Ik weet niet of dit in dit topic thuishoort, maar ik zet het er maar even neer. Ik heb een klein modelletje ontwikkeld waarmee je op basis van PR's (of SB's of wat je ook wil) kan bekijken wat de ideale afstand voor een schaatser zou zijn. Nu weet ik dat dit soort dingen al eerder ontwikkeld zijn, maar ik wilde gewoon eens proberen of ik ook eens een model kon maken dat redelijk kloppende resultaten gaf. Enkele waarden: Deze zijn op basis van PR's. Dat klopt misschien niet helemaal: Davis reed vroeger betere lange afstanden, en Groothuis heeft al 14 jaar geen 5 of 10 km gereden. Als je wat verder naar de getallen in de tabel kijkt, zie je dit (voor Davis): Die 35,51 en 1:09.95 etc. die daarboven staan zijn het gemiddelde van het hoogland- en laagland-WR keer 1,04. Daar vergelijk ik de PR's van de schaatsers mee. Als je die x1,04 weglaat krijg je dezelfde resultaten, trouwens... Nou ja, dan haal ik die maar weg dan. De ideale afstand voor Groothuis een 1000 en voor Hedrick een 3km. Dat ligt in de lijn der verwachting. Die 7,2 km voor Grødum zou misschien nog ietsje langer kunnen, maar het model laat geen afstanden boven 10 km toe. Het is een kleine moeite om ook andere schaatsers in te vullen in het model: ik hoef alleen maar de PR's de copypasten en dan heb je al de ideale-afstands-waarde. Omdat de ideale-afstandswaarde verschilt tussen hoogland en laagland, kan ik het eventueel nog ontwikkelen naar een ideale-raceduur-waarde. Modbreak SprintMaster: nieuw topic is beter.
Kun je uitleggen hoe je de getallen in de laatste 2 regels van het 2e plaatje berekend? Bij 500m bereken je 1.68 en daaronder 2.83. Volgens mij is die laatste het kwadraat van de eerste. Maar hoe kom je aan 1.68?
Die 1,68 is (35,5108/34,78)^25, meer algemeen, (vergelijkingstijd/PR op die afstand)^25. De 25'ste macht zorgt ervoor dat de verschillen tussen de afstanden waar de schaatser goed op is en waar de schaatser slecht op is benadrukt worden. Zet je daar een kwadraatje neer, dan is dat verschil te klein en komt er ongeveer hetzelfde uit bij iedereen. Dan zou er bij Groothuis 3417 uit komen en bij Grødum 4759... Klopt niet natuurlijk. Dat zit te dicht bij het gemiddelde van de afstanden. Door de ^25 te vervangen door ^125 komen er nog wat extremere waarden uit. Voor een heel hoge macht (zeg 10000), komt er de beste afstand van de schaatser uit: bij Kramer de 5 km, bij Davis en Groothuis de 1000m, bij Grødum de 10 km en bij Hedrick de 1500 (al zou dat waarschijnlijk een 3km zijn als ik die had meegenomen in het model). Die 2,83 is inderdaad het kwadraat van 1,68, al kwam die oorspronkelijk uit een wat ingewikkeldere berekening die uiteindelijk gewoon het kwadraat bleek op te leveren.
Ik heb de 25-ste macht vervangen door een 50-ste. Vinden jullie dat dit betere waarden zijn? Grødum krijgt trouwens 7854.
Hoho, niet zo snel! Eerst terug naar de basis i.p.v. met allerlei factoren gaan stoeien: je wilt iets doen met de verhouding PR t.o.v. WR gecombineerd. Vullen we deze in in de eerste 4 kolommen. Daar komt een verhouding uit, groter of kleiner dan 1 (kolom 5) en een verschil percentage (kolom 6). Het gemiddelde verschil is 0.784%. Dus t.o.v. deze waarde heb je de verschillen zoals in kolom 7. Nu wil je dit omrekenen naar een percentage, hoe geliefd is elke afstand. Het gemiddelde is 20% dus de formule is iets als 20 - (getal) * percentage in kolom 7. Het grootste percentage staat bij de 10 km. Dus die moet je boven de 0 zien te houden. Als je voor het getal 7.5 invult krijg je de waardes in kolom 8. Als laatste moet je dit nog omrekenen naar een ideale afstand.
Zoiets dergelijks doe ik ook. Ik heb dus de geliefdsheidfactoren zoals jij ze noemt op een iets andere manier berekend (met die 50-ste machten.) Dat zijn de getallen met de groene achtergrond. Die tel je bij elkaar op, dan krijg je 7,178 bij Davis. De blauwe getallen zijn telkens het geliefdsheidgetal van die afstand gedeeld door alle geliefdsheidgetallen bij elkaar opgeteld Bij de 1000 is dat dus 3,514/7,178=0,490. Om dan uiteindelijk de ideale afstand te krijgen, vermenigvuldig je de afstand telkens met het blauwe getal dat daarbij hoort. Dus 0,022*500+0,490*1000+(...)+0,005*10000. Daar komt die 1441 (met macht 50) en 1983 (voor macht 25) voor Davis vandaan. En hoe ik die machten gebruik, heb ik al uitgelegd.
Dan lijkt me die 1441m de beste schatting. De 1000m is zijn beste afstand en de 1500m net iets minder. Dan verwacht je een uitkomst net onder de 1500.
