Statistieken en Grafieken

De schaatsers van nu vinden het al veel als ze drie weken achter elkaar in actie moeten komen, maar in 1966 reed Per Willy Guttormsen in 19 dagen maar liefst 8 keer een vijf kilometer op 8 verschillende ijsbanen. Natuurlijk is de situatie nu anders, maar ik ben dit soort extreem frequent rijden van vroeger al vaker tegen gekomen en het is interessant om te zien hoe anders het vroeger ging.

1753130968869.png
 
Ah, dit zijn denk ik wedstrijden van de toer door Lapland die ze begin jaren '60 hielden na het WK. Zoals de Tour de France-rijders dagelijks criteriums rijden, gingen de schaatsers in het natuurijszekere noorden van Noorwegen ook (zwart) geld verdienen. En zo konden de supporters hun helden van de televisie ook van dichtbij een keer bewonderen. Er is een aflevering van Andere Tijden Sport met Ard Schenk die dit in 1965 deed.
Ze reden voor duizenden toeschouwers. Kom daar nu nog maar eens om, zoveel toeschouwers en de schaatsers live bij jou in de buurt.
Volgens mij hebben ze in de jaren '70 ook in Nederland een keer zo'n criteriumreeks gedaan.
 
Heiden reed ook best veel wedstrijden, bijvoorbeeld in 2 maanden in seizoen 77/78:
* NK Sprint
* NK Allround
* 3x WK (Junioren, Sprint, Allround)
* + nog een zwik wedstrijden

Screenshot 2025-07-22 at 17.16.42.png
 
De 22.75 die Bjorn Magnussen eergisteren reed op de 300 meter komt op de nummer 14 van de snelste 300 meters ooit gereden, en de snelste ooit door iemand die niet uit Nederland komt. Alle tijden in de top 20 zijn sneller dan de snelste opening ooit gereden op de 1500 meter, die staat op 22.86 van Thomas Krol. Het kan dus veel sneller dan men doet op de koningsafstand.

1754914641143.png


Curieus is dat dat niet zo is bij de vrouwen. Hieronder zie je de twintig snelste 300 meters gereden door dames, en de 24.49 van Michelle de Jong is langzamer dan de opening van Heather Bergsma op de 1500 meter in februari 2011, toen ze met 24.37 begon. Je zou dan kunnen denken dat dat een uitzondering was, en het was ook echt bizar want daarvoor was nog nooit iemand onder de 24.8 gegaan, maar een uitzondering was het niet. Bergsma heeft zelf nog een aantal keer heel snel geopend, maar ook Leerdam, Bowe, Shikhova, Takagi, en Schulting hebben onder de 24.8 geopend op de 1500 meter. Waar er bij een officiele 300 meter maar 6 keer onder de 24.8 gereden is, is dat tijdens een 1500 meter wel 25 keer gebeurd.

1754914805829.png


Wat zou dit verschil kunnen verklaren? Waarom openen de vrouwen relatief harder op de 1500 meter vergeleken met het wereldrecord op de 300 meter dan de mannen? Of betekent dit dat iemand als Wolf of Lee ook wel onder de 24 seconden had kunnen rijden tijdens hun top? En wat zouden de allersnelste mannen kunnen doen als ze pieken bij een 300 meter wedstrijd? Onder de 22 seconden?

Het lijkt me wel mooi als een keer tijdens een WB finale ofzo aan het einde een 300 meter wedstrijd georganiseerd wordt. Met gaat voluit op de 100 meter tijdens de 500 meter en ook behoorlijk voluit op de 200 tijdens de 1000, maar we zien maar zelden iemand voluit een 300 meter rijden, en dat is een beetje jammer.
 
De seizoensbeste tijden op de 500 meter van Heather Bergsma en Michel Mulder in de jaren dat ze die 300 meters reden waren 37,58 en 34,77. Het lijkt me duidelijk dat het allemaal een stuk rapper moet kunnen. 23.7 voor een vrouw en 21.7 voor een man moeten toch mogelijk zijn in SLC?
 
