We merken steeds vaker dat de tijden tijdens de korte afstanden dicht bijelkaar liggen. Daarom is er de regel dat indien de honderdsten gelijk zijn, de duizendsten mee worden gegeven in de uitslag. De duizendsten worden dus gemeten alleen niet weergegeven. De schaatstijden worden op de honderdsten afgekapt (duizendsten worden dus weggelaten, niet afgerond). De einduitslag van een kampioenschap is een optelling van 4 tijden. Echter omdat er 4x wordt afgekapt, moet het verschil minimaal 0.027 zijn om er zeker van te zijn dat de ene schaatser sneller is dan de ander. Deze 0.027 bestaat uit 2x0.009 (500m) en 2x (0.009/2) (1000m). Dit weekend was het verschil maar 0.02 en omdat wij als toeschouwers alleen maar honderdsten zien zou de volgende situatie heel goed mogelijk zijn. Tijden zoals weergegeven uitslag. Groothuis 35.71 35.70 70.21 70.36 141.695 Mulder 35.45 35.84 70.50 70.35 141.715 Verschil 0.02 in voordeel van Groothuis. Worst case scenario Op alle vier afstanden was de duizendste van Groothuis 9, en de duizendste van Mulder 0. Groothuis 35.719 35.709 70.219 70.369 141.722 Mulder 35.450 35.840 70.500 70.350 141.715 Voordeel Mulder 0.007. De mensen van de tijdswaarneming zijn de enige die de duizendste zien en dus weten hoe het echt zit. Als toeschouwer moeten we maar geloven dat het zo is. Ik zou zeggen indien het verschil zo klein is dat de duizendsten ook worden weergegeven of dat beide als winnaar uit de bus komen. Ik ga ook niet zeggen dat Groothuis niet de terechte winnaar is, maar op basis van de gegeven tijden kunnen wij niet zeggen die conclusie niet maken. Hoe zien jullie dit?
Er zijn 100 miljoen mogelijkheden, in verreweg de meeste gevallen zal Groothuis gewoon winnen. Misschien kan iemand met een paar programmeerskills even een simulatie runnen om te zien hoe groot de kans op een onterechte overwinning is? Maar dan nog, it's all in the game. In vergelijking met loting (tegen een snelle of juist trage starter, tegen een lange of juist kleine schaatser), verschil in luchtcirculatie en geluidstijdsverschil in startschot tussen binnen- en buitenbaan zijn deze duizenden niet de doorslaggevende factoren. Er wordt met honderdsten gerekend en dat kan in je voor- of in je nadeel werken, net als de laatste binnen- of buitenbocht een voor- of nadeel kan zijn.
Bij een gelijke stand zou ik gaan voor snelste 500 + snelste 1000 m als winnaar. Dus dan zou Michel Mulder winnen. Om op duizendsten van sec., wat al niet meer een siginificant cijfer is, een kampioenschap te beslissen vind ik erg dubieus. Vorig jaar kwamen die duizensten nog wel naar buiten in het geval Gerritsen/Wüst, benieuwd of men nu ook die gegevens durft te tonen.
dezelfde "twijfel" (bewust tussen aanhalingstekens) die je bij Groothuis kunt stellen en vorig jaar bij Gerritsen/Wüst kon stellen, kun je nu natuurlijk ook loslaten op het geval Oenema/Wüst. Dat verschil is maar 0.01 maar we kunnen er hoog of laag over springen, het meten in duizendsten is niet nauwkeurig genoeg, dus houden we het lekker bij honderdsten. Anders kun je ook nog weer doorgaan over tienduizendsten en blijf je bezig. Het enige waar je vraagtekens bij kunt zetten is het "afkappen" ipv "afronden". Als wiskundige vind ik afkappen erg lelijk, maar als je verder kijkt dan dat zie je dat het geen fluit uitmaakt welke keus je maakt...
Wat ik nog altijd niet snap aan deze discussie: waarom is het meten in duizendsten zo onnauwkeurig? Bij het bobsleeen worden de tijden al sinds jaar en dag in duizendsten aangegeven, omdat de verschillen altijd zo klein zijn. Zelfde zie ik bij de Formule 1. Wordt daar dan met andere meetinstrumenten gewerkt, of neemt iemand de onnauwkeurigheden voor lief? Dat laatste kan ik me absoluut niet voorstellen, zeker in de F1 niet, waar het om verdraaid veel geld gaat.
volgens mij is er, toen de NOS die onnauwkeurigheid op tv bekend maakte, inderdaad gezegd dat andere sporten wél die nauwkeurige (maar ook duurdere!) middelen hebben. Of bobsleeen dan zoveel meer geld heeft als schaatsen weet ik niet, maar in de F1 is dat natuurlijk wel het geval.
aha, thanks Proeme! Voor lange afstanden allemaal niet noodzakelijk, maar bij het sprinten lijkt me nauwkeurige meetapparatuur toch wel van groot belang. Waarschijnlijk een kwestie van tijd, met de jaren worden weer nieuwe dingen ontwikkeld, en afdankertjes uit andere rijkere sporten komen dan misschien naar het schaatsen toe. Eerst maar eens afwachten wat er in Calgary en SLC gaat gebeuren, want daar zullen de verschillen wel weer miniem zijn.
