Het ideale postuur voor een topschaats(t)er

Discussie in 'Lange baan' gestart door dedeut, 31 jan 2011.

  1. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    Ik kwam zojuist een lijstje met de lengte en het gewicht van alle Vancouver-deelnemers tegen, en toen bedacht ik me dat het wel leuk zou zijn om de BMI (http://nl.wikipedia.org/wiki/Queteletindex) van al deze schaatsers eens te vergelijken. Ik heb deze gegevens alvast geexporteerd naar Excel en zal er zo eens wat formuletjes op loslaten. Maar eerst eens een paar mooie huiskamervragen:

    - Wie denken jullie dat de dikste en de dunste* schaatser en schaatster zijn die deelnamen aan de afgelopen Winterspelen?
    - Op welke afstand (500, 1000, 1500, 3000/5000, 5000/10000) hebben schaatsers/schaatsters het hoogste en op welke afstand hebben schaatsers/schaatsters het laagste BMI? En geldt dat voor zowel mannen als vrouwen?


    Morgen volgen op deze plek de antwoorden...

    ps. Ik ben me ervan bewust dat je BMI (i.c.m. gegevens over je lengte en gewicht) niet alles zegt over je postuur.

    * Of meest en minst gespierde :wink:
  2. skaatser

    skaatser New Member

    Sáblíková is niet heel moeilijk te plaatsen in jouw "lijst" denk ik.
  3. Lisan

    Lisan Well-Known Member Medewerker

    Ik heb het idee dat Elli Ochowicz een van de meest gespierde dames is
  4. Sabine

    Sabine Well-Known Member

    Het maakt natuurlijk wel verschil of het een sprinter of stayer is.

    Ik ga voor Lobkov bij de mannen als hoogste BMI, ik ben iedere keer als ik hem weer in Thialf zie rondrijden onder de indruk van die bovenbenen.
  5. leenstrafan

    leenstrafan Well-Known Member

    Ik dacht ook meteen aan Elli Ochowitz en Martina Sáblíková is ook geen vreemde gok.

    Verder denk ook ik dat sprinters over het algemeen iets kleiner en gespierder zijn (en dus een hoger BMI hebben) en grote slanke mannen (boven de 1.95m) vind je juist vaak op de 10 kilometer. Uitzonderingen zijn er altijd: Margot Boer is lang, slank en toch sprinter en de Japanner Hirako is heel klein, maar toch een stayer.

    P.S. Scatterplot! Histogram! Regressieanalyse! 8)
  6. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    Nog een tussendoor huiskamervraag:

    Welke schaatser die meedeed aan de Olympische Spelen afgelopen jaar weegt 100 kilo?
  7. Passion-for-Skating

    Passion-for-Skating Well-Known Member

    ik denk dat je zou kunnen stellen dat de aziaten over het algemeen kleiner en ranker zijn en toevallig zijn het diezelfde aziaten die zich vooral laten zien op de kortere afstanden.

    Zou me niets verbazen als iemand als Skobrev 100 kilo weegt. Denk eerlijk gezegd dat Sven Kramer er ook niet gigantisch veel vandaan zit. Heb je het trouwens nog wel over schaatsers of bedoel je een van die giga bobbers?
  8. Nogevendit

    Nogevendit Well-Known Member

    Die rodelaarster van ik geloof de Samoa-eilanden !

    Maar zonder gekheid: we zien, net als in andere sporten, het volgende fenomeen:
    de sprinters zijn groot en sterk, veel spieren ook daar waar ze niet meteen bij lijken te dragen aan snelheid. Dus bijv ook bovenlichaam bij een schaatser. Ook zijn ze doorgaans groot, want dan nog sterker.
    Uitzondering de echt kortste afstanden, waar het op gang komen van belang is (60 meter hardlopen, 500 schaatsen soms nog.). De 1000 en 1500 meter rijders zijn groter.
    Op de langere afstanden is efficiency belangrijker: hier worden de mensen weer dunner. Lang mag hier, maar hoeft niet per se. Op de kortste afstanden is lengtegebrek m.i. echt een probleem. Je kunt altijd wel wat compenseren, en er zullen wel uitzonderingen zijn, maar dat komt ook omdat het een relatief kleine sport is. De echte superkampioenen waren toch grote, vrij lange mensen geweest. (waarbij lang natuurlijk niet volleybal-belachelijk lang is).