Ik heb eens even het wereldrecord op de 500 meter van Sang-Hwa Lee erbij gepakt, en bij het ingaan van de tweede bocht staat er 23.8 seconden op de TV. Bij de finish staat daar 35.9 terwijl haar eindtijd 36.36 is, dus je mag er ongeveer vier tienden bij op tellen naar 24.2 seconden. Ze heeft al wel wat extra meters gereden omdat ze in de buitenbaan startte, waar we ook rekening mee moeten houden. Het verschil tussen de binnen en buitenbocht is zo'n 12 meter (pi * 30 meter - pi * 26 meter), dus ze heeft hier ongeveer 312 meter gereden. Reken je dat om naar 300 meter dan kom je uit op een eindtijd van 23.2 seconden. Dit is bijna exact hetzelfde antwoord dat je krijgt als je simpelweg haar opening (10.09) en de helft van haar ronde (26.27) bij elkaar optelt, want dat is namelijk 23.22.

Dat is nog sneller dan ik had verwacht en ruim een seconde onder het 300m WR.

1754924360784.png


Als je hetzelfde doet bij de 33.69 van Jordan Stolz krijg je 9.45 + 24.24/2 = 21.57 seconden. Hij startte net zoals Lee in de buitenbaan, dus we kunnen dezelfde berekening uitvoeren met de tijd op TV. Er staat 22.3 seconden en het verschil op de finish is wederom vier tienden, dus het wordt 22.7. Na de verrekening van de extra buitenbocht krijg je hier 21.82. Dat licht iets minder dichtbij het andere antwoord, en dat zal komen omdat Lee en Stolz hun rondes anders indeelden en Stolz waarschijnlijk een relatief snellere tweede helft had.

Wat het ook precies is, de snelste 300 meter gereden door mannen zal ergens tussen de 21.6 en 21.9 liggen, en bij de vrouwen rond de 23.2 seconden.
 
Ik zie dat ik een fout heb gemaakt. Het verschil tussen de binnen en buitenbocht is zo'n 12 meter, maar dat betekent niet dat Lee en Stolz bij het ingaan van de tweede bocht 312 meter hebben gereden. Het verschil tussen Wolf en Lee in het screenshot in de vorige post moet 12 meter zijn, dus Wolf heeft 294 meter gereden en Lee 306.

Doe je dezelfde berekeningen dan kom je uit op 23.7 seconden voor Lee en 22.2 voor Stolz. Dat is een stuk reëler voor de vrouwen, en die 21er voor de mannen wordt misschien toch lastig. Het blijft natuurlijk een hoop schattingswerk, dus als je een aanvulling hebt op mijn berekeningen hoor ik het graag.
 
Ik zie dat ik een fout heb gemaakt. Het verschil tussen de binnen en buitenbocht is zo'n 12 meter, maar dat betekent niet dat Lee en Stolz bij het ingaan van de tweede bocht 312 meter hebben gereden. Het verschil tussen Wolf en Lee in het screenshot in de vorige post moet 12 meter zijn, dus Wolf heeft 294 meter gereden en Lee 306.

Doe je dezelfde berekeningen dan kom je uit op 23.7 seconden voor Lee en 22.2 voor Stolz. Dat is een stuk reëler voor de vrouwen, en die 21er voor de mannen wordt misschien toch lastig. Het blijft natuurlijk een hoop schattingswerk, dus als je een aanvulling hebt op mijn berekeningen hoor ik het graag.
Maar dan toch nog 300/306 x 23.8 = 23.33 of zeg ik nu iets vreemds?
 
Ik zie dat ik een fout heb gemaakt. Het verschil tussen de binnen en buitenbocht is zo'n 12 meter, maar dat betekent niet dat Lee en Stolz bij het ingaan van de tweede bocht 312 meter hebben gereden. Het verschil tussen Wolf en Lee in het screenshot in de vorige post moet 12 meter zijn, dus Wolf heeft 294 meter gereden en Lee 306.

Doe je dezelfde berekeningen dan kom je uit op 23.7 seconden voor Lee en 22.2 voor Stolz. Dat is een stuk reëler voor de vrouwen, en die 21er voor de mannen wordt misschien toch lastig. Het blijft natuurlijk een hoop schattingswerk, dus als je een aanvulling hebt op mijn berekeningen hoor ik het graag.

