juist. Laten we het over Irene Schouten, Sanne in 't Hof en Melissa Wijfje (oh, wacht...) hebben. Veel leuker
Ik kom op 5 voor Roest: 1x in 2018-2019, 3x in 2019-2020 (WC #2, WC #3, EK), en 1x in 2020-2021 en 8 voor Bosker: 3x in 2018-2019, 3x in 2019-2020, 2x in 2020-2021 Of het staat verkeerd op de ISUresults website, dat zou kunnen.
Nou, het over Melissa Wijfje hebben is ook wel leuk hoor. Ik vind haar toch sterk ogen. Op de 1500m had ze ietwat pech (die 0,02 sec verliest ze al direct op de start met een misslag), nochtans rijdt ze op het moment dat het moet een heel dik Thialf PR. De 3000m vloog ze veel te gretig in, maar ook daar zag ik verbetering. Als je met een ontzettend slechte slotronde (een dikke 35-er) toch je 3000m PR benadert, dan zit er met een andere ritindeling meer in. Haar 2 baanrecords tijdens de Kraantje Lek laten ook zien dat het basisniveau wel goed zit. Er is dus weer progressie Dat ze de Spelen niet haalt, op tweehonderdste van een seconde nog wel, is zuur, maar haar resultaten voorspellen een hoop goeds voor de komende Olympische cyclus. Bij Anema kan ze mooi aan haar duurvermogen blijven werken (daar is één zomertje vlak voor de Spelen gewoon te kort voor) en haar techniek op de lange afstanden verbeteren. Vooral aan haar techniek in de slotrondjes van een 3/5km mag worden gesleuteld, want wat verliest ze daar toch veel tijd mee (wanneer ze vermoeid raakt en haar afzet werkelijk compleet vergeet/verwaarloost). Daar is nog seconden aan tijdwinst in te behalen. Maar dat gaat gelukkig ook hand in hand met het verbeteren van haar uithoudingsvermogen. Wat me overigens oplucht is dat er aan het begin van het seizoen gevreesd werd voor een zwabbervoet. Gelet op het OKT, lijkt dat gelukkig niet het probleem te zijn geweest.
Dit lijkt inderdaad te kloppen. En daar komt voor dit seizoen dan 1 deelname bij voor Roest en 3 deelnames voor Bosker. Het is wel tekenend dat Roest veel wedstrijdweekenden heeft gehad waar hij wel individuele afstanden reed, maar geen TP wilde rijden. Als je de TP echt serieus neemt, dan grijp je de zeldzame kansen om die te rijden. Individuele afstanden kan je veel vaker rijden bij NK's en trainingswedstrijden bijvoorbeeld.
Niemand met gezond verstand zal beweren dat Bosker een betere 1500-meter-rijder is dan Roest. Dat is de discussie ook helemaal niet. De discussie is: wat is beter voor de totale medaillekansen. - Kramer op de MS, Bosker op de 1500 en TP - Bosker op de MS en TP, Roest op de 1500 - Bergsma op de TP, Kramer op de MS, Snel op de 1500 Volgens mij waren dat de enige drie serieuze opties. Die derde is, denk ik, snel afgevallen. Over de eerste twee kun je twisten, maar ik snap de keuze. Roest heeft bijna geen medaillekans op de 1500. Bergsma heeft een serieuze kans op goud op de MS en verdient daarvoor een goede tweede rijder.
Dit inderdaad. Plus dat ik denk dat de KNSB per ongeluk optie 2 zelf reglementair onmogelijk heeft gemaakt.
Nu ik toch even Wijfje in de spotlights zet, waarom dan ook niet gelijk de huidige vierdejaars neo's? De generatie '98-'99. Dan heb ik het natuurlijk niet over de heren, maar over die geweldige dameslichting. Nu hebben we meerdere toppertjes bij de damesneo's (zo ook jongere Olympiagangers als Kok en Michelle de Jong), maar 4 dames uit één lichting die op zo'n jonge leeftijd al de stap naar de top aan het maken zijn is vrij bijzonder. Dan heb ik het over Jutta Leerdam, Joy Beune, Elisa Dul en Marijke Groenewoud. Beune en Leerdam (vooral Beune) wonnen bij de junioren alles wat los en vast zat; Dul zat daar wat verder achter, maar werd Wereldkampioen Junioren op de Mass Start en Groenewoud domineerde jarenlang op jeugdmarathons en skeelerwedstrijden. Leerdam en Groenewoud zijn respectievelijk 23 en 22, maar zijn allebei al eens wereldkampioen geworden bij de senioren en ze plaatsen zich allebei - individueel - voor de Spelen. Beune reed al op WK's en Dul heeft aan meerdere World Cups deelgenomen (en zat 2 jaar geleden maar 0,08 sec van WK-deelname af). 4 dames die zich blijven verbeteren en waar we zo te zien nog jaren plezier van gaan hebben.* Wat dat betreft ook het benoemen waard dat de beste juniore van het stel - Joy Beune - niet meegaat en iemand die bij de jeugd continu tekort kwam op de langebaan - Marijke Groenewoud - wél meegaat. Het kan verkeren. Als je een aantal Olympia-gangers op een rij zet is het al helemaal knap wat Nederland bij de juniorendames presteert. In 't Hof, Leerdam, Groenewoud, M. de Jong en Kok die naar dezelfde Spelen gaan. 4 lichtingen achter elkaar. En het scheelde niet veel of we hadden met Conijn nog een 5e lichting gehad. *en dan zijn van die generatie '98-'99 Selma Poutsma, Helga Drost en Gioya Lancee ook vrij goede talenten.