    Dit geldt niet helemaal bij de dames, zij zijn minder krachtig, en de toenemende lengte kan op een punt niet meer bijgehouden worden door relatief voldoende kracht om dat lange lijf nog efficient te laten bewegen.

    De BMI-sport regressieanalyse werkt het beste bij hele brede sporten. In de atletiek staan per discipline 8 redelijk gelijk gebouwde mensen aan de start. waarbij de lengte en BMI steeds afneemt.
  9. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    De individuele uitschieters bij de mannen (die deelnamen in Vancouver):

    Hoogste BMI
    Jesin 26.83
    Yu 25.95
    Parrott 25.5
    Marsicano 25.39
    Tuitert 25.36

    Laagste BMI
    Babenko 20.68
    Skobrev 21
    Hirako 21.97
    Contin 22.04
    Biega 22.09

    Langste Schaatser: Schneider (2.03m)
    Zwaarste Schaatser: Schneider (100k)
    Kleinste Schaatser: Kato (1.65m)
    Lichtste Schaatser: Hirako (62k)
  10. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    De individuele uitschieters bij de vrouwen (die deelnamen in Vancouver):

    Hoogste BMI
    Aydova 26.03
    Mattscherodt 25.71
    Nesbitt 24.96
    Wolf 24.33
    Ishizawa 24.02

    Laagste BMI
    Sablikova 18.47
    Jee-Min Oh 19.47
    Bo-Ra Lee 19.57
    Yu-Youn Lee 19.57
    Park Do-Yeong 19.62

    Langste Schaatster: Boer (1.82m)
    Zwaarste Schaatster: Hui Ren (75k)
    Kleinste Schaatster: Shinya (1.56m)
    Lichtste Schaatster: Do-Yeong Park (49k)

    Sablikova is dus inderdaad by far de schaatster met het laagste BMI. Ze is 1.71 lang en weegt 54 kilo!

    De grafieken met de BMI's uitgesplitst per afstand volgen asap.
  11. SprintMaster

    SprintMaster aangepast Medewerker

    Zijn er echt geen langere schaatsters als Boer? Richardson ook niet?
  12. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    Nope, niet tijdens de Spelen in Vancouver althans. Richardson en Bucsis zijn 1.78, Groenewold, Hui Ren en Bradford 1.80.
  13. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    En de grafiekjes:

    Heren BMI:
    [​IMG]

    Heren Lengte:
    [​IMG]

    Dames BMI:
    [​IMG]

    Dames Lengte:
    [​IMG]

    Zoals jullie zien heb ik per grafiek zowel alle deelnemers, als de top 6, als alle deelnemers exclusief de Aziaten genomen. De laatste categorie heb meegenomen omdat anders de aziaten (die domineren op de sprintafstanden) de gemiddeldes op die afstanden weleens zouden kunnen vertekenen.

    Conclusies:
    - Bij de heren is de BMI het hoogst op de 1000. Daar moet je dus schijnbaar het meest gespierd voor zijn.
    - Bij de heren ligt de BMI van de top 6 consequent onder het BMI van alle deelnemers, behalve op de 1000 (daar waar de schaatsers het meest gespierd zijn).
    - Na de 1000, hoe langer de afstand, hoe lager de BMI van de heren wordt.
    - Bij de lengte heeft de grafiek bij de heren ongeveer dezelfde vorm, alleen ligt de piek hier op de 1500 meter.
    - Bij de dames kun je concluderen dat het BMI op de verschillende afstanden ongeveer gelijk ligt (het verschil tussen de afstand met de hoogste en de laagste BMI is 0.24, terwijl dat verschil bij de heren 1.22 is.
    - Ook bij de dames geldt dat de BMI van de top 6 consequent onder het BMI van alle deelnemers ligt, behalve op de 1000.
    - Ook opmerkelijk, de BMI-grafieken van de top 6 hebben bij de dames en de heren vrijwel exact dezelfde vorm (daar is het verschil bij de dames tussen de afstand met de hoogste en de laagste BMI ook al 0.8 ).
  14. dedeut

    dedeut Well-Known Member

  15. SprintMaster

    SprintMaster aangepast Medewerker

    De derde is niet zichtbaar (BMI dames)
  16. Monique

    Monique Well-Known Member

    Dat klopt iig helemaal met Van Velde (mjummie), Dan Jansen, Igor Zhelezovski, en toch ook wel Stefan Groothuis.
  17. De Keizer

    De Keizer Well-Known Member

    Opmerkelijke cijfers!