Als Stolz op 22,20 zat na 300 meter, dan zou dat betekenen dat hij de 200 meter tussen de 100 en 300 meter in 12,75 heeft gereden en de 200 meter tussen de 300 en 500 meter in 11,49. Die laatste 200 meter gaan wel het snelst (want na 100 meter zit je nog niet op topsnelheid) maar het verschil zal zeker niet zó groot zijn. Een tussentijd van 21,80 vind ik logisch klinken. Dan zouden de 200 meters in de volle ronde in 12,35 en 11,89 zijn gegaan. Maar dat is puur op basis van gevoel, moet ik eerlijk toegeven.

Vrouwen zitten vaak al iets eerder op hun topsnelheid, dus het verschil tussen de twee 200 meters zal kleiner zijn. Omdat Lee een pure sprinter was, verwacht ik bovendien dat zij in de laatste meters van de 500 meters al wat snelheid verliest. Daarom schat ik haar op 23,30 na 300 meter. Dan heb kun je de volle ronde opdelen in 200 meters van 13,21 en 13,06.
 
Nog even een andere benadering. Tijdens zijn Nederlandse record op de 1000 meter opende De Boo in 16,06 en reed hij een rondje 23,92. Je mag verwachten dat hij na 200 meter op topsnelheid zat. Het is daarom heel waarschijnlijk dat de 100 meter na zijn opening (50 meter recht eind en een halve bocht) in minder dan 6,00 seconde is gegaan. Dus De Boo zat na 300 meter van die 1000 meter al heel dicht op (en mogelijk zelfs onder) de 22,00 (wel met anderhalve bocht). Dan lijkt me zeer waarschijnlijk dat ze op de 500 meter regelmatig een stukje onder de 22,00 hebben gezeten.
 
Nog even een andere benadering. Tijdens zijn Nederlandse record op de 1000 meter opende De Boo in 16,06 en reed hij een rondje 23,92. Je mag verwachten dat hij na 200 meter op topsnelheid zat. Het is daarom heel waarschijnlijk dat de 100 meter na zijn opening (50 meter recht eind en een halve bocht) in minder dan 6,00 seconde is gegaan. Dus De Boo zat na 300 meter van die 1000 meter al heel dicht op (en mogelijk zelfs onder) de 22,00 (wel met anderhalve bocht). Dan lijkt me zeer waarschijnlijk dat ze op de 500 meter regelmatig een stukje onder de 22,00 hebben gezeten.
Met dezelfde berekening deed Laurent Dubreuil 15.92 + 24.36/4 = 22.01 in oktober 2021, wat nog sneller is dan de 22.04 van De Boo. Ik denk ook dat Dubreuil eerder zijn topsnelheid bereikte dan De Boo en dus een relatief kleiner deel van de rondetijd nodig had voor het eerste kwart. Hij kondigde aan om letterlijk zo hard mogelijk te openen bij die rit en hij stak in erg goede vorm, dus ik denk niet dat men regelmatig veel harder gaat op de 500. Het zal er echt om spannen of de 21 is gehaald, maar waarschijnlijk net wel.

In december 2017 opende Kodaira 17.34 en reed toen een ronde 26.24. Wederom uitgaande van een kwart van de tijd voor het eerste kwart van de ronde kom je uit op 23.90, interessant genoeg een stuk langzamer ipv sneller dan de schatting die we voor Lee bij haar 500m hebben. Het valt me wel vaker op dat vrouwen minder vaak compleet voluit gaan op de 1000 meter dan mannen, en dat zien we ook hier weer.
 
Als Stolz op 22,20 zat na 300 meter, dan zou dat betekenen dat hij de 200 meter tussen de 100 en 300 meter in 12,75 heeft gereden en de 200 meter tussen de 300 en 500 meter in 11,49. Die laatste 200 meter gaan wel het snelst (want na 100 meter zit je nog niet op topsnelheid) maar het verschil zal zeker niet zó groot zijn. Een tussentijd van 21,80 vind ik logisch klinken. Dan zouden de 200 meters in de volle ronde in 12,35 en 11,89 zijn gegaan. Maar dat is puur op basis van gevoel, moet ik eerlijk toegeven.

