12. Bart Veldkamp
1988-2006
Bart Veldkamp is blijkbaar 1 van de minst voorspelbare topnoteringen. Maar de uitleg is eigenlijk heel duidelijk. Veldkamp had een ontzettend lange carrière, met in 1988 al een medaille op het NK Afstanden en in 2005 nog 2 top 10 plekken op het WK Afstanden. Hij reed al die jaren de de 5 en 10 en het WK Allround (in een periode dat de internationale concurrentie misschien wat minder sterk was op die onderdelen) en doordat hij geen NK's meer hoefde te rijden kon hij toen hij minder werd gewoon nog jaren punten blijven pakken. Veldkamp kwam samen met Thomas Bos (#209) en Ben van der Burg (#214) op als Hagenese branieschoppers. Al snel haakten Van der Burg en Bos af en toen heeft Veldkamp ze tot in het extreme overvleugeld. Maar toch waren ook voor Veldkamp de beginjaren eigenlijk het succesvolst, met in 1990 al brons op het WK, met afstandszeges op 5 en 10 en winst op het EK. Het jaar daarna waren er weer brons op EK en WK en zilveren afstandsmedailles. Richt de Spelen reist laat af vanaf Davos om optimaal voorbereid te zijn in Albertville, maar zijn 5 gaat de mist in en faalangst lijkt de overhand te nemen. Zoals we allemaal weten pakt hij uiteindelijk alsnog de gouden medaille op de 10, waarmee hij de Nederlandse mannen het eerste goud bezorgt sinds Kleine in 1976. Dan wordt zijn 1500 minder, waardoor hij allround het podium lag niet meer zou halen. Wel zijn er nog vele medailles op de 5 en 10, waaronder een bronzen plak op de 10 in Hamar (eigenlijk zilver, want wat Koss deed kon natuurlijk gewoon niet). Intussen krijgt Veldkamp ruzie met mensen, heeft moeite met kwalificatiewedstrijden (valpartijen, andere stressymptomen), in ieder geval, hij besluit dat hij er klaar mee is en gaat voor België schaatsen. Een land waar hij volgens mij niets mee heeft en dus toch een beetje een vreemde stap, maar wel een succesvolle stap. 1995 moet hij overslaan maar as hij terugkomt pakt hij nog meermaals medailles bij de eerste edities van het WK Afstanden en Olympisch brons, ditmaal op de 5, waarmee hij de 4e man na de oorlog werd die op 3 Spelen een medaille pakte, na Grisjin en 2 schaatsers die we nog gaan zien. De eerste 'Belgische' schaatsmedaille. Hij zou nog 1 topjaar kennen in het allrounden in 2001, toen hij zilver won op het EK en brons op het WK. Verder zou hij dus, zoals gezegd nog ontzettend veel top 10 noteringen pakken namens België. Als analist was hij ook altijd wel leuk en zelfs als trainer heeft hij nog wat stappen gemaakt samen met Bart Swings. Een korte periode begin jaren '90 was hij een echte dominante wereldtopper, daarna was hij eigenlijk vooral nog jarenlang een subtopper (misschien had hij moeite met de klapschaats?), die ook nooit echt een WR reed of iets dergelijks, maar vooral heel stabiel was en uiteindelijk maar liefst 5 maal de Olympische Spelen (en 3 maal de Elfstedentocht) reed. En dat is voldoende voor een grote hoeveelheid medailles, een hoge notering in de lijst en plek 3 op de afstandslijst van zowel 5 als 10.