Maar hoeveel hallen zouden die duurdere apparatuur nodig hebben? Begin gewoon met de OS/WK/EK hallen... en laat je tijdswaarneming sponsoren...
Als je nu eerst eens zorgt dat de starter evenver van beide rijders staat, dan praten we dan wel verder over nauwkeuriger apparatuur. Op 4 meter verschil lever je al meer dan 1 honderste in.
Die kans op een onterechte titel is dus maar 0.04234 %. De tijd van Michel op de laatste 1000 m werd nog wel gecorrigeerd. Kan het zijn dat zijn duizendsten aan de hoge kant waren?
Overigens grappig detail: Otterspeer, nr 3, wint alle vier ritten van zijn directe tegenstander Michel Mulder, nr 2, wint 3 ritten van zijn directe tegenstander Groothuis, nr 1, wint maar 1 rit van zijn directe tegenstander Dus hoe hoger, hoe minder ritten er gewonnen worden. Ik denk dat dit echt een unicum moet zijn. :shock: :roll:
Ireen Wüst verloor op de WK allround 2012 in Moskou haar race op de 500 van Lobysjeva, haar race op de 3000 van Sablikova, haar race op de 1500 van Nesbitt en haar afsluitende 5000 opnieuw tegen Sablikova. Zo uniek is het dus niet van Groothuis.
En werd wereldkampioene, moet je daar natuurlijk nog even aan toevoegen, want zonder dat detail is er natuurlijk niks aan de hand.
Dan moet je er wel bij zeggen dat Nesbitt, de nr 3, 3 ritten won van haar tegenstandster en Sablikova, de nr 2, 2 ritten. Maar het verrassende was dat zowel Michel Mulder als Groothuis werden verslagen op 'hun' afstand door iemand die normaal gesproken minder is op die afstand.
Dit topic lijkt erg op de voetbalpraatprogramma's, waar een club verloor tot spijt van de in de studio aanwezige gasten. Zij halen er dan een fragment bij "dat het helemaal geen buitenspel was !" Dat is fout. Wanneer is het namelijk buitenspel ? Als de scheidsrechter fluit voor buitenspel. Er klopt wel meer niet aan het schaatsen, zo leggen ze geen 400 meter af per rondje. Sport is per definitie het stellen van spelregels, en een van die regels gaat hier om het meten van de tijd. Binnen die regels moet je als sporter blijven. Het wijzen op de tekortkomingen van die regel moet niet omslaan in een herziening van de regel. Dan moet je , zoals Leenstarfan terecht opmerkt, eerst die vele andere zaken eens aanpakken, zoals het lotingsvoordeel. Anders wordt het een typisch geval van pennywise but poundfoolish.
De tijden worden gemeten in honderdsten, dan moet je daar niet van afwijken. Vroeger werd er alleen in tienden (of zelfs in kwarten of vijfden gewerkt). Ik ken diverse allroundkampioenschappen die anders geëindigd hadden kunnen worden (is dit goed Nederlands) waren ze in honderdsten gemeten. Ik denk alleen al aan het jaar 1958 toen Oleg Goncharenko (of is het Honcharenko, het is immers een Oekraïner) de eenarmige Vladimir Shilikovski twee maal (EK en WK) met klein verschil versloeg. Op het WK was het verschil 0,2 punt en op het EK 0,1. Bij een meting in honderdsten kan dat verschil al bijna gecompenseerd worden (0,09 punt). Dacht je dat daar discussie over was. No way, er werd nu eenmaal in tienden gemeten. Waarom men dan nu alleen in ex aequo gevallen in duizendsten meet snap ik niet. Doe het of helemaal of helemaal niet en accepteer in dat laatste geval gewoon gedeelde klasseringen. Wat is overigens de regel op de OS en WK afstanden m.b.t. tot het optellen van de 500m's.
Als je in duizendsten gaat meten kun je bij een verschil van 0,001 punt de discussie krijgen dat het er anders had uitgezien bij het meten in 10-duizendsten (wat ik laatst bij een autosport-event al heb zien gebeuren). Dus inderdaad, die discussie houd je altijd. En zoals Leenstrafan ook al terecht zei: geluk speelt op andere vlakken een grotere rol dan bij het afronden op honderdsten.