Vrouwen zitten vaak al iets eerder op hun topsnelheid, dus het verschil tussen de twee 200 meters zal kleiner zijn. Omdat Lee een pure sprinter was, verwacht ik bovendien dat zij in de laatste meters van de 500 meters al wat snelheid verliest. Daarom schat ik haar op 23,30 na 300 meter. Dan heb kun je de volle ronde opdelen in 200 meters van 13,21 en 13,06.
Op het moment dat de snelheid in beeld komt op TV is Stolz halverwege de eerste bocht en staat er 50 km/h. Er zit echt nog een behoorlijk stuk aan snelheid opbouwen in. Als we uitgaan van een gemiddelde van 57 km/h tijdens de eerste 200m van de ronde dan heeft hij die in 12.63 seconden gereden. Dit geeft een gemiddelde snelheid voor het tweede deel van 62 km/h, wat wel een tikje snel is. Jouw aanname van 12.35 en 11.89 seconden geven een gemiddelde snelheid van 58.7 en 60.5 km/h, en ik vind 60.5 echt te langzaam voor die tweede 200m. Waarschijnlijk ligt de waarheid ergens in het midden en zal het zo'n 12.5 seconden zijn, voor een 300m tijd van 21.95.
 
Het schaatscijfervolg-bloed kruipt met alle wel en niet normaal binnen druppelende uitslagen weer stiekem waar het niet gaan kan. En dus kan ik Severin Widmer hier zowaar eens in het zonnetje zetten. Deze volbloed typische rare Zwisterse schaatser noteerde zijn eerste paar uitslagen eind 2010 als 22-jarige. Geen idee wat zijn doel destijds was, want hij verdween vlug en dook daarna pas eind 2023 weer op. Ook een statistiek waardig trouwens, welke schaatser was het langst inactief tussen twee periodes.

Goed, Widmer is nu 37 en schaatst om ... met Wenger en Metraux misschien een Olympische startbewijs op de TP binnen te harken???

In elk geval heeft hij bij The Fall Classic een aantal nieuwe PR geschaatst. Hij reed onder meer 1 minuut en 55 seconde van zijn 10km PR af. Dat stond met 15.50.00 nog uit 2010. Ook weer voer voor statistici; welke schaatsers reden ooit het meeste van hun 10km PR af?

Met zijn nieuwe persoonlijke records komt Widmer nu binnen op plek 811 van de adelskalender. Op de site van Evert Stenlund kun je altijd zo simpel maar fraai zien welke schaatsers zich in het roodgedrukt hebben verbeterd. Hiermee schaart Widmer zich in een klein lijstje van schaatsers die met een PR van meer dan 40 seconden toch een puntentotaal onder de 166.000 hebben geschaatst. Ik tel af!

918 (915) HUT Willem NED 300183 40.54 1.59.64 6.31.87 13.23.69 159.791 (11)
868 (865) PARK Seong-Kwang KOR 270197 40.34 1.51.78 6.32.08 14.11.27 159.371 (18)
811 ( -) WIDMER Severin SUI 100888 40.21 1.53.43 *6.31.55 *13.55.87 158.968 (26)
799 (797) PERREAULT Aime CAN 100103 40.81 1.53.48 6.32.10 13.40.93 158.892 (25)
581 (578) MOL Bart NED 080987 40.78 1.53.80 6.24.87 13.16.56 157.028 (19)
554 (553) STOLTENBORG Mats NED 101092 40.82 1.56.16 6.20.84 13.01.70 156.709 (21)
462 (462) den HERTOG Sjoerd NED 301291 40.59 1.54.73 6.19.60 12.57.62 155.674 (24)
315 (315) KOOIMAN Erik-Jan NED 280686 40.35 1.51.28 6.16.83 12.57.13 153.982 (18)

Dat zijn dus vijf Nederlandse marathon schaatsers, een vreemde Koreaan, een aparte Canadees en een rare Zwitser.
 