    Een hoog BMI kan worden veroorzaakt door relatief veel spieren of vet t.o.v. de lengte. Aangezien ik aanneem dat allen een laag vetpercentage hadden (het zijn topsporters in een Olympisch seizoen) moet het in de spieren zitten. De top 6 en Aziaten hebben blijkbaar een lager BMI dan de gemiddelde deelnemer. De Aziaten deden het ook goed in Vancouver, maar op Seung-Hoon Lee na vooral op de sprint.

    Overigens heb ik het altijd opmerkelijk gevonden dat je in het schaatsen met zeer diverse fysieke eigenschappen in staat kunt zijn om topprestaties te leveren. Zet bijv. de volgende schaatsers eens denkbeeldig naast elkaar:
    Sablikova en Groenewold
    Seung-Hoon Lee en Kramer
    Shimizu en Koskela
    Timmer en Le May
    Totaal verschillend qua lichaamseigenschappen terwijl ze uitblinken/blonken op dezelfde afstand.

    In het mondiaal grote atletiek is dat ondenkbaar en daar speelt etnische afkomst naar het zich laat aanzien ook een rol:
    - lange afstandslopers komen vooral uit Kenia en Ethiopie
    - sprinters stammen vooral af van de nakomelingen van de slaven (dus Afrikaanse westkust)
    - de werpnummers worden gedomineerd door atleten van Europese komaf.

    Terwijl bijv. op de 1000m mannen hebben we in het schaatsen de blanke Groothuis, neger Davis en Aziaat Kyou-Hyuk Lee.
  18. wereldrecord

    wereldrecord New Member

    Dat laatste is puur toeval en heeft helemaal niks met afkomst te maken. Iedereen, waar ook ter wereld, kan een wereldtopper worden in zijn/haar sport. Mits de voorzieningen aanwezig zijn.
  19. dedeut

    dedeut Well-Known Member

    De posts van Nogevendit en De Keizer hebben me aan het denken gezet. Ze schreven:

    Zou het kunnen zijn dat deze zaken veroorzaakt worden doordat schaatsen een veel minder ontwikkelde sport is dan atletiek (dat wil zeggen, dat als miljoenen mensen over de hele wereld zich serieus met schaatsen bezig zouden gaan houden, er daar ook per discipline redelijk gelijk gebouwde mensen aan de start zouden staan?)

    Stelling: Met andere woorden, misschien is de variantie in bouw van de toppers binnen een sportdiscipline een goede indicator voor de mate waarin een sport ontwikkeld is!

    Ik ben benieuwd wat jullie hiervan denken. En als jullie het met de stelling eens zijn, wat zouden jullie dan verwachten van de mate van variatie tussen de deelnemers aan de verschillende afstanden (bijv. de variatie zal groter zijn op de stayerafstanden want dat is een minder ontwikkelde sportdiscipline dan de sprintafstanden. Of de variatie zal groter zijn bij de dames dan bij de heren want het herenschaatsen is sterker ontwikkeld dan het damesschaatsen).
  20. Monique

    Monique Well-Known Member

    Ik denk eerlijk gezegd niet dat dat waar is, en wel omdat de tijden van de verschillende soorten schaatsers wel heel dicht bij elkaar liggen, zeker op de korte afstanden. Als het gat heel groot zou zijn, zou je kunnen beredeneren dat in dat gat een heleboel schaatsers met de ideale bouw zouden moeten zitten, als ze tenminste aan schaatsen zouden doen. Nu gaat dat niet op. De enige die er wel met kop en schouders bovenuit steekt is Jenny Wolf op de 500 meter, op alle andere korte afstanden zijn de verschillen lang niet zo groot.

Deel Deze Pagina