Titelinflatie? Even denken. We hebben het EK sprint en EK allround gehad. Dan krijgen we straks de WK afstanden en als toetje de WK sprint en het WK allround. Oh ja, en de World Cup finale. Dat levert het volgende rijtje 'kampioenen' op: EUROPEES KAMPIOEN SPRINT EUROPEES KAMPIOEN ALLROUND WERELDKAMPIOEN 500m WERELDKAMPIOEN 1000m WERELDKAMPIOEN 1500m WERELDKAMPIOEN 5000m WERELDKAMPIOEN 10000m WERELDKAMPIOEN Massastart WERELDKAMPIOEN Ploegenachtervolging (3x) WERELDKAMPIOEN SPRINT WERELDKAMPIOEN ALLROUND WERELDBEKER 500m WERELDBEKER 1000m WERELDBEKER 1500m WERELDBEKER 5000m/10000m WERELDBEKER Overall (Grand World Cup) WERELDBEKER Massastart WERELDBEKER Teamsprint (min. 3x) WERELDBEKER Ploegenachtervolging (min. 3x) Voor zowel mannen als vrouwen zijn er dus 19 titels te winnen dit jaar (hierbij negeer ik maar even de nationale titels van 8 stuks elk). In de niet Olympische jaren met de EK afstanden zijn er nog eens 5 titels extra. Wat neerkomt op een eindtotaal van 48 internationale schaatstitels (mannen en vrouwen samen) die te winnen zijn in zo'n jaar voor in totaal mogelijk 68 schaats(t)ers die zich dan 'kampioen' mogen noemen...
Min of meer vlakke ritten kunnen ook bepalend zijn. Denk maar aan Pereiro Sio in 2006 die tweemaal mee was in min of meer vlakke of overgangsetappes of het duel Lemond/Fignon. Maar ik heb ook liever dat ze er gewoon een eind aan maken,. Dan kan meneer Dijkema zich niet meer verschuilen en zeggen dat ze er alles aan gedaan hebben.
Ik snap je redenatie niet helemaal. De verschillen tussen nummer 1-8 zegt niet zoveel. Een 500m is in mijn ogen veel bepalender. Eén misslag of een slechte start en je bent zo een half punt kwijt. Dat is maar liefst 10 seconden op de 10k. In feite is het punten systeem bij schaatsmeerkampen één van de meest transparante systemen.
Saai, ja als je de sport niet begrijpt. Als je op 10k niet ziet dat iemand aan het instorten is dan kan dat saai overkomen. Feit is dat de kijkcijfers in Nederland bijna altijd hoog zijn. Dus dat saaie lijkt nog al mee te vallen. Buiten Nederland en België interesseert niemand zich voor veldrijden.
The history of the alpine combination. The Giant slalom as a championship discipline was introduced in 1950. That was together with 1984 the only year in which no combination championship was awarded. From 1952 until 1980 there was a so-called dreierkombination at the Alpine World/Olympic championships. From 1982 until now the combination exists of a shorter downhill race and a two shorter slalom races.
maar 10 seconden op een 10km is helemaal niet raar. Een vrij normale uitslag. Dat telt echter even zwaar als een misslag(!) op de 500m. Dan telt die 10km best zwaar toch? Voorbeeld uit de vorige post nog maar even: een middelmatige tijd op de 5km (6:30) levert even veel punten als een toptijd op de 10km (13:00). Rij je een toptijd op de 5km en een middelmatige 10km ben je in het nadeel. Terwijl je in beide gevallen 1 toptijd en 1 middelmatige tijd rijdt. Dat zou bij elkaar in de buurt moeten liggen als je alle afstanden even zwaar wilt tellen (en ja, dat is iets anders dan transparant). Dat is niet het geval. De 10km weegt zwaarder.
Marrit Leenstra's planning voor de rest van het seizoen: Trainingskamp WB Berlijn WK afstanden WB Stavanger Dus geen NK/WK Sprint. De focus ligt op het WK afstanden... http://nos.nl/artikel/2153245-leenstra-laat-nk-en-wk-sprint-schieten.html
Complicated history of the alpine combined event apparently. The dreierkombination was "just" a paper exercise. Since 2010 its called the super-combination : Either a Super G (World Cup) or a shortened dowwnhill (Olympics+Worlds, World cup)+ One slalom run. The combination highly regarded in Norway as it decides who is the best allround-skier. What is the best way of deciding it? Not carved in stone... In skating? Carved in stone (tombstone).
Zelfs voor een vermeningvuldiging met 3 valt nog iets te zeggen. Immers: het logaritmisch gemiddelde van de allroundafstanden is 2475 meter. Wat betekent dat? Zoals je kunt zeggen dat een afstand van 1581 meter, relatief gezien, het midden houdt tussen de 500 en de 5000 (want 3,16 keer zo lang als de 500 en 3,16 keer zo kort als de 5000) kun je ook zeggen dat de gemiddelde allroundafstand bij de mannen 2475 meter is. Als schaatsen wiskunde zou zijn zou je het allroundtoernooi kunnen vervangen door één afstand: 2475 meter. Het logaritmisch gemiddelde van 500,1500 en 2x 5000 is maar 2081 meter. Pas als de 5000 meter driedubbel telt dan komt het logaritmisch gemiddelde bijna precies overeen (2480 meter) met dat van een klassiek allroundtoernooi. Het ging mij ook niet specifiek om Van der Poel. Ik vind alleen niet dat iemand op basis van alleen een goede 5km ook een 10km zou moeten rijden. Sterker nog: als Kramer valt op de 500 en daarna de 5km wint, dan vind ik niet dat hij de 10km moet rijden. Volgens mij is dat bij de huidige regels ook al het geval. Dat moet in ieder geval zo blijven.
