leenstrafan
Well-Known Member
In diverse topics is er intussen veel gesproken, veel zin én onzin, over de vraag of de kans op een strenge winter (met veel natuurijs en eventueel een Elfstedentocht) samenhangt met andere strenge winters. Sommigen beweren dat de kans op winter met natuurijs groter wordt als er het vorige jaar veel ijs lag en anderen beweren het tegenovergestelde. Sommigen roepen zelfs dat de kans op een Elfstedentocht elk jaar 50% is.
Maar nou ben ik benieuwd of mensen met bewijs kunnen komen. Is het pure rekenkunde? Kan je het statistisch bewijzen? Zijn er wetenschappelijke publicaties verschenen over dit onderwerp? Ideale kroegpraat zeg ik je! Maar wel een beetje onderbouwen natuurlijk.
Onderzoek 1: Het NK marathon natuurijs 1979-2012
De Nederlands kampioenschappen marathonschaatsen op natuurijs (NKMN) worden alleen gereden als er in ergens in Nederland voldoende natuurijs ligt. Deze kampioenschappen zijn in de volgende seizoenen gehouden:
1979, 1985+1986+1987, 1991, 1993+1994, 1996+1997, 2009+2010+2011+2012
Er zijn nu dus 13 NKMN's gereden in 34 winters. Omdat we nog niet weten of er volgende winter een NKMN gereden zal worden, beperken we ons tot 33 "winterparen".
Onderzoeksvraag: "Is er een samenhang tussen de kans op natuurijs in op elkaar volgende seizoenen?"
Operationalisatie: "Als het NKMN in een bepaald jaar gereden wordt, wat is dan de kans op een NKMN in jaar X+1?"
Dit jaar wel, volgend jaar ook (7): 1985, 1986, 1993, 1996, 2009, 2010, 2011.
Dit jaar wel, volgend jaar niet (5): 1979, 1987, 1991, 1994, 1997.
Dit jaar niet, volgend jaar wel (5): 1984, 1990, 1992, 1995, 2008.
Dit jaar niet, volgend jaar ook niet (16): 1980, 1981, 1982, 1983, 1988, 1989, 1998, 1999, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007.
Van de winterparen waarin in jaar X een NKMN is gereden is in 7/12 (58%) van de gevallen het volgende jaar ook een NKMN gereden. Van de winterparen waarin in jaar X geen NKMN is gereden is slechts in 5/21 (24%) van de gevallen het volgende jaar wél een NKMN gereden. Zo'n toetsje wat ik dan ooit bij statistiek geleerd heb was dat je dan (7*21-5*5)/(7*21+5*5) moest doen en dan kom je op een schaal van -1 tot 1 op een samenhang van 0.71 dat volgens mij wel significant is. De kans op een winter met natuurijs lijkt dus wel groter te zijn na een vorige winter met natuurijs.
Maar goed, ik sta open voor kritiek. Dit is natuurlijk een enorm simplistisch onderzoekje en ik zie graag het tegendeel ook bewezen worden!
Maar nou ben ik benieuwd of mensen met bewijs kunnen komen. Is het pure rekenkunde? Kan je het statistisch bewijzen? Zijn er wetenschappelijke publicaties verschenen over dit onderwerp? Ideale kroegpraat zeg ik je! Maar wel een beetje onderbouwen natuurlijk.
Onderzoek 1: Het NK marathon natuurijs 1979-2012
De Nederlands kampioenschappen marathonschaatsen op natuurijs (NKMN) worden alleen gereden als er in ergens in Nederland voldoende natuurijs ligt. Deze kampioenschappen zijn in de volgende seizoenen gehouden:
1979, 1985+1986+1987, 1991, 1993+1994, 1996+1997, 2009+2010+2011+2012
Er zijn nu dus 13 NKMN's gereden in 34 winters. Omdat we nog niet weten of er volgende winter een NKMN gereden zal worden, beperken we ons tot 33 "winterparen".
Onderzoeksvraag: "Is er een samenhang tussen de kans op natuurijs in op elkaar volgende seizoenen?"
Operationalisatie: "Als het NKMN in een bepaald jaar gereden wordt, wat is dan de kans op een NKMN in jaar X+1?"
Dit jaar wel, volgend jaar ook (7): 1985, 1986, 1993, 1996, 2009, 2010, 2011.
Dit jaar wel, volgend jaar niet (5): 1979, 1987, 1991, 1994, 1997.
Dit jaar niet, volgend jaar wel (5): 1984, 1990, 1992, 1995, 2008.
Dit jaar niet, volgend jaar ook niet (16): 1980, 1981, 1982, 1983, 1988, 1989, 1998, 1999, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007.
Van de winterparen waarin in jaar X een NKMN is gereden is in 7/12 (58%) van de gevallen het volgende jaar ook een NKMN gereden. Van de winterparen waarin in jaar X geen NKMN is gereden is slechts in 5/21 (24%) van de gevallen het volgende jaar wél een NKMN gereden. Zo'n toetsje wat ik dan ooit bij statistiek geleerd heb was dat je dan (7*21-5*5)/(7*21+5*5) moest doen en dan kom je op een schaal van -1 tot 1 op een samenhang van 0.71 dat volgens mij wel significant is. De kans op een winter met natuurijs lijkt dus wel groter te zijn na een vorige winter met natuurijs.
Maar goed, ik sta open voor kritiek. Dit is natuurlijk een enorm simplistisch onderzoekje en ik zie graag het tegendeel ook bewezen worden!