Mee eens. Wat wel uitmaakt is dat zijn PR op de 5 km 6:10 is. Dat reed hij tien jaar geleden al in Calgary, toen hij wereldkampioen allround werd. (De laatste die Kramer in een allroundtoernooi versloeg!) Maar dat goede PR is niet meer representatief. Als je de seizoensbesttijden van Davis uit 2010/2011 (het laatste jaar dat hij meedeed aan een allroundtoernooi) invult, krijg je met macht vijftig 1264 en met macht vijfentwintig 1700. Het WK allround was toen ook in Calgary, dus alle tijden die ik invul zijn hooglandtijden.
Yuskov en Blokhuijsen verrassen me niet. Pedersen ligt ook in de lijn der verwachting. Met een iets beter 10km-PR (wat er komend seizoen wel in zit, lijkt me) zou het richting de 3500 gaan. Dat Swings slechts 2848 neerzet, komt door zijn relatief matige 5km-PR (6:13 is langzamer dan Pedersen, Yuskov, Davis, Kuck, Verweij, Geisreiter en Contin om maar wat te noemen) i.c.m. een heel snel 1500m-PR (de 20ste tijd ooit gereden). De favoriete afstanden zijn volgens het model bij alle vier de rijders 1500, behalve bij Blokhuijsen, die heeft 5000 staan. Al zal er bij Pedersen en Swings waarschijnlijk een 3km uit komen als ik die mogelijkheid erin zou zetten.
Dat Blokhuijsen nog zo goed scoort op de 1500m (34%) verbaasd me, toch meestal zijn zwakste afstand op een allround toernooi. Swings kan echt wel beter op de 5km, zijn 10km is relatief sterk.
Blokhuijsen rijdt in allroundtoernooien vaak matige 1500s, maar hij heeft wel mooi 1:43 staan. Hij reed die tijd wel al in 2011. Sindsdien is hij beter geworden op de 5 (hij heeft ook wel eens 6.15 op laagland gereden) en de 10, ten koste van de 1500. Bovendien gaat Blokhuijsen in een toernooi soms teveel op z'n tegenstander rijden, wat ook niet echt bevorderlijk is voor de eindtijd.
Wat een nerderig gezwam! Groot manco is dat iemands favoriete afstanden niet helemaal lineair of exponentieel uitkomen, zeker niet met schaatsen. In het hardlopen heb je voor de lange afstanden (800 meter t/m 42.195 meter) de formule dat de tijd opschaalt als afstand^1,07. Omdat schaatsen niet een pure rensport is en de afstanden redelijk kort zijn verloopt het niet helemaal goed. Blokhuijsen en Kramer rijden het beste op de lange afstanden, maar hebben een 500 meter die relatief beter is dan hun 1500 meter. Voor Bøkko geldt dat hij gezien zijn 1500 en 10.000 meestal een zwakkere 5000 meter heeft. Swings heeft meestal een goede tweede dag in het allrounden, mede doordat de 500 meter zijn zwakste afstand is en de 1500 en 10.000 hem beter liggen. Volgens mij is dus ook heel goed mogelijk dat twee schaatsers op dezelfde ideale afstand uitkomen, maar dat het toch twee verschillende typen schaatsen zijn. Bijvoorbeeld een pure middenafstander een echte allrounders kunnen allebei rond de 3000 meter uitkomen.
Het allergrootste manco is dat het zich beperkt tot de allroundafstanden. De Jorrit Bergsma's en de Kooijmannen van deze wereld worden niet goed in beeld gebracht. Met Kooijman als uur record houder. Hetzelfde geldt voor de echte sprinters die al opbranden voordat ze 500 meter hebben gereden. (Ntab, Smeekens, vele Jappen). Overigens wel een mooie poging om te zien waar de kracht van de individuele schaatser ligt. Nog even en we krijgen nog voor een allround schaatsen kampioenschap is begonnen een soort van tienkampprognose. Dan ook nog gespecificeerd per type baan. Wat zal het VSS dan saai worden
Ik mag dat nerderige gedoe wel. Ik kan het niet meer volgen ;0 het heeft niets de maken met jullie dialoog maar toen Davis 6.10 reed, reden Hedrick en Kramer 6.09. Kramer versloeg hedrick met een honderste http://www.schaatsstatistieken.nl/index.php?file=kampioenschappen&g=m&type=wkall&jaar=2006 Laat natuurlijke wel zien hoe goed Davis ooit was.. Lat ik nou net mijn grootste vss "successen" hebben behaald door zulke "maffe" lijstjes
Willen we dat nog eens terugzien? Ja, natuurlijk! Het legendarische WK allround van Calgary 2006! Met Cindy Klassen die alles en iedereen met huid en haar verslond tot op het bot. Met Hedricks foute wissel op de 10 km. Sven Kramer op de drempel van zijn hegemonie. Wereldrecords die nog jaren bleven staan, en in het geval van Klassens 3km, nog altijd. In deze video zitten de belangrijkste 5-km ritten van toen, zoals: 18:27 De Jong-Fabris 26:41 Hedrick-Davis 34.51 Grødum-Kramer 43.00 Ervik-Dankers Kijk maar terug, geniet ervan!
Het blijft altijd de vraag of Hedrick zijn achterstand had kunnen wegwerken. In de VSS was hij destijds de grote favoriet (28 tegen Davis en Fabris 4x) voor het klassement. Maar Davis' 10km was ook wel erg sterk, al was hij weinig in beeld.
