te komen, te wennen aan het ijs zogezegd. En kun je een aantal spanningsbogen krijgen. En zeker op de 500m kunnen er in het voorveld verrassingen zijn, omdat het om honderdsten van seconden gaat. En ja, dan kun je wat meer ritten 500m houden en wat minder op de 5000m.
Ik denk niet dat het zozeer om het intreegeld gaat, maar meer om de liefde voor de sport en waardering voor de sporters. Bij OS Turijn zat ik op de tribune bij dames kunstrijden - vrije kür. Bijna het meest geliefde onderdeel van de OS met behoorlijk pittige prijzen voor de entree. Het beeld van de tribune vond ik nogal onthutsend. De eerste helft van het programma waren de tribunes zo ongeveer half leeg. Pas toen de laatste 8 aan de beurt waren, zat het eindelijk vol. Terwijl het meisje dat uiteindelijk 24e werd, waarschijnlijk toch ook al vanaf haar 5e of 6e jaar aan het trainen is. (Het zat daar trouwens niet zo comfortabel. De stoeltjes waren blijkbaar ontworpen voor kleine italiaantjes in zomer-kleding, niet voor lange hollanders in winter-outfit.)
Met meer A-groep-ritten op korte afstanden zorg je er wel voor dat die afstanden populairder worden en dat de lange afstanden dus minder aantrekkelijk worden. En ik dacht dat wij daar niet voor waren. Ik heb liever een EK met de eerste 5km-ritten in kwartetstart* dan een flut-EK met 500,1000,1500 en 5000m. Lange afstanden kunnen heel mooi zijn, zeker met figuren als Peter Michael. *voorstel voor een betere kwartetstart: Laat de twee paren tegelijk starten, met een van de paren aan de overkant van de baan. Goed, je hebt wat meer lijntjes in het ijs nodig, maar dat heb je bij een TP ook. Dan is het al iets minder vaag dan de kwartetstart van nu.
Mijn mooiste was Inzell '86. Dat tournooi had alles. Spanning, strijd, prachtig weer, super ijs, razend snelle tijden, een WR, doorbraak van jong talent en een Hollandse winnaar.
Wanneer zijn wedstrijden spannend? Als er veel kanshebbers zijn. Ik heb op een rijtje gezet hoeveel schaatsers er op elke afstand binnen 1 punt van de winnaars geeindigd zijn. Dus binnen de 1 seconde op de 500m, binnen de 2 seconden op de 1000m, etc. Voor de ploegenachtervolging heb ik 4,5 seconde bij de vrouwen en 6 seconden bij de mannen genomen. Dat voor de afgelopen 4 wereldbekers. Dit is het resultaat: Mannen: 500m: 30 1000m: 22 1500m: 13 5000m: 12 10000m: 7 achtervolging: 6 Vrouwen: 500m: 11 1000m: 8 1500m: 8 3000m: 9 5000m: 3 achtervolging: 5 Dus, willen we het spannend maken, dan de 500m A-groep uitbreiden, de A-groepen op de langere afstanden en die van het vrouwenprogramma inperken. Nog een weetje: in de eerste jaren van de wereldbeker stond er helemaal geen 10 kilometer op het programma. Vervolgens werd er 1 10 kilometer gereden. Als afsluiting van de WB-finale reden de beste 8 van het klassement van de 5000m nog een 10 kilometer. Pas met het invoeren van het WK Afstanden is de 10 kilometer op de Wereldbeker uitgebreid, omdat er een kwalificatiemoment moest zijn.
Welk publiek? Dat moeten we eerst gaan trekken. En dan zou je inderdaad best met wildcards kunnen werken voor locale sporters, net als bijvoorbeeld in de biatlon waar het thuisland meer startplekken krijgt. De top 12 van de WB, de beste 2 van de laatste B groep en 2 uit het thuisland. Heb je 8 ritten. Zoiets. Voordeel van zo weinig ritten is dat je ook volledig kunt loten, geen vastgestelde volgorde meer.
Als je het al niet in NL voor elkaar krijgt hoe ga je dat dan op andere locaties doen? Beginnen bij de basis...
Hier kun je dat terug kijken: Thuislandvoordeel. Goed plan, dacht ik ook aan. Is alleen wel jammer voor ijsbaanloze landen (Tsjechië, België, Colombia) of voor landen waar nooit meer wedstrijden zijn (Finland, Zweden).
Zit daar dan nog wel een limiettijd aan vast? Of laten we in Astana gewoon Mariya Sizova (PR 4:33.52) tegen Sablikova rijden op de 3000 meter?
Juist de basis loslaten. Als je in NL 10% publiek verliest maar er wereldwijd publiek voor terug krijgt is dat alleen maar winst. In plannen om de schaatssport te veranderen moet je het Nederlandse publiek eigenlijk bijna negeren.
Dat de Amerikanen niet weten wie de nr 17 of 21 of 36 op de ranglijst staat is niet erg, erger is dat de Amerikanen ook geen idee hebben wie hun eigen toppers Bowe of Richardson zijn De Amerikanen kennen zelfs Eric Heiden niet Alleen wij Nederlanders kennen Bowe Richardson en Heiden Amerika Rusland Canada Japan etc moeten eerst weten wat schaatsen is en hun eigen toppers leren kennen en dan heel misschien komt er een handjevol thuispubliek op af
Tja, een jaar voor mijn geboorte. Ik heb boeken waar foto's van die wedstrijd in staan, maar verder kom ik ook niet.
Volgens mij is dit de discussie: Rijden schaatsers te weinig wedstrijden? Qua suggestie heb ik er 1 gegeven. In de post die jij niet zag zitten. Je gaf aan dat je graag iets mondiaals zou zien. Daarmee heb je grote verwachtingen gewekt want je lijkt een plan te hebben. Ik ben benieuwd wat dat is?
@Eelco: lees dit topic Zoals je in post 1 ziet gaat dit trouwens over vanalles wat ergens anders offtopic zou zijn.
Ik heb in jouw posts aanpassingen gezien van programma's, maar geen suggesties om meer publiek te krijgen. Hoe leidt een aanpassing van een programma tot meer publiek? Dat mis ik. Misschien heb ik er over heen gelezen. Iedere suggestie die wordt gedaan is goed en zou bekeken moeten worden. Ik mis alleen de relatie met hoe een aangepast programma tot meer publiek zou moeten leiden.
Een te lang programma met grotendeels b schaatsers ipv toppers trekt geen publiek. Daarom die programmawijziging voorstellen. 6 uur in een koude hal met 2 uur dweilen en 2,5 uur b schaatsers zal nooit meer publiek gaan trekken in het buitenland. Het programma moet korter, minder dweilen en meer toppers (of in elk geval minder b schaatsers).