In 2009 reed Koen Verweij nog wel de 10 km nadat hij was gevallen op de 500m. De regels zijn veranderd... toen mochten er ook nog twaalf man de 10 rijden.
The dreierkombination (three different disciplines) is something else than the super combination. The combination now consists of two different disciplines (mostly downhill and slalom).
Nee, want zo iemand moet bij de beste 16 na 3 afstanden staan (de anti-Stephanie Beckert regel) . Of hij moet wel heel snel opstaan na zijn val.
Dat het zeker op de 10k niet bij elkaar in de buurt ligt heeft verschillende oorzaken. 1. De kans op in elkaar storten is veel groter door het andere karakter van de afstand. Daarom heet het ook allround schaatsen. Hetzelfde geld bij de atletiek en het zwemmen. En daar geld het hieronder genoemde punt 2 niet. 2. Door de ISU politiek om de 10k te vermoorden, waardoor steeds minder schaatsers zich op deze afstand gaan richten.
O ja, dat was ik vergeten. Alhoewel op het afgelopen EK had dat bij de dames zomaar het geval kunnen zijn. Bovendien worden er ook nogal wat diskwalificaties uitgeroepen. Overigens Koentje had toen ook gediskwalificeerd moeten worden. Door zijn val kwam hij in de binnendaan terecht en na te zijn opgestaan schaatste hij eerst nog een aantal meters in de binnenbaan.
@gerrit stevens: ook bij het zwemmen worden de lange afstanden in het zwembad waarschijnlijk binnenkort dratisch vermindert of afgeschaft. Ook daar is het zo dat er te weinig zich specialiseren op de lange afstand. Dan kun je als bond aan een dood paard blijven trekken, of mee gaan met de wens van de sporters.
Een paar jaar geleden had ik voorgesteld om voor de laatste afstand de deelnemers te bepalen via een gewogen gemiddelde van de eerste 3 afstanden: 5km telt het zwaarst en dan de 1500m een factor c minder en de 500m weer een factor c minder dan de 1500m. De 1500m telt zwaarder omdat de meer sprinters types de 10km nog zwakker zullen rijden. Als ik hierin toevoeg dat het logaritmisch gemiddelde hetzelfde is als van de 4 afstanden, dan krijg je het volgende model: 500m 0.4591 1500m 0.8746 5000m 1.6663 Resulterend in de volgende stand: 1. Sven Kramer 109.711 2. Jan Blokhuijsen 111.096 3. Sverre Lunde Pedersen 111.736 4. Bart Swings 112.248 5. Denis Yuskov 112.256 6. Andrea Giovannini 112.595 7. Douwe de Vries 112.721 8. Nils van der Poel 113.486 9. Nicola Tumolero 113.642 10. Sindre Henriksen 114.043 Van der Poel kwalificeert zich hierin voor de 10km voor Tumolero. Hendriksen valt duidelijk af. In vergelijking met de eindstand zijn Pedersen en Swings verwisseld, net zoals Yuskov en D. de Vries. Bij de dames zou het model zijn: 500m 0.4831 1500m 0.8873 3000m 1.6296 Resulterend in de volgende stand: 1. Ireen Wüst 119.694 2. Antoinette de Jong 120.772 3. Martina Sáblíková 120.992 4. Yvonne Nauta 122.105 5. Olga Graf 122.335 6. Natalia Czerwonka 123.120 7. Claudia Pechstein 123.171 8. Ida Njåtun 123.642 9. Katarzyna Wozniak 124.743 10. Nikola Zdráhalova 125.041 Dezelfde 8 halen het. De Jong en Sablikova wisselen, net zoals Pechstein en Czerwonka. Yurakova zou 123.227 (8e) hebben gehaald.
ik zei niet dat het onlogisch is dat je op de 10km grotere verschillen krijgt. Ik zei dat dat met de huidige puntentelling tot gevolg heeft dat de 10km zwaarder meeweegt.
Proeme, je weet dat alles terug wordt gerekend naar de 500 meter hè. De 10 km is 20 keer zo lang als de 500 meter. Daar wordt rekening mee gehouden in de berekening. 1 seconde verschil op de 500 is 20 op de 10000, dat weten we allemaal. Dat 6:30 op de 5 en 13:00 op de 10 hetzelfde aantal punten opleveren betekent niet dat de 10 méér meetelt. Iedereen rijdt langzamer op de 10... Dus relatief valt het wel mee. Dat mensen op de 10 soms veel tijd verliezen, komt gewoon omdat ze niet genoeg bezig zijn met trainen voor die afstand.
Het niveau van de schaatsers zelf was natuurlijk ook niet echt een reclame voor het allrounden en al helemaal niet voor de status van het toernooi. De top 7 reed gemiddeld anderhalve punt boven hun personelijke meerkamp records. Op de 10 km reden ze gemiddeld 17.8 seconde langzamer dan ze eerder op een allroundtoernooi hebben gedaan. Eigenlijk reden alleen Kramer en Giovannini een goede race op de 5 kilometer. Op de 500 meter waren er een paar redelijk, de rest was gewoon matig tot slecht.
