techniek neerzetten/wisselen bij skeeleren en schaatsen

Discussie in 'Techniek & training' gestart door Almesain, 20 feb 2018.

  1. Almesain

    Almesain New Member

    Ik ben als duursporter als volwassene gaan skeeleren. Schaatsen had ik heel lang niet meer gedaan.
    Ik heb mijn techniek dus op gevoel ontwikkeld, zonder echte coaching.

    Nu ben ik pas geleden ook weer gaan schaatsen. En dat ging verassend goed. Ik merkte alleen wel een heel groot verschil.

    Met het skeeleren rol ik vaak de skate die ik ga neerzetten in. Ik steek hem zegmaar in zodat mijn wieltjes meerollen terwijl de skate naar voren beweegt, voordat ik met het andere been helemaal afgezet heb. Er is dus een periode waarbij ik beide skates op het asvalt heb.
    Ik weet niet of dat correcte techniek is, maar ik ben dit gaan doen omdat ik mijn skate parallel neer wil zetten, omdat ik denk dat dat efficienter is. Misschien ben ik al het eerste stapje aan het nemen richting de double push?

    Met schaatsen merk ik dat dit niet goed werkt. Of ten minste, het voelt alsof het niet werkt. Ik denk ook niet dat ik dit zie als ik naar professionele schaatsers kijk.

    Mijn vraag is zowel over skeeleren als over schaatsen. Is dit een goede skeeler-techniek?
    En voor het schaatsen, wat wil je eigenlijk proberen? Maak je echt een soort sprongetje van je ene naar je andere been? Maar je wilt natuurlijk niet op en neer wippen, maar je loopt wel dat risico als je echt geen enkel moment beide schaatsen op het ijs hebt. Immers, dan moet je wel een moment geen van beide schaatsen op het ijs hebben.

    Of misschien is het gewoon het naar voren insteken dat bij schaatsen niet correct is? Dus dat je meteen zijwaards af wil gaan zetten?

    Het is een beetje moeilijk om er zo over te praten omdat ik zelf niet precies weet wat ik doe aangezien ik beschrijf hoe het voelt. Heb geen beelden van mezelf gezien. Plus dan het vertalen naar woorden. Ik hoop dat mijn vraag duidelijk is.

    Dank.
  2. SchaatsDaan

    SchaatsDaan Active Member

    Er is zeker een moment dat bijde skeelers/ijzers tegelijk op het ijs staan, anders zou je heel instabiel worden.

    Het naar voren insteken gebeurt in zekere zin ook bij het schaatsen. Je zet je voet recht naar voren in, zodat de tenen van de "neerzetvoet" verder naar voren zijn dan de "glijdende afzetvoet"

    Ik weet niet precies of dit klopt met wat jij doet, maar ik hoop in elk geval een deel van je vraag beantwoord te hebben.

    Verstuurd vanaf mijn MotoG3 met Tapatalk
  3. dsdevries

    dsdevries Active Member

    Schaatsen en skeeleren lijken heel erg veel op elkaar. Bij zowel schaatsen als bij skeeleren moet je zo veel mogelijk zijwaarts afzetten om jezelf voorwaarts te laten bewegen. Toch is de meest effectieve schaatsbeweging anders dan de meest effectieve skeelerbeweging. Dit komt door het verschil in hoe wieltjes reageren op de weg en hoe een ijzer glijdt over het ijs. Een schaats glijdt over het ijs en stuurt door de ronding in het ijzer. De curve die de schaats maakt is gebonden aan de ronding van het ijzer en hoe schuin hij staat t.o.v. het ijs. Hoe schuiner de schaats op het ijs staat, hoe meer de schaats stuurt. Dit zorgt ervoor dat je de meeste druk hebt aan het einde van je afzet. Een skeeler daarentegen heeft juist de meeste druk aan het begin van de afzet. Hoe schuiner de skeeler op het asfalt staat, hoe meer hij bij je weg loopt. Daarnaast kan je een skeeler sturen door je enkel te draaien. Dit stelt je in staat op skeelers verder over te komen zonder dat je valt dan op schaatsen. Sommige mensen komen op skeelers zelfs zo ver over dat ze op 1 been twee keer af kunnen zetten. Zowel naar de binnenkant, als naar de buitenkant. Een zogenaamde Double-push.

    In de praktijk betekent dit dus dat je bij het schaatsen je lichaamszwaartepunt veel meer van links naar rechts zal bewegen en je je schaatsen meer aan de buitenzijde van je lichaamszwaarte punt zal plaatsen en daarbij dus een veel grotere valbeweging maakt. Bij skeeleren gaat je lichaamszwaartepunt juist veel meer rechtdoor en zullen je skeelers van links naar rechts onder je lichaam door bewegen.

    Afgezien van de bovenstaande verschillen gelden veelal dezelfde principes, waarvan de belangrijkste: Afzetten doe je op 1 been! Als je namelijk afzet terwijl je andere been ook op de grond staat werkt dat been jouw afzet tegen. In plaats van dat je jouw lichaam van links naar rechts duwt, ben je in feite tegen je eigen been aan het duwen. Dit maakt je afzet behoorlijk inefficiƫnt. Dit wil echter niet zeggen dat je dus nooit 2 benen aan de grond moet hebben. Het alternatief is namelijk om van je ene been naar je andere te springen, waarbij er tijdelijk helemaal geen been aan de grond is. In dit geval gaat een gedeelte van je afzet niet naar links of naar rechts, maar omhoog en dat is nog veel inefficiƫnter. Er is dus zowel bij skeeleren als bij schaatsen altijd een moment waarop 2 benen de grond raken. Maar bij beide sporten dien je te streven dat moment zo kort mogelijk te maken.

    De reden dat het effect van het skeeleren op twee benen veel kleiner is dan het effect van schaatsen op twee benen is omdat je bij skeeleren dus sowieso een veel kleinere valbeweging maakt en daarbij ook nog eens veel meer over komt. Je werkt jezelf dus veel minder tegen dan bij schaatsen. Desalniettemin is het ook bij skeeleren een vertragende factor.

    Daarnaast dien je ook alle overige momenten waarop je niet (efficient) kunt afzetten zo kort mogelijk te maken. Bij schaatsen praat je dan voornamelijk over de glij-fase waarbij je schaats zich op de buitenkant bevindt. Maar ook het eerst plaatsen van de punt of de hak op het ijs. Bij skeeleren heb je het vaak over inrollen van de skeeler op het voorste wieltje (of alle wieltjes). Niet meer doen dus!

    Als je overigens de gouden race van Suzanne Schulting terugkijkt, dan zie je precies waar zij de winst pakt. Zij schaatst veel langer op 1 been dan all haar tegenstanders.
    Laatst bewerkt: 23 feb 2018
  4. dsdevries

    dsdevries Active Member

    P.S. Wat bij skeeleren op de openbare weg ook meetelt is de onregelmatigheid van de ondergrond. Er zijn altijd richeltjes, putdeksels, takjes en blaadjes, etc. Je weet dus nooit hoe je skeeler terechtkomt wanneer je hem neerzet. Je hebt even de tijd nodig om dit te voelen en verwerken voor je met je hele gewicht erop gaat staan en in je afzet gaat hangen. Het is dan ook veiliger om iets langer op twee benen te skeeleren. Bij schaatsen en skeeleren op een baan heb je hier geen last van.

Deel Deze Pagina