Ah, die post heb ik destijds niet gezien (denk ik) en vind ik wel interessant. Om te beginnen even het aantal deelnemersd-factor). ik denk dat hoe groter dat is, des te meer dit een reëel beeld oplevert. Bij te weinig deelnemers gaan de uitzonderingen te zwaar doorwegen. Zolas je eigenlijk bij iedere (semi)wetenschappelijk uitspraak vodldoende meetgegevens moet hebben. Tot op zeker hoogte natuurlijk, want nóg meer deelnemers gaat dan ten koste van de kwaliteit van die exta gegevens. More is less. De extra deelnemers aan de pools zijn leken. Die E-factor is iets wat je niet moet verwarren. Je stelt"'in hoeverre is de uitslag van de pool ook de kansenverhouding in realiteit Deze heeft m.i. 1 op 1 met het prijzengeld te maken. Stel de vraag is: jan gooit met een dobbelsteen. Wordt het en zes, of geen zes. Wanneer het in een seizoenlange wedstrijd is, zal iedereen 'geen zes'gokken. 100 % stemt op geen zes. Terwijl de kans daarop slechts 83 % is. Neem bijvoorbeeld de wedstrijden PSV-groningen, Vitesse-willem 2 en Feyenoord-Heracles van komend weekend, in een voetbalspel voorspellen resp 93, 95 en 93% een thuiswinst. Dit moeten we niet verwarren met 'de kans op thuiswinst is 95%.(hoewel die op betfair wel akelig dicht daarbij in de buurt komt) In het voetbal, wieler of schaatsspel krijg je nl een punt per goede voorspelling. Iets heel anders wordt het, als we de te winnen prijzen gaan verdelen onder de goed voorspellers. Onder prijzen zou je ook een vast aantal punten kunnen verstaan (tip voor volgend jaar ??). Stem je met de meute mee, dan is de kans op winst groter, maar de opbrengst kleiner. Stem je op de outsider, dan is de kans kleineer maar de opbrengst groter. De betmarkt leidt ertoe, dat de uitbetaling steeds kans x uitbetaling is, dat die dan net zo groot wordt in het ene dan in het andere geval, en dat bij voldoende deelnemers die die uitbetalingen tegen elkaar afwegen, een beeld ontstaat dat het aantal stemmers op een uitslag ook het voorspelde percentage is. Ook hier weer even het dobbelstenenvoorbeeld: 600 man gokken erop, nog zo'n 500 man zullen op 'geen 6 'gokken, en zo'n 100 man op 'een zes' die eersten winnen dan de pot van € 600: 500 man; de 6-gokkers winnen veel minder vaak, maar pakken dan wel €600 met z'n honderden = € 6 per keer. Dit effent zich wat uit. Daarom zou een nieuwe better, nr 601, de verhoudingen een beetje aanzien, en zijn eigen verwachtigen daarbij spiegelen. En al gaat het in de spoprt natuurlijk om de niet te bepalen kansen, deze pricipes werken wel, zodat je dan wél kunt zeggen dat de gespeelde aantallen de kansen reflecteren. met de prijzen per week is dat dus ook het geval: die moet je 'delen' met velen. Dat delen heeft dan vaak het karakter van dat bijv bij gelijke punten er geloot gaat worden: gok je dan op de favoriet, dan heb je de prijs nog niet als ie wint. In m.n. het schaatsspel is er van dat loten geen sprake: de prijs gaat dan naar de eerste inzender. Reden waarom we dan ook vaak zien dat er nooit helemaal wordt gekopieerd, altijd even 1 naam anders. Alleen als je voor het klassement speelt, maakt je dat minder uit.
