Lef of techniek? Op de buitenkant van de ijzers rijden

Discussie in 'Techniek & training' gestart door JJS, 12 dec 2021.

  1. JJS

    JJS Active Member

    Ik merk dat ik nu tegen een stukje (gebrek aan) techniek aan aan het lopen ben. Ik weet dat ik, zeker in de bochten, meer op de buitenkant van de ijzers moet leren rijden. Maar tussen de oren blokkeert daar ongeveer alles op en als ik het probeer is het net of alle grip meteen weg is en de schaats krakend en schurend weg aan het breken is.

    Zal vast niet aan het materiaal liggen (al voelt het wel zo) maar hoe krijg ik dat dan tussen de oren goed?
  2. Eelco

    Eelco Well-Known Member

    Het is techniek. Maar om de techniek goed uit te voeren moet je wel eerst lef hebben om (vooral links) op de buitenkant (linkerkant) van het ijzer te zetten.

    Gummie en JJS vinden dit leuk.
  3. SchaatsDaan

    SchaatsDaan Active Member

    Het is voor een deel gewoon wennen, maar er komt, zeker in het begin wanneer je balans nog niet voldoende is, ook een stukje lef bij kijken. Oefeningen die kunnen helpen zijn:
    probeer op het rechte stuk kruislings over te stappen (links over rechts, rechts over links en op die manier rechtdoor gaan)
    Rijd eens een rondje op een ijshockey baan op een vrij uur. Doordat de bocht krapper is word je gedwongen schuiner neer te zetten.
    Glijden op 1 been in de bocht, zowel links als rechts. Je zou eigenlijk een hele bocht moeten kunnen glijden op je linkerbeen zonder je rechterbeen neer te moeten zetten. Merk je dat je toch weer terug valt op rechts: zorg dan dat je benen sluiten met je voeten tegen elkaar, en verplaats eerst al je gewicht naar je linker been voor je je rechter been optilt.

    Dat je schaats weg glijd/breekt zal waarschijnlijk komen doordat je precies recht op je schaats staat in de bocht. Recht op je ijzer heb je geen grip, omdat niet een van de zeiden in het ijs snijd.
    Of omdat je te veel naar achteren af zet.

    Om het tussen de oren makkelijker te maken kun je schaatsen met iemand die aan de linker kant meerijd zodat je die persoon vast kunt pakken mocht je te ver vallen, of door een persoon rechts mee te laten glijden waar je aan kunt gaan hangen.
    Succes, en laat maar horen of je er wat aan hebt gehad!

    Verstuurd vanaf mijn Redmi Note 9 Pro met Tapatalk
    Weissenseelover en JJS vinden dit leuk.
  4. JJS

    JJS Active Member

    We zijn weer een weekje later en ik heb weer een paar bochtjes gereden. Mede dankzij jullie opmerkingen twijfel ik niet aan mijn ijzers. (nee, die zijn echt niet bot of voorzien van een mega braam...). Ik heb dus het idee dat ik op het punt kom dat ik bijna op de buitenkant rij. (of misschien doe ik dat wel, als ik tempo rondjes rij en diep zittend me door de bochten trap dan voelt het eigenlijk altijd wel stabiel)

    Gewoon meters blijven maken dus, ik heb de indruk dat ik progressie doormaak dus dat zit wel goed.
    Eelco vindt dit leuk.
  5. Mannes viking

    Mannes viking Active Member

    JJS lees dit maar eens mischien heb je hier wat aan
    Dit had ik dus door op de buitenkant naar buiten te sturen en na verloop van het glijden stuurde de schaats automatisch weer naar binnen

    Dat je schaats automatisch terugstuurt en een soort S maakt, is prima.
    Het overkomen (op de buitenkant schaatsen) is geen doel opzich, maar het gevolg van een goede zijwaartse afzet vanuit de verplaatsing van de heup. Tijdens je afzet wil je je been zo ver mogelijk kunnen strekken zonder tegen gewerkt te worden zodat je je afzet zo groot mogelijk maakt. Als je je been te vroeg neerzet, dan werk je feitelijk je eigen afzet tegen. Daarom moet je zo lang mogelijk wachten met het plaatsen van je been en hierdoor kom je vrijwel automatisch over. Dit overkomen kan doordat de ronding van je schaats ervoor zorgt dat je schaats automatisch weer naar buiten stuurt. Je brengt je lichaamszwaartepunt buiten je standpunt, maar de middelpuntvliedende kracht zorgt ervoor dat je in balans blijft. Als je schaats niet zou terugsturen, dan zou je uiteraard omvallen. Vanzelfsprekend geldt dat hoe dieper je zit, hoe groter je afzet wordt, hoe harder je schaatst en hoe meer je overkomt. Diep zitten is dus het allerbelangrijkste!

    De tijd dat je schaats op de buitenkant van het ijzer staat noemen we de glijfase. Anders dan bij het skeeleren is het bij het schaatsen niet mogelijk om in deze glijfase energie te leveren die bijdraagt aan voorwaartse versnelling. Wil je efficient en hard schaatsen, dan dien je dus te streven deze glijfase juist zo kort mogelijk te houden. Als je goed kijkt naar sprinters dan zie je dat ze vrijwel niet overkomen, maar zij zetten wel heel vaak en heel hard af met hele lange slagen. Dit doen zij door hun standbeen pas heel laat te plaatsen, maar dan wel zo veel mogelijk onder hun zwaartepunt. Dit stelt ze in staat om zo snel mogelijk weer met hun volgende afzet te beginnen. Het kost echter wel een hele hoop statische kracht om die zijwaartse afzet op te vangen met je standbeen. Vandaar dat zij dus ook heel snel verzuren. Wil je het langer vol kunnen houden dan moet je je standbeen verder onder je plaatsen en daarmee wordt je glijfase dus ook langer en dus ga je ook iets minder hard. Glijden is dus in principe nutteloos, maar soms om verzuring tegen te gaan helaas noodzakelijk. Glij je echter weer te lang, dan moet je juist weer meer kracht leveren per slag om op tempo te blijven en verzuur je alsnog
    Weissenseelover en Palko vinden dit leuk.

Deel Deze Pagina