11. Kjeld Nuis
Nederland, 2009-heden
Nog zo'n Nederlander met een ultralange carrière, maar Nuis is hierin toch wat anders dan de meeste anderen. In plaats van het standaardpatroon vroeg doorbreken, vroeg top zijn en dan nog lange tijd goed zijn en steeds minder worden, was Nuis aan het begin goed en daarna eigenlijk constant top, tot op heden. In 2011 en 2012 waren er al zilver op de 1000 achter Davis en Groothuis (#92). Nuis was natuurlijk altijd opvliegend en emotioneel, maar dat zat hem toen vooral in de weg; hij kon niet goed met de stress omgaan en faalde daardoor vaak op het moment suprême. Hij miste de Spelen, maar daarna begon het succes te komen. Vanaf 2015 zou hij élk jaar, tot nu (10 jaar dus al), minstens 1 medaille pakken op een WK. De eerste jaren was er nog geen goud, meestal door Russen, (Joeskov mist de top 50 net op #53), maar in 2017 en 2018 ging het los met de dubbel 1000+1500 op zowel WK als Spelen. Eindelijk was Nuis een echte winnaar geworden, na al bijna 10 jaar mee te doen. Volgens mij zat hij toen ook het best in zijn vel en kon hij het best relativeren, met Jill de Robles en Jax in Emmen, die bij elk interview benoemd werden. Daarna zou hij zijn Olympische 1500 nog verdedigen (weten we het nog, Grisjin en Koss), nog een keer WK worden op de 1500 en nog een handvol andere medailles pakken. Hoewel hij dus heel lang heel goed bleef en altijd het podium bereikt heeft hij eigenlijk vrij weinig echte titels. Daarnaast was er nog het sprinten, waar hij zijn slechte 500 met zijn super 1000 compenseerde, wat hem toch 4 medailles opleverde. Dit is misschien en geluk bij een ongeluk geweest, want hij bleef het maar proberen, waardoor hij punten bleef scoren op deze manier (hij staat op de sprintranglijst zelfs 10e). Maar Nuis is toch bovenal een 1000 en 1500 meterrijder. Op beide ranglijsten staat hij 3e. Op de 1500 heeft hij natuurlijk nog steeds dat waanzinnige wereldrecord dat hem de Oscar opleverde en ook op de 1000 heeft hij het WR gehad. Groothuis, Davis, Joeskov, Koeli, Verbij (#79), Krol (#76), Lorentzen (#60), hij heeft ze allemaal zien langskomen, hij heeft van allemaal verloren, maar hij heeft ook van allemaal gewonnen en als hij dit jaar en volgend jaar nog op zijn huidige niveau WK (dat emotionele zit hem toch echt ook vaak dwars) en Spelen kan rijden, zal hij zijn carrière eindigen op plek 5 in de lijst, met maar 1 rijder die in meer jaren punten heeft gescoord dan hij.
10. Rintje Ritsma
Nederland, 1989-2008
Een erg Nederlands blokje dit, want hier is er nog 1 met een carrière tot achter in de 30. Ritsma was natuurlijk de ultieme allrounder, maar daarom had hij voor de lijst misschien wat pech dat de WK Afstanden net waren ingevoerd. Laat ik maar met de deur in huis vallen: met 4 wereldtitels en 9 medailles op het WK staat hij in het allroundklassement tweede. In vroeger tijden zou dat waarschijnlijk minstens een top 5 notering hebben opgeleverd, nu moet hij het doen met plek 10 (alsnog heel hoog natuurlijk). En dat komt door zijn toch wat magere prestaties op de losse afstanden. Zijn enige top 10 notering in een afstandslijst is de 1500 op plek 8. Op de Spelen pakte Ritsma overigens wel gewoon 5 medailles op 1500 t/m 10 (2 in '94, 3 in '98), maar zoals bekend nooit goud. De ploegenachtervolging had hem dat goud moeten opleveren, maar we weten allemaal hoe hij daar voor het blok(je) werd gezet. 1997 was qua losse afstanden zijn topjaar met goud op de 1500 en en 5 en zilver op de 10, maar voor de rest heeft hij maar 2 WK afstandsmedailles op zijn naam staan (na 2001 zou hij dit toernooi zelfs niet meer rijden, zo lang was zij carriere wat dat betreft dus ook niet). Hij heeft 10 medailles op het EK, waarvan 6 goud, reed enkele wereldrecords op de 1500, toch duidelijk zijn beste afstand, stond 1125 dagen op nummer 1 van de Adelskalender tussen 1993 en 2000 en won in '99 de Oscar. Maar hij was toch vooral echt een allrounder die als geen ander klassementen kon rijden, een kwaliteit die steeds minder belangrijk is geworden en daardoor wat in de vergetelheid is geraakt. Laat me nog opmerken dat de Beer van Lemmer ook nog furore maakte als posterboy van het schaatsen waar menig meisje (en jongen) verliefd op was, wat hem de mogelijkheid heeft gegeven het commerciële systeem mede op te zetten waardoor Nederland vanaf dat moment het schaatsen kon gaan domineren. Als analist en bondscoach is Rintje altijd actief gebleven in het schaatsen, maar zijn meest in het oog springende recente activiteit is toch wel zijn haartransplantatie. Toen Nederland het internationale schaatsen domineerde, domineerde Ritsma het Nederlandse schaatsen en dat is een enorme prestatie en ware het niet voor Sven Kramer, dan hadden we ons hem allemaal herinnerd als succesvolste allrounder ooit.