Het Nederlandse damesschaatsen is echt op en top op het moment. Toppers ADJ en Schouten kunnen nog zeker één en misschien wel twee Olympische cyclussen mee, en verder hebben we heel veel jonge toppers, subtoppers, en aanstormende talenten. Merel Conijn en Sanne in 't Hof zijn met 20 en 23 prachtig voor de toekomst op de lange afstanden. In totaal reden 9 vrouwen onder de 25 top 5 op het OKT. Bij de mannen zie je dit toch een stukje minder. Bergsma en Kramer zijn allebei 35, Krol, Nuis, en Otterspeer zijn 29, 32, en 33, en N'tab en Verbij gaan met 27 ook richting de 30. Roest is 26 en zeker op de lange afstanden kun je langer mee dus die zit nog wel goed, maar echt veel jonge toppers hebben we niet. De enige echte jonge topper is Scheperkamp met 20 jaar. Snellink is 23 en is er ook bijna, en Bosker en Snel zijn met 24 en enige andere mannen onder de 25 die top 5 reden op het OKT. Dat is dus maar 4 jonge mannen tegenover 9 jonge vrouwen.
De aanwas bij de dames is mooi. Wust mag met een gerust hart van haar pensioen genieten, ze laat de sport in goede handen achter. Loopt Beune risico ondergesneeuwd te raken vergeleken met haar generatiegenoten? Ze loopt al een tijdje rond, had de grootste successen bij de junioren.. had verwacht dat ze het Antoinette al lastiger zou kunnen maken. Bij de mannen, moet het nog op gang komen.. veel toppers die al richting de 30 gaan.
Helemaal waar! En heb je ook die interviews met haar gezien dit seizoen? (vóór het OKT) Ze straalt helemaal! Zij is goed en kan met een heel tevreden gevoel terugkijken op een geslaagd toernooi. Ze gaat niet naar de Spelen, maar is wel op haar hoogste niveau ooit. Ik zie haar nog wel een vaste waarde worden op de massastart, naast Schouten. Als rasaanvaller, net als Bergsma. Het is dat het nu niet uitkomt met de uitslag en de matrix, maar ik denk dat 'we' met haar naast Irene een grotere kans op goud hebben dan met twee sprintsters (waarvan er één niet onder stoelen of banken steekt liever voor haar eigen kansen te gaan).
Ze is op de goede weg. Had meer ingezeten, maar nog een jaar of twee bij Anema dan zal ze de 3km wel beter leren indelen.
De huidige lichting bij de mannen laat ook weinig ruimte voor jonge aanwas. Zodra mannen als Kramer, Bergsma en Mulder afzwaaien zijn er weer plekken voor mannen als Talsma, Snel, Snellink, Scheperkamp en Yoro om door te schuiven. Dat gezegd hebbende is de spoeling dun, met tegenvallende resultaten van mannen als Hollaar, Van Workum, Hoolwerf (Bart), Botman en Vergeer (allen overigens afkomstig en zeer succesvol in het inline-skaten). Dat van deze lichting alleen Scheperkamp boven komt drijven is opvallend, maar wellicht hebben ze nog wat jaren nodig om te rijpen, net als Snel. Ntab, Verbij en Roest kwamen immers ook pas op relatief late leeftijd in de absolute top terecht.
Hier wordt mijn statistiekhart toch even niet zo blij. De kans die je berekent is de kans dat, gegeven Krol zijn tijd, en aannemende dat Roest gemiddeld de tijd rijd die hij op het OKT rijdt (met standaarddeviatie 0.53 en een normale verdeling voor zijn tijden), dat hij dan sneller rijdt dan Krol. Dit is inderdaad heel klein. Echter, als Roest sneller zou rijden dan Krol op de spelen dan komt dat waarschijnlijk door een combinatie van een uitschieter naar beneden van Krol in combinatie met een uitschieter naar boven van Roest. Sowieso moet je kijken naar de standaarddeviatie van het verschil, die groter is dan slechts die van Roest (wat de kans dus verhoogt). Alleen de kans dat Krol DQ of valt of zo schat ik nog wel hoger in dan 0.35%. Preciezer: Dit seizoen hebben Roest en Krol 6 1500m's gereden, allemaal op dezelfde 6 wedstrijden (1x oefenwedstrijd in Inzell, 1x NK afstanden, 3x world cup en 1x OKT). De verschillen waren in het voordeel van Krol respectievelijk: 0.86, 1.07, -0.86, 0.96, 2.30, 1.43. (Ja Roest was sneller op WC1). Dat Roest in 6 races toch een keer sneller was geeft al aan dat de kans dat Roest Krol verslaat toch waarschijnlijk heel wat groter is dan 0.35%. Maar goed, deze 6 verschillen geven een gemiddelde van 0.96 met een geschatte standaarddeviatie van 1.03. Dat verschil is dus slechts 0.93 standaarddeviaties verschil. De kans dat Roest van Krol wint in een race is dan zo'n 17.7%. Wat eigenlijk verrassend dicht bij de waargenomen 1 op de 6 zit. Overigens schat ik de kans dat Roest een medaille wint heel klein in, maar de kans dat hij beter is dan één van de kanshebbers is zo slecht nog niet. Helaas gebeurt dat vooral als die kanshebber een slechte dag heeft en beter zijn dan zo'n kanshebber niet leidt tot een medaille.
Voor de goudkansen van Nederland is de kansenspreiding met Marijke ''rondje 23,8'' Groenewoud en Irene Schouten toch wel lekker hoor. Gaat er met de een wat mis, dan hebben we de ander achter de hand om de concurrentie eraf te sprinten. Komt een van hen in een kopgroepje terecht, dan is diegene 9,9 van de 10 keer de snelste (ze zijn met hun duurvermogen ook sterk genoeg om mee te springen). Blijft de boel bij elkaar zodat Marijke op het laatste moment de sprint pas hoeft aan te trekken, dan houden we zelfs zicht op twee medailles. Daarnaast lijkt het voor Irene ook wel bevrijdend om Marijke naast haar te hebben. In Polen ging ze gelijk in de aanval en in SLC ging ze in de knechtenrol om de concurrentie eens te verrassen. Ze kan wat meer spelen. Tot nu toe is deze combi een schot in de roos gebleken. Wijfje heeft een beetje de pech dat het damespeloton zo eenzijdig op de hand van de sprinters is. Zou het niveau in de breedte hoger zijn en zouden er meer rijders gebaat zijn bij een aanval (met meer tempowisselingen), dan was de roep om Wijfje luider geweest. Maar dit peloton valt voor twee sprinters met inhoud goed te controleren.
Hmm ja, de vraag is of je het als "Roest was 1x sneller" of "Krol was 1x langzamer" moet bestempelen. Roest werd die dag gewoon 12de (15de als je de B-groep tijden erbij neemt) op 1.67 van de winnaar, zijn beste klassering van dit seizoen. Daarnaast werd hij 15de en 18de (17de en 23ste B groep meegerekend). Krol werd die dag 16de maar in de andere WC 5de en 3de.
Ik mis de creativiteit hier. Ik stel het volgende voor: - TP met Bosker+Roest+Nuis - de MS met Bosker+Bergsma - 1500 met Roest - 5000 met Bosker Nuis op de TP, het is ongekend maar hij moet toch oefenen op het doorkomen van de slotronde op de 1500 zonder zich druk te maken om de 1000, kan ie direct nog wat extra inhoud kweken en dan is het slechts een kwestie van duwen. Laat je Kramer thuis, Bosker is een soort Kramer maar dan zonder rugklachten, kan Ntab ook mooi mee, dat is nog wel een gegadigde voor een medaille op de 500, zodat je Krol daar niet hoeft neer te zetten (sowieso zou ik daar eerder Otterspeer opstellen maar oke).
Kramer is beter op de TP en 5000 dan Bosker en Nuis voor het eerst in waarschijnlijk meer dan 10 jaar (of misschien zelfs ooit) een TP laten rijden lijkt me een slecht idee.
Kramer lijkt me nou niet per se beter op de 5000. Dat was ie niet bij het NK, dat was ie niet tijdens de wereldbekers - en toen was Bosker ook al niet denderend in vorm - en nadat Kramer zich op zijn gemak kon opladen voor het OKT heeft Bosker nog tot en met Calgary moeten reizen en wedstrijden moeten schaatsen, wat uiteindelijk nog steeds maar tot een vrij klein verschil in de uitslag leidde. Dat Kramer beter zou zijn op de 5000m lijkt me niet voor de hand liggend. Dat er in Nederland nooit met snelle 1500m-mannen een TP is gereden is geen argument om altijd maar extra allrounders aan de selectie toe te voegen bij dit soort toernooien. Op een gegeven moment moet je een plan-B hebben waarbij je roeit met de riemen die je hebt.
Dat vind ik een klein beetje met 2 maten meten: Schouten is ouder dan N'tab en Verbij. Dus als Schouten nog een cyclus meekan, dan de 2 mannelijke sprinters ook. Idem voor Krol (even oud als Schouten). Dus dan kom je op het viertal Krol-Verbij-N'tab-Roest die in 2026 dan 33-31-31-30 zijn (laatste kunstje, mogelijk een na laatste voor Roest) en daarbij het viertal Bosker-Snel-Snellink-Scheperkamp dat je al noemde. Dus 8 tegen 9.