Vervolgens stelde ik mijzelf de volgende vraag; wie waren de laatste (zeg 5) schaatsers die nog met een 500 meter PR van boven de 39.99 in de top 10 of 100 van de adelskalender stonden? En in welk jaar was dat dan nog? Liefhebbers die de adelskalenders uit de jaren 80 (?) nog kunnen dromen en het zo uit hun hoofd weten of mensen die gewoon een gok willen doen, mogen nu namen en jaartallen droppen. Ik ga zelf alvast stiekem rond kijken bij Rene van Kleef en Jakub Makerski. En zo kroop het bloed weer vrolijk verder.
 
Klopt helemaal, al verbeterde Kleine zijn 500 PR in 1981 nog van 40.56 naar 40.10. Met Kleine heb je ook meteen de laatste schaatser die nog met een 40'er bij de eerste 10 stond. Dat was in 1976.

Het bijzondere hieraan is dat Kleine slechts 1 jaar in de top 10 stond. In 1976 steeg hij dankzij zijn geweldige tijden bij de Spelen met super supersstip van 43 naar 2. Maar in 1977 zakte hij door toedoen van een bijzondere countrymatch tussen de USSR en Noorwegen in Medeo ook meteen weer van 2 naar 11.

In 1989 verdween Kleine voorgoed uit de top 100. Toen stond er nog wel een andere Nederlander bij die eerste 100. Deze man behoort ook nog net tot de 5 laatste schaatsers die nog met een 40'er bij de eerste honderd stonden.
 
Severin Widmer, die naam doet me terugdenken aan september 2010 toen hij de Berlijn inline marathon won en ik hem zelf ook reed. Op die dag was het s'ochtends bewolkt en begin van de middag begon de regen en waren de wegen kletsnat. Daarna was het mentaal opladen en uiteindelijk was het mijn snelste regen marathon. Widmer won in een sprint van o.a. Francolini, Rhijnen en nieuwkomer Swings. Hekman zette zijn sprint laat in maar kwam nog heel dichtbij. Daarna won Widmer nog een aantal grote marathons.

Beelden van Berlijn 2010 met de sprint vanaf 1:57:
 
Vervolgens stelde ik mijzelf de volgende vraag; wie waren de laatste (zeg 5) schaatsers die nog met een 500 meter PR van boven de 39.99 in de top 10 of 100 van de adelskalender stonden? En in welk jaar was dat dan nog? Liefhebbers die de adelskalenders uit de jaren 80 (?) nog kunnen dromen en het zo uit hun hoofd weten of mensen die gewoon een gok willen doen, mogen nu namen en jaartallen droppen. Ik ga zelf alvast stiekem rond kijken bij Rene van Kleef en Jakub Makerski. En zo kroop het bloed weer vrolijk verder.

Geir Karlstad stond in 1987 (na het eerste indoor seizoen) nog 21e.
Remi Hereide was de laatste der Mohikanen, en stond in 1998 (na het eerste klapschaats seizoen!) nog 25e.
Andere trage stayers (Storelid, De Jong, Grødum) reden allemaal 39’ers alvorens hoog op de ranglijst te komen.

Omgekeerd: Grishin was in 1960 de eerste in de top-10 met een 39’er, en Verkerk in 1971 de eerste nr. 1 met een 39’er (en tegelijk ook de laatste nr. 1 met een 40’er).
 
Klopt helemaal, al verbeterde Kleine zijn 500 PR in 1981 nog van 40.56 naar 40.10. Met Kleine heb je ook meteen de laatste schaatser die nog met een 40'er bij de eerste 10 stond. Dat was in 1976.

Het bijzondere hieraan is dat Kleine slechts 1 jaar in de top 10 stond. In 1976 steeg hij dankzij zijn geweldige tijden bij de Spelen met super supersstip van 43 naar 2. Maar in 1977 zakte hij door toedoen van een bijzondere countrymatch tussen de USSR en Noorwegen in Medeo ook meteen weer van 2 naar 11.

In 1989 verdween Kleine voorgoed uit de top 100. Toen stond er nog wel een andere Nederlander bij die eerste 100. Deze man behoort ook nog net tot de 5 laatste schaatsers die nog met een 40'er bij de eerste honderd stonden.
Een pure gok, maar was die andere Nederlander bij de eerste 100 in 1989 met een 40 plus 500m PR, Herbert Dijkstra ?
 
